goed te vinden, dat zij worden gedetacheerd. De be trokkenen zullen niet alleen op de hoogte moeten worden gesteld. De kwestie van de detachering zal ook met hen moeten worden bepraat. Van de kant van de betrokkenen hebben de fractie wat ongeruste geluiden bereikt. Daarom heeft de fractie ook vragen gesteld. De antwoorden van het college geven geen vol ledige geruststelling. Wil het college toch nog eens met de betrokkenen praten voordat het gesprek met het georganiseerd overleg plaats vindt De aan het georga niseerd overleg deelnemende vakbonden vertegen woordigen weliswaar de belangen van de werknemers, maar spreker meent dat de gemeente ook als werk geefster met de betrokkenen moet gaan praten. De heer VAN POPPELEN merkt op dat ad 2 van het antwoord van het college als volgt begint: „Over hun ambtenaarschap in de zin van de Algemeen Burgerlijke Pensioenwet is overleg gaande met de di rectie van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds". Hoelang is dat overleg al gaande De VOORZITTER zegt liever te willen spreken over plaatsing dan over detachering. In overleg met de wo ningbouwcorporaties is besloten om de detachering een plaatsing te doen zijn. Natuurlijk geschiedt de plaatsing op vrijwillige basis. Wanneer de plaatsing bij de S.S.W. wordt beëindigd, bestaat natuurlijk het recht op terugplaatsing bij de ge meente. Wanneer er op dat moment geen functie vrij is, bestaat uiteraard recht op wachtgeld. Ad 4 merkt het college op: „De betreffende medewerkers zijn van de voorgeno men plaatsing op de hoogte gesteld." Na oprichting van de stichting is er een bijeenkomst geweest waaraan is deelgenomen door al degenen die eventueel bij een plaatsing bij de S.S.W. zouden kun nen zijn betrokken. Toen is medegedeeld, dat er na der met de betrokkenen zou worden gepraat over plaatsing bij de S.S.W. Het college wilde echter eerst van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds de waar borg dat het ambtenaarschap in de zin van de Pen sioenwet zou gehandhaafd blijven. Daarover heeft eni ge correspondentie plaats gevonden. In die correspon dentie zijn de subtiele verschillen tussen detacheren en plaatsen aan de orde gekomen. Juist gisteren is bericht van het A.B.P. gekomen waarin wordt medegedeeld, dat er terzake geen enkele moeilijkheid wordt gezien. Dat betekent dat thans het overleg met het georgani seerd overleg kan worden afgerond. Na de afronding van het overleg in het georganiseerd overleg, kan met de betrokkenen worden gesproken over al dan niet blijven op vrijwillige basis. Wellicht is het in juridische zin nog wel mogelijk om een gemeen te-ambtenaar onvrijwillig ergens te detacheren, maar het college wil dat in ieder geval niet. Het antwoord van het A.B.P. heeft een paar maanden op zich laten wachten. De heer DE WILDE zegt dat het college als eerste het woord detachering heeft gebruikt. Het woord detache ring komt voor in de overeenkomst van 14 mei 1974. In de brief van 4 november jl. wordt gesproken over plaatsing en in de overeenkomst over detachering. De VOORZITTER: Wanneer men die stukken op dit moment zou bekijken, zou men zien dat het woord detachering is vervangen door het woord plaatsing en dat deze wijziging is geparafeerd door alle betrokke nen. De heer DE WILDE: Dan ben ik niet volledig gedo cumenteerd geweest. De VOORZITTER: Dat klopt, want het formele stuk heeft een rondgang gemaakt om alle parafen te verkrij gen. U hebt een afschrift gezien. Van het gewijzigde stuk zijn nog geen nieuwe fotokopieën gemaakt. De heer DE WILDE: Dat neem ik graag van u aan. Voortgaande zegt spreker helemaal te zijn gerustge steld over de kwestie met het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds. Dat is nog niet het geval met betrekking tot de ambte lijke positie van de betrokkenen. Houden zij toegang tot de ambtenarenrechter? De VOORZITTER: Ja. De heer DE WILDE: Dat is een gelukkige omstandig heid. Voortgaande vraagt spreker of er een bepaalde perio de (bijvoorbeeld van één jaar) kan worden afgespro ken. Bepaald zou kunnen worden dat de ambtenaren, wanneer het jaar voorbij is, bij de S.S.W. blijven en dat zij binnen dat jaar te kennen kunnen geven naar de gemeente terug te willen. Voor de betrokkenen is het natuurlijk ook niet gemakkelijk om heen en weer te gaan. De betrokkenen komen onder een ander be voegd gezag te staan. Dat is een situatie die verande ring kan teweegbrengen. De VOORZITTER acht het nuttig om de suggestie van de heer De Wilde te bezien. Zij wil er thans niet ver op ingaan. Uit de tot nu toe gevoerde gesprekken met de betrokkenen is ook niet gebleken, dat men zich daarover zulke geweldige zorgen maakt. De heer VERHEUS vraagt of de participanten - de woningbouwcorporaties - een afschrift kan worden gestuurd van de brief van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds. Dat zou bijzonder op prijs worden gesteld. De VOORZITTER zegt dat een afschrift van de be wuste brief aan de woningbouwcorporaties zal wor den toegestuurd. De stukken worden aangenomen voor kennisgeving, f. Brief d.d. 21 oktober 1974 van mevrouw E. Keizer- Smink inzake de opheffing van de buslijn naar Hees met voorstel de notulen van de raadsvergaderingen van 18 juli en 17 oktober 1974, waarin deze aangele genheid aan de orde kwam, per geleide-brief toe te zenden. De heer VISSER zegt dat het gestelde in de brief in schrille tegenstelling is tot hetgeen de vorige keer na mens het college is gezegd. Toen is gezegd, dat er geen enkele reactie was binnengekomen van Hees-bewo ners. Achteraf blijkt nu, dat er een lijst met handteke ningen is van alle inwoners. Het gaat om een brief van 16 augustus 1974 die kennelijk op 21 oktober jl. op het gemeentehuis is gearriveerd. Is deze brief zo laat aangekomen of ligt de schuld ergens anders? De VOORZITTER merkt op geen duidelijk antwoord te kunnen geven, Uit de brief van 21 oktober jl. van mevrouw Keizer blijkt, dat er op 16 augustus jl. na mens alle bewoners een brief is gestuurd. De gemeen tesecretaris heeft mevrouw Keizer opgebeld met de mededeling, dat de bewuste brief niet is aangekomen. De brief staat niet in het brievenboek, terwijl me vrouw Keizer ook niet het kaartje heeft gekregen waarop staat dat de brief is ontvangen. De betrokken brief is gepost in de buurt van de Den Blieklaan, maar is niet in het gemeentehuis aangekomen.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1974 | | pagina 193