244 Voorstel tot het aangaan van een overeenkomst inza
ke uitbetaling van rente in verband met gesloten
koopovereenkomst met de heer W. Sukel.
245 Voorstel tot verkoop van het perceel Molenstraat 65,
alhier, aan de heer W.A Butzelaar te Soest,
Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder dis
cussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
246 Voorstel tot verkoop van grond, gelegen op de hoek
van de Zoom en de Wieksloterweg O.Z. aan de
P.U.E.M voor de bouw van een 50/10 kV-station.
De heer VAN LOGTENSTEIN zegt in de financiële
commissie vragen te hebben gesteld over de prijs en de
locatie van de grond Ondanks de verkregen antwoor
den meent hij dat de gemeente niet moet beginnen aan
het verkopen van dat stuk grond voor de in het voor
stel vermelde functie.
Het te stichten gebouw is ontsierend. Bovendien is de
grondprijs te laag.
De noodzaak van het gebouw op die bepaalde plaats
ziet hij eigenlijk niet iri, te meer daar de uitbreiding
van het net is gekoppeld aan de verhoogde capaciteits
vraag in het Soesterveen en het industriegebied. Het
verdient aanbeveling te zoeken naar een andere oplos
sing voor het te stichten gebouw.
De heer VISSER merkt op dat in de commissie het
woord bos niet is gevallen. Zondagmiddag is hij ter
plaatse gaan kijken. Hij heeft geconstateerd, dat er on
geveer 3000 bomen moeten worden gekapt voor de
plaatsing van het door de P.U.E.M. gewenste electrici-
teitshuisje. Hij heeft dan ook bezwaar tegen de bouw
van dat electriciteitshuisje In deze tijd kan men het
niet meer maken om midden in het bos een dergelijk
huisje te plaatsen Het is beter een dergelijk gebouw
tje op het industrieterrein te plaatsen. Hij verzoekt
om hoofdelijke stemming.
Mevrouw VAN STIPHOUT-C ROONENBERG zegt
technisch niet goed onderlegd te zijn, maar zij heeft
zich laten verzekeren dat het industrieterrein (dat zij
ook in gedachten had) geen haalbare kaart is voor de
bouw van het electriciteitshuisje.
Wanneer een zo waardevol stuk grond tegen een zo
lage prijs van de hand wordt gedaan, kan de gemeente
de P.U E.M. een paar eisen stellen. Als voorwaarde
zou kunnen worden gesteld, dat de fundering van het
electriciteitshuisje ten minste anderhalf a twee meter
onder de grond wordt gelegd. De geplande hoogte van
het gebouw bedraagt 6,5 m. Wanneer anderhalf a twee
meter van die hoogte kan worden afgehaald, verdwijnt
al een behoorlijk stuk van het gebouw in de grond.
Dat is het minste dat van de P.U.E.M, kan worden ge-
eist.
Mevrouw ALTING-AMBROSIUS merkt op dat het ge
bouw zover mogelijk van de weg dient te komen en
dat er zoveel mogelijk grond moet worden gespaard,
wanneer het niet mogelijk is onder de transactie uit te
komen
De heer DE HAAN zegt dat na overleg met de
P.U E M, het in het voorstel genoemde terrein als
minst bezwaarlijke oplossing uit de bus is gekomen.
Het is noodzakelijk het gebouw te plaatsen. De
P.U.E.M, zal zelf de kosten moeten betalen. Deze
maatschappij heeft de noodzaak van de bouw aange
toond.
Wanneer men het electriciteitshuisje niet op de hoek
Wieksloterweg O.Z. en de Zoