de een beroepsdeformatie) voor alles wat rijdt en be weegt en waarop het rijden en bewegen kan. Wij heb ben kunnen profiteren van uw deskundigheid in die materie. Wij hebben uw pleidooien voor nog meer (soms naar onze mening te veel) openheid en open baarheid gevolgd en uw afschuw van „geheimen" en geheime raadsvergaderingen geconstateerd. Wat dit laatste betreft: Al vóór uw komst is het aantal gehei me raadsvergaderingen in de loop der decennia gewel dig afgenomen. Werden in de zittingsperiode 1930- 1934 28 geheime raadsvergaderingen gehouden, in de periode 1950 - 1954 waren dat er nog 15, in de perio de 1960 - 1964 4 en in deze zittingsperiode 2, waarvan 1 op voorstel van de vroegere fractiegenote van de heer Jonker, mevrouw Walma van der Molen. Heer Jonker, dank voor uw aandeel in al het werk. Ik moet thans afscheid nemen van de heer De Groot, lid sinds 1966. U bent een heel bijzonder raadslid geweest, gewaar deerd door ieder hier in deze zaal. Het spijt ons allen dat u gaat vertrekken. U hebt zich een wijs man ge toond, die dikwijls de discussies lange tijd onbewogen kon zitten volgen, tot uw hand omhoog ging en u in een korte, uitermate heldere formulering de zaken op een rijtje zette, uw conclusies trok en tot de kern van de zaak doordrong. Uw rotsvast geloof, uw algemeen politiek inzicht, uw grote kennis van de natuur, de er varingen die u meebracht uit uw dagelijks werk als boer, zij hebben ons geïnspireerd en dikwijls tot na denken gestemd. U hebt ook nog bijzondere capacitei ten getoond bij het bosbeheer. Mijnheer De Groot, jammer dat u weggaat Mijnheer Korte, u verlaat de raad na 12 jaar. Uw be langstelling heeft zich vooral gericht op de sociale en maatschappelijke sector, op de volksgezondheid, op de woningbouw en het werk van de woningbouwver enigingen. Juist in de sociaal-maatschappelijke sfeer speelt veel zich achter de schermen af. Dat werk is niet spectaculair, ook niet altijd dankbaar, maar het is wel gericht op het welzijn van de individuele bur ger. Dank voor wat u vóór en vooral achter de scher men voor de Soester bevolking hebt gedaan. Heer Grift, 21 jaar hebt u heel veel van uw tijd en uw kundigheden als gemeenteraadslid gegeven. U hebt in die 21 jaar Soest mee zien groeien, mee zien verste delijken en u hebt die groei en die verstedelijking me de geleid en begeleid. U hebt er nooit zo veel behoef te aan gehad aan de weg te timmeren en om in het openbaar te vertellen hoe u de ontwikkeling van Soest zag en hoe het volgens u allemaal moest. Maar achter de schermen, bijvoorbeeld in de commissie voor openbare werken (die is trouwens nu ook open baar) en in de hele sfeer van de woningbouw, waar mee u ook door uw vroegere werk zo vertrouwd was, hebt u veel invloed gehad. Het is goed voor een ge meenschap als ze over dergelijke mensen kan beschik ken, geen praters, maar werkers! De dank van de ge meenschap Soest wil ik graag overbrengen door u de zilveren erepenning van de gemeente Soest aan te bie den. (Applaus). En dan kom ik aan deze tafel, aan de tafel waar het dagelijks bestuur van de gemeente zit, waar - uitge zonderd de secretaris en ik - die gemeenteraadsleden zitten die uit uw raad gekozen zijn om de gemeente dagelijks te besturen. Van twee wethouders moet ik vanmiddag afscheid nemen. Dat is dan in de eerste plaats van wethouder Dijkstra, raadslid sinds 1958, wethouder sinds 1970. U hebt 16 jaar gewerkt in en voor Soest. U hebt vroeger gediend als ambtenaar binnenlands