aan te stellen of een woningbouwvereniging daarmede
te belasten of een instantie als de O.G.E.M. in te
schakelen. Er zitten dus nogal wat haken en ogen aan,
meer dan in de vergadering van de financiële commis
sie is gebleken. Spreker is er dan ook voorstander van
dit voorstel nu aan te houden, opdat men de volgende
maand op grond van meer informatie en duidelijk ge
richte offertes tot een conclusie kan komen. Als men
nu drie ton aan een deel van de gemeente gaat beste
den - het is buiten kijf dat dit een wenselijke zaak be
treft -, is men er nog niet, want er moeten straks ook
koppelingen worden gemaakt. Wanneer men thans een
keuze maakt voor één bedrijf, zal men dat bedrijf
naar spreker vreest wel moeten blijven houden.
Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT
meent dat het bijzonder jammer zou zijn dit raads
voorstel aan te houden, want het is juist reeds thans
in de raad gebracht om het krediet te kunnen aanvra
gen. In de periode die gedeputeerde staten nodig heb
ben om dat krediet goed te keuren, kunnen nadere
besprekingen plaatsvinden en kan de raad alle informa
tie worden verstrekt. De drie ton waarover dit voorstel
spreekt, is gebaseerd op de offertes die het college aan
verschillende grote bedrijven heeft gevraagd. Er is ook
aan Soester bedrijven gevraagd of zij hiervoor interes
se hadden, maar het bouwen van dergelijke centrale
antenne-inrichtingen overschrijdt de grenzen van hun
mogelijkheden. Zij kunnen wel een zogenaamde ge
meenschappelijke antenne op een flat of voor een aan
tal huizen bouwen, maar niet een inrichting als deze,
waarbij door de gehele wijk een kabel moet worden ge
legd en een enorme antenne moet worden geplaatst.
Deze Soester bedrijven hebben dit zelf zo gezegd.
Gevraagd is wie deze centrale antenne-inrichting zal
gaan exploiteren. Onderaan bladz. 1 van het voorstel
wordt al gezegd:
„Uiteraard zal nog de vraag moeten worden beant
woord wie het systeem zal exploiteren, onderhouden
enz."
Voorts schrijft de directeur in zijn advies dat ten aan
zien van de kabeltelevisie uiteraard nog veel moet
worden geregeld, zoals wie het exploiteert, wie het
onderhoudt, wie voorlichting geeft, wie betaalt en
wat men betaalt. De bedragen die nu op tafel moeten
komen, komen te zijner tijd weer terug als men voor
een aansluiting moet betalen. Het lijkt de directeur
dringend gewenst hierover op korte termijn binnen
het gemeentelijk apparaat beraad te houden. Dat
moet zeker gebeuren, want een woningbouwvereni
ging of een op te richten n.v. of iets dergelijks zal dit
moeten gaan aanpakken en zal de te vragen bedragen
moeten gaan innen. Men zal wellicht zelfs personeel
in dienst moeten nemen, eventueel met inschakeling
van Soester bedrijven. Dit alles moet op korte termijn
worden bekeken, maar de kredietaanvrage ligt dan al
bij gedeputeerde staten.
Wethouder EBBERS wijst er op dat het systeem dat
in Overhees zal worden aangelegd in ieder geval de
mógelijkheid opent over te gaan tot een voor de gehe
le gemeente geldend systeem. Als de raad dit voorstel
aanneemt, wil dat dus nog niet zeggen dat dit totale
systeem er moet komen. Het gaat nog maar om een
stuk van zo'n totaal systeem en is dus altijd inpasbaar.
Voorts zal men hebben gezien dat het college een en
ander voorlopig bij het gasbedrijf heeft geboekt.
De heer VAN LOGTENSTEIN vindt dit laatste erg
belangrijk, want in het voorstel stond duidelijk dat fi
nanciering via de normale kanalen op onoverkomelij
ke bezwaren zou stuiten Als men het toch snel wil
doen en men weet dat het bezwaren kan opleveren,
moet men juist de goede weg bewandelen.
De heer VAN POPPELEN is van mening dat, hoe
gauwer men aan het werk kan gaan, des te beter dat
zal zijn. Wel wil hij vragen of het college, alvorens het
met een bepaald bedrijf in zee wil gaan, dit eerst nog
in de commissie voor openbare werken wil bespre
ken.
De VOORZITTER hoort om zich heen alleen maar
instemmende geluiden. Het zou prettig zijn als de raad
thans die drie ton zou willen voteren. Het duurt altijd
een maand of drie voordat zo'n kredietaanvrage is
goedgekeurd, zodat deze zaak wellicht in de maand
augustus opnieuw aan de orde kan komen. Dat be
hoeft niet alleen in de commissie voor openbare wer
ken te gebeuren. Door middel van een klein notaatje
kan de gehele raad wat meer informatie krijgen dan
hij nu al heeft gekregen.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
Voorstel tot het verlenen van medewerking als be
doeld in artikel 50 van de Kleuteronderwijswet aan
het bestuur van de Stichting „Van der Huchtscholen"
te Soest voor het bouwen van een kleuterschool aan
de lagere Van der Huchtschool.
163 Voorstel tot het verlenen van medewerking als be
doeld in artikel 72 van de Lager-onderwijswet 1920
aan het bestuur van de Stichting voor Katholiek On
derwijs te Soest voor het aanschaffen van een aardrijks-
kundemethode ten behoeve van de Willibrordusschool.
Deze voorstellen worden zonder discussie en zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
164 Voorstel betreffende een nieuwe gemeenschappelijke
regeling voor het Gewest Eemland.
De heer GERTH memoreert dat zijn fractie met be
trekking tot de nieuwe gemeenschappelijke regeling
enkele punten als aanvulling op die regeling aan het
college heeft doen toekomen. De fractie heeft daarop
een antwoord gekregen, maar het blijft voor haar on
mogelijk deze regeling goed te keuren. Dit stuk zou in
de 17e eeuw een zeer vooruitstrevend werk zijn ge
weest. Spreker meent dat in deze regeling sprake is
van grootheidswaanzin van Amersfoort. Amersfoort
is zeker het centrum van het gewest Eemland, maar
het behoeft niet ook in Soest te gaan regeren. Vol
gens artikel 10 moet een besloten of openbare verga
dering worden bijeengeroepen als 1/5 deel van het
aantal leden dat wenst. Dit betekent dat alleen al de
uit Amersfoort afkomstige leden om een vergadering
kunnen verzoeken, Spreker zou dit dan ook graag
veranderd zien in 2/3 deel van de leden of in vijf van
de acht deelnemende gemeenten. Zoals de regeling
thans luidt, kunnen alleen al de uit Amersfoort af
komstige leden een vergadering besloten maken.
Voorts meent spreker dat, als straks de gewesten er
zullen komen, reeds nu min of meer een vierde be
stuurslaag wordt gekweekt. Daarom wil hij bepleiten
artikel 56 uit de regeling te halen of althans op zeer
duidelijke wijze te omschrijven welke belastingen
door het gewest zullen kunnen worden geheven, op
dat de burgerij zal weten waarmede zij straks zal wor
den geconfronteerd.
De heer VAN POPPELEN herinnert er aan dat dit stuk
thans voor de tweede keer wordt behandeld. Bij deze
122