creatie en maatschappelijk werk. Hij weet niet of dit zo blijft, maar ook hij is van mening dat de gehele si tuatie rondom de peuters ook een onderwijskundige kant heeft. Spreker zou het zeer op prijs stellen als de ontwikkeling in dezen zou leiden tot een onderwijs kundige benadering van deze zaak. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. 230 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor het ontstoppen van de ventilatiekanalen van de premiewoningen aan de Bilderdijklaan. Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofde lijke stemming aangenomen. 231 Voorstel tot het bouwen van een gymnastieklokaal en het aangaan van een geldlening daarvoor door de Stichting Lichamelijke Opvoeding en Sport Soest goed te keuren. Mevrouw ORANJE-ENTINK merkt op dat hiermede een lang gekoesterde wens in vervulling gaat. Wanneer zal er met de bouw kunnen worden begonnen? De heer VAN EE informeert hoe de aanbesteding van de bouw van dit gymnastieklokaal geschiedt. De heer VISSER vraagt of Soester bedrijven alsnog gelegenheid zullen krijgen een ontwerp voor dit gym nastieklokaal in te dienen. De VOORZITTER: Het wordt een wat moeilijke zaak, want wij praten hier over iets wat een ander doet. Wethouder PLOMP geeft te kennen dat van hem, als voorzitter van de stichting lichamelijke opvoeding en sport Soest, een antwoord zou mogen worden ver wacht. Deze zaak is echter geheel door de heer De Haan behandeld. Hij neemt aan dat de heer De Haan bereid zal zijn hierop een nadere toelichting te geven. Wethouder DE HAAN kan op de vraag van mevrouw Oranje antwoorden dat, als er geen gekke dingen ge beuren, op 1 augustus 1975 gymnastiekles kan wor den gegeven. Tot de heer Van Ee kan spreker zeggen dat de sportstichting de aanbesteding verzorgt, met advies van de dienst van gemeentewerken. De stich ting geeft de bouwopdracht en leent daarvoor geld, hetgeen zij statutair mag doen. Op de vraag van de heer Visser antwoordt spreker dat de keuze van het bouwbedrijf al het vorig jaar is gemaakt, op grond van het feit dat dit bouwbedrijf in Soest al eerder een gymnastieklokaal van dit type had gebouwd. De onderhandelingen zijn in eerste aanleg met dat bedrijf aan de hand van een open begroting gevoerd. Omdat dit bedrijf binnen de raming bleef, is het voor de bouw van dit lokaal uitgekozen. De heer VISSER: Impliceert dit dat, als er een volgen de keer weer een lokaal moet worden gebouwd, dezelf de aannemer het wederom mag doen? Krijgt dan niemand anders de kans het nog beter en mooier te doen? Wethouder DE HAAN antwoordt dat het in het alge meen voordeliger is om een project door de zelfde bouwer te doen herhalen dan opnieuw met iemand te gaan pionieren, die weer andere oplossingen weet en andere materialen gebruikt. Als het om het bouwen binnen een kort tijdsbestek gaat, is een oplossing als die welke nu is gekozen altijd de beste en de voorde ligste. Wanneer het echter een hele tijd zal duren voor dat er weer een gymnastieklokaal zal worden gebouwd, zal er opnieuw een keuze voor een ontwerp en een bouwer worden gemaakt. Als in dit geval een Soester bouwer dat eerste gymnastieklokaal had gebouwd, was eveneens met die bouwer opnieuw contact opge nomen, zoals dat ook is gebeurd bij de tweede ver bouwing van de garage van de dienst van gemeente werken. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. De VOORZITTER stelt hierna aan de orde de behan deling van het aan de agenda toegevoegde ingeko men stuk: a. Brief d.d. 16 september 1974 van de bewoners commissie Molenstraat inzake de bewoning van het pand Molenweg 4. De VOORZITTER deelt mede dat deze brief als volgt luidt: „Namens alle bewoners van de Molenstraat en omge ving moeten wij met klem protesteren tegen de ma nier waarop het pand Molenweg 4 door het college van burgemeester en wethouders in bezit is genomen. Naar aanleiding van de laatst gemaakte afspraak met wethouder De Haan, waarbij mondeling is overeenge komen alle leegkomende en eventueel leegstaande huizen niet eerder te verhuren of te laten bewonen alvorens het eventuele renovatieplan met de daarbij ingesloten ruilmogelijkheden te doen plaatsvinden, be treuren wij het ten zeerste dat dergelijke afspraken niet zijn nagekomen en in flagrante strijd zijn met de gemaakte afspraken met het bestuur van de woning bouwvereniging St. Jozef. Wij verzoeken daarom de raad beleefd maar dringend dit grote onrecht alsnog ongedaan te maken. Wij ho pen u spoedig gevolg aan ons verzoek te geven, teke nen wij met de meeste hoogachting, bewonerscommis sie van de Molenstraat." Wethouder DE HAAN merkt op dat de laatst gemaak te afspraak, waarop in deze brief wordt gedoeld, als volgt luidt. In december 1973 bleek dat er mogelijkheden waren tot behoud van in ieder geval 48 woningen in het bene dengedeelte van de Molenstraat, op basis van het over eind houden van 34 woningen in het bovengedeelte. Er is toen afgesproken dat de leegstaande huizen in het benedengedeelte leeg zouden blijven om als ruil- of schuifobject te worden gebruikt, en dat de lege of on bruikbaar gemaakte woningen in het bovengedeelte zouden kunnen worden betrokken, mits de adspirant- huurders zouden weten dat het hier voorshands een tijdelijke zaak betrof. Er is toen aan de bewonerscom missie om een advies aangaande de bezetting van de ze woningen gevraagd. Daarna zijn die woningen be trokken. Ten aanzien van de onderhavige woning geldt het vol gende. Het bestuur van de woningbouwvereniging St. Joseph was reeds een halfjaar op de hoogte van het vrij komen van dit pand als gevolg van een met de dienst van volkshuisvesting opgezette doorstroming naar gemeentewoningen. Door burgemeester en wet houders is toen de wens uitgesproken dit huis te mo gen benutten voor een woningzoekende van de lijst van woningzoekenden met medische indicatie. Deze kandidaat is lid van de woningbouwvereniging. Zowel de voorzitter als de tweede voorzitter heeft telefo nisch de redelijkheid van dit verzoek beaamd. In een laatste gesprek met de voorzitter, de heer Korte, op 29 augustus, bleek dat de bewonerscommissie er op stond dat een de gemeente tot dusverre onbekende kandidaat in deze woning zou worden ondergebracht. De voorzitter deelde mee dat het bestuur geen besluit 189

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1974 | | pagina 190