bestuur en nu als politiek bestuurder. U hebt dus beide kanten van het bestuurlijk leven le ren kennen. U hebt de laatste 4 jaar een groot aandeel gehad in de ontwikkeling van onderwijs en cultuur in deze gemeente. U hebt voordien in een veel bredere context als gemeenteraadslid uw inbreng gehad, mede door uw lidmaatschap van de financiële commissie, de commissie openbare werken en de door velen ge waardeerde gascommissie. U hebt de besluitvorming mede tot stand gebracht en veel belangstelling getoond voor het wel en wee van Soest. Mag ik u als bewijs van dank én waardering de zilveren penning van de gemeente aanbieden. (Applaus) En dan de laatste van wie ik afscheid moet nemen: mevrouw Walter, gemeenteraadslid sinds 1962, dus 12 jaar; wethouder sinds eind 1967, bijna 7 jaar;de eerste vrouwelijke wethouder van Soest. Mevrouw Walter, u hebt het wethouderschap nooit gezocht. U hebt na de droeve dood van uw voorganger, van de ene op de an dere dag deze taak op uw schouders gekregen. Toen u vier jaar geleden werd herbenoemd, hebt u gezegd - ik citeer u nu niet letterlijk - „Het is wel fijn, dat u, raad, mij het vertrouwen weer hebt gegeven, maar er zijn gevoelens die ik niet als onlustgevoelens wil beti telen, maar die mij wel doen zeggen, dat er moeilijke kanten aan het wethouderschap zitten. Ik heb bijv. een gezin, maar het grootste deel van mijn tijd gaat niet naar mijn gezin." Daarom, mevrouw Walter, moet Soest u extra dankbaar zijn dat u toch het werk hebt willen voortzetten. En ik moet eerlijk zeggen: Toen ik gisteren uw man en één van uw dochters stralend naast u zag bij het interne afscheid van de dienst ge meentewerken, had ik het gevoel dat u de combina tie werk-gezin goed en gezellig hebt kunnen verwer ken. Zij hebben u zeven jaar geleden ook niet de ge makkelijkste portefeuille toegeschoven. Het terrein van openbare werken en ruimtelijke ordening is groot en heeft sprieten die overal in grijpen en overal hun sporen achterlaten, U hebt dat werk gedaan met heel uw verstand, met heel uw hart en met heel uw werk kracht. En die werkkracht is groot; de andere twee zijn dat trouwens ook. Ik vond het een zeer juiste op merking van de fungerend voorzitter van de schoon heidscommissie in ons gesprek vorige week, toen hij in zijn dankwoord aan u opmerkte dat het contact met u zo prettig was geweest, omdat u hun taal sprak. U hebt voor veel en voor velen in Soest de juiste taal gesproken, de juiste aanpak gehad. Dank voor alles. Ik ben ervan overtuigd dat wij in Soest nog wel eens voor iets een beroep op u mogen doen. Mag ik ook u de zilveren erepenning overreiken. (Applaus). Ik zou niet alleen de nu scheidende wethouders, maar allen die hier achter de tafel zitten persoonlijk willen danken voor de prettige manier waarop zij twee jaren geleden mijn voorzitterschap van het colle ge hebben aanvaard en de gezellige sfeer die altijd - ook al waren we het niet altijd eens - de collegeverga deringen heeft gekenmerkt. Ook de gehele raad wil ik dank zeggen voor de ma nier waarop hij mij het voorzitterschap gemakkelijk heeft gemaakt en voor de vriendschappelijke verhou ding die wij met zijn allen hebben opgebouwd. Ik spreek de verwachting uit, dat met de velen die ge lukkig dinsdag weer terugkeren en de dan nieuwko- menden weer een team kan worden opgebouwd dat de belangen van Soest op harmonieuze manier behartigt". (Applaus). 143

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1974 | | pagina 144