vrouw Van Stiphout zojuist als wenselijk naar voren heeft gebracht. Met betrekking tot dit stuk wordt hierna besloten overeenkomstig hetgeen daaromtrent door burgemees ter en wethouders is voorgesteld. c. Jaarverslag van de Regionale Muziekschool Amers foort over het cursusjaar 1972/1973. Dit stuk wordt voor kennisgeving aangenomen. d. Brief namens Progressief Soest d.d. 6 augustus 1974 inzake de opheffing van de buslijnen Pijnenburg en Hees met voorstel te berichten overeenkomstig de ont- werp-brief. De heer VISSER zal deze brief, als hij deze morgen in de bus krijgt, met plezier bij de kachel lezen en daarbij denken aan die enkele buspassagiers, die in de toe komst van Hees naar Soest zullen moeten lopen om boodschappen te doen. Deze mensen zullen dan de troost hebben dat het gemeentebestuur zijn veront schuldigingen heeft aangeboden voor het feit dat zij niet op tijd gewaarschuwd zijn dat zij in Den Haag be zwaren konden indienen. Anderzijds zal misschien de gedachte in hen opkomen dat het wel zonde is om een buslijn voor een bedrag van f. 200.000,- in stand te houden. In dit verband wil spreker echter even de aan dacht vestigen op de memorie van toelichting bij de rijksbegroting voor het dienstjaar 1975 en met name op hoofdstuk XII, verkeer en waterstaat. Daarin staat nl. dat, als Soest in 1974 het openbaar vervoer voor een luttel bedrag zou subsidiëren, het rijk in 1975 het tekort voor 100% voor zijn rekening zou nemen. Op bladz. 25 staat: „Bij de berekening wordt van de verstrekte subsidies een bedrag in mindering gebracht gerelateerd aan het aantal inwoners. Dit drempelbedrag bedroeg in 1973 voor een gemeente met minder dan 50.000 inwoners f. 1,05 per inwoner, en het daarna resterende exedent- bedrag zal in 1975 voor 100% worden vergoed terzake van de verstrekte subsidies over het jaar 1974". Spreker heeft het uitgerekend: 38.000 x f. 1,05 is ongeveer een bedrag van f. 39.900,-. Als voor dat be drag in Soest meer bussen kunnen rijden en de gemeen te een flinke vinger in de pap houdt met betrekking tot de busroutes, lijkt het spreker verstandig dat het college wat inlichtingen inwint bij de staatssecretaris van verkeer en waterstaat, de heer Van Huiten, lid van de P.P.R. Het zou jammer zijn als de gemeente van de ze mogelijkheid geen gebruik zou maken. Mocht het niet lukken, dan is er in Amsterdam misschien een wet houder die een witkarretje over heeft om die paar in woners van Hees naar Soest te rijden. Spreker geeft in overweging het concept-antwoord te herzien, omdat blijkt dat er op dit gebied wel meer mogelijkheden zijn. De heer HOEKSTRA leest in het concept-antwoord dat het college spijt betuigt aangaande het feit dat de ze zaak niet op een bepaald moment voor de inwo ners van Hees ter inzage is gelegd; ook in de commis sievergadering is hierover gesproken. Intussen zullen de inwoners van Hees hierover wel in de kranten heb ben gelezen. Sprekers vraag is of het college na de be richten die in de pers zijn verschenen nog reacties heeft ontvangen van inwoners van Hees die een pro test tegen opheffing van de buslijn inhouden. Mevrouw ORANJE-ENTINK was er oorspronkelijk bijzonder verdrietig over dat de twee betrokken bus lijntjes zouden worden opgeheven. Zij meende nl. dat de enkele inwoners van deze wijken die nog zijn aan gewezen op het openbaar vervoer, er recht op hadden dat er openbaar vervoer zou blijven. Het blijkt echter dat, als deze buslijnen worden gehandhaafd, daarvan onaanvaardbare bedrijfsuitkomsten het gevolg zullen zijn. Als men voor een paar ritten per dag f. 200.000,- moet uitgeven, zullen andere wijken die nog geen buslijn hebben, meteen zeggen dat zij óók een buslijn willen. Daarom constateert spreekster met veel spijt dat deze buslijnen moeilijk te handha ven zullen zijn. Dat is erg jammer, want het gaat hier om het openbaar vervoer. Het is een loze kreet ge bleken dat het openbaar vervoer zou worden gestimu leerd. Overigens is men in Soest ten aanzien van het open baar vervoer nog niet zo slecht af, want er zijn hier vier spoorwegstations; wat uit de algemene belasting- pot aan de Spoorwegen wordt gegeven, is niet mis. Al met al kan spreekster alleen maar akkoord gaan met het voorstel om deze buslijnen op te heffen. De heer OLDENBOOM zou het op prijs stellen als het concept-antwoord wat zorgvuldiger werd geredi geerd. Gelet op de frequentie van deze buslijnen lijkt de fractie een bedrag van f. 200.000,— nl. erg overdre ven. Dat voorts kleine bussen meer onderhoud vergen dan grote bussen, is in het algemeen niet juist. Er staat het college waarschijnlijk een Volkswagenbusje voor ogen tegenover een grote bus die 200.000 of meer kilome ter rijdt, maar zoals het nii is gesteld, is het niet juist. De inwoners van Hees kunnen misschien worden ge holpen door middel van een lijntaxi. Het is sinds kor te tijd mogelijk daarvan gebruik te maken. Sprekers fractie wil het college in overweging geven dit te on derzoeken. De heer VERHEUS wil hieraan toevoegen dat ook in de al genoemde memorie van toelichting op de begro ting van verkeer en waterstaat over de lijntaxi wordt gesproken. De heer VAN DEN BRAKEL merkt op dat zijn frac tie niet begrijpt wat onderaan bladz. 1 van het con cept-antwoord wordt gezegd over de uurdienst van lijn 11. De VOORZITTER: Ik wijs er op dat dit een citaat be treft, zoals u ook aan de aanhalingstekens kunt zien. De heer DE WILDE: Misschien begrijpt u het wel! De heer VAN DEN BRAKEL: Zoals het er staat, heeft lijn 11 een frequentie van 100%, maar onzes in ziens is dat helemaal niet het geval. Waarom wordt voorts gezegd dat „in zekere zin" kan worden beaamd dat het niet uitgesloten is dat belang hebbenden in Hees en Pijnenburg zich beroepen op het feit dat zij van de mogelijkheid tot het indienen van bezwaren niet op de hoogte waren? Kunnen de woorden „in zekere zin" niet beter vervallen? Men is het er mee eens of niet. Betekent verder het abusievelijk niet publiceren van de op 4 juli te houden openbare zitting niet dat van wege dit verzuim de procedure moet worden overge daan? Men moet deze mensen toch een eerlijke kans geven; zij hebben nu het idee dat zij aan de kant zijn geschoven. Laat men het spel spelen zoals het ge speeld moet worden, zodat men met de bevolking geen moeilijkheden krijgt. Ten slotte wil spreker vragen of het college, als het nu definitief is dat de buslijnen worden opgeheven, van

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1974 | | pagina 171