deze begroting akkoord zou gaan, zou het, omdat het
een gemeenschappelijke regeling betreft, een verplich
te uitgave worden.
Hierna wordt besloten overeenkomstig hetgeen door
het college is voorgesteld, waarbij wordt aangetekend
dat de heer Levinga geacht wenst te worden te hebben
tegengestemd.
g. Aanbieding van de gemeenterekening 1972.
Besloten wordt deze gemeenterekening in behandeling
te nemen en in een volgende vergadering voorlopig
vast te stellen.
h. Brief d.d, 9 mei 1974 van de Stichting Jeugdzorg
Soest inzake vestiging jeugdhonk in de wijk Smitsveen,
met voorstel onder verwijzing naar de raadsnotulen
van de vergadering van 18 april 1974, deze brief te be
spreken.
De VOORZITTER merkt op dat een brief is ontvan
gen van de Stichting Jeugdzorg Soest, die uit persbe
richten had afgeleid dat in de vergadering van 18 april
iets zou zijn gezegd dat niet geheel juist was. Mevrouw
Walter heeft in die vergadering gezegd het te betreu
ren dat de heer Joosten had gezegd dat er in Smits
veen geen ruimte was gereserveerd. Zij zei toen:
„In het Smitsveen liggen nog twee terreinen braak,
die bestemd zijn voor buurtvoorzieningen. Daarvoor is
totaal geen belangstelling. Deze terreinen liggen naast
de apotheek en achter Kareisen".
Nu heeft het college in 1968 een brief geschreven aan
de Stichting Jeugdzorg, doch deze bevindt zich kenne
lijk niet bij de stukken. Daarin heeft het college zich
afgevraagd of Ér ruimte zou moeten zijn voor het spe
ciale jeugdwerk in de wijk Smitsveen. Het deelde daar
bij mede dat de m2-prijs ongeveer f. 45,— was. De
Stichting Jeugdzorg is nadien niet meer op deze zaak
teruggekomen. Het college heeft dus niet gezegd dat
men niets kon krijgen, maar dat het zich heeft afge
vraagd of in de wijk Smitsveen een apart jeugdhuis
noodzakelijk en wenselijk zou zijn, omdat men toen
nog niet precies wist wat voor functie de Open Hof
zou krijgen. De Open Hof wordt thans wel voor allerlei
activiteiten gebruikt, maar niet voor het jeugdwerk.
Daarna is er in de Molenstraat „de Praatpaal" geko
men. Toch is er ook vandaag nog eventueel grond be
schikbaar in de buurt van de apotheek, dat voor de
bouw van een jeugdhuis zou kunnen worden aange
wend. Wat mevrouw Walter in de aprilvergadering
heeft gezegd, was dus juist.
De ontbrekende brief zal alsnog ter inzage worden ge
legd.
De heer VAN POPPELEN begrijpt uit deze toelichting
dat het niet juist is dat er, zoals in de brief staat, toe
zeggingen zijn gedaan, maar dat de Stichting Jeugdzorg
desgewenst wel de beschikking kan krijgen over gron
den.
De VOORZITTER bevestigt dit, want er is nog altijd
grond beschikbaar in de buurt van de apotheek, nl.
daar waar eens dokters zouden bouwen, maar wat
toen niet is doorgegaan. In de loop der jaren is er ech
ter geen vraag naar deze grond geweest. Het college
heeft in 1968 alleen gezegd zich af te vragen of in
Smitsveen een apart jeugdcentrum noodzakelijk zou
zijn en dat dit het college bovendien een nogal dure
zaak voor deze stichting toeleek. De stichting zal thans
in deze zin kunnen worden geantwoord.
Aldus wordt besloten.
De VOORZITTER deelt mede dat nog de volgende
brief is ingekomen:
i. Brief d.d. 6 mei 1974 van de heren C.G. v.d. Bree-
mer en J. Hartman inzake de Korte Melmweg.
De VOORZITTER merkt op dat de leden van de
commissie voor openbare werken zich zullen herinne
ren dat deze brief al wel in de door haar - bij ontsten
tenis van mevrouw Walter - voorgezeten vergadering
van de commissie is besproken, maar doordat het
ook bij de gemeente thans vakantietijd is, is dié brief
niet op de agenda gekomen.
Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT
lijkt het het beste de brief even voor te lezen. De brief
is gericht aan de gemeenteraad en luidt als volgt:
„Naar aanleiding van geruchten betreffende
punt 1. Versmalling van de Korte Melmweg
punt 2. Verkeerswijziging Korte Melmweg
het volgende:
punt 1. Het aanbrengen van een trottoir van 50 cm
breed op de Korte Melmweg (tegen het perceel Kerk-
pad N.Z. 23 van de heer W Gomes) betekent een
straatwegversmalling die in het algemeen belang onge
bruikelijk en ongewenst is.
Tevens houdt deze versmalling een kruispuntversmal
ling in die gevaar oplevert voor het verkeer onder an
dere af- en aanvoer, brandweer enz.
punt 2. Als belanghebbenden achten wij het onge
wenst het verkeer op de Korte Melmweg (in- en afrij
den) te wijzigen in verband met onder andere de aan-
en afvoer van goederen van onze en andere bedrij
ven."
Spreekster deelt mede dat dit punt, mede naar aanlei
ding van het verzoek van enkele leden van de com
missie, in de commissie is besproken, In overleg met
de commissie Kerkpad, de bewoners van de Korte
Melmweg en de dienst van gemeentewerken is beslo
ten - de commissie is daarvan op de hoogte - dat wel
het profiel van het stuk vanaf de rijksweg tot even
voorbij het kruispunt zal worden veranderd in een as
faltering van 3.60 m plus een gelijkliggende bestrating
voor het stukje dat ongeasfalteerd zal blijven, nl. zo'n
90 cm. De verkeersmaatregelen zullen dan niet wor
den veranderd, zodat het mogelijk blijft vanaf de
hoofdweg in te rijden. Aanvankelijk was het voorstel
er een fietspad van te maken, net zoals het Kerkpad
zelf. Indien in de toekomst toch nog tot de aanleg van
een fietspad zou worden besloten, zal de mogelijkheid
daartoe aanwezig zijn, omdat het profiel al is aange
past. Verderop houdt de weg de breedte die zij nu
heeft.
Spreekster neemt aan dat de raad hiermede akkoord
gaat. Het is van belang dit punt vandaag te behande
len, opdat men meteen met het werk zal kunnen be
ginnen.
De heer VAN POPPELEN heeft er helemaal geen be
zwaar tegen dat dit punt thans in de raad wordt ge
bracht, want het is belangrijk dat er verder zal kun
nen worden gewerkt. Hij is bijzonder blij dat is tege
moet gekomen aan de wensen van de bewoners van
de Korte Melmweg.
In dit verband wil spreker even iets zeggen over het
Kerkpad, Het is nu praktisch klaar en er bestaat grote
waardering voor de samenwerking tussen gemeentebe
stuur en Kerkpad-commissie. Alleen is niet iedereen
verheugd over de oversteekplaltsen van het Kerkpad
over diverse wegen, waar sprake is van een hoogte
verschil van 30 tot 40 cm. Moest dat verschil inder
daad zo groot zijn?
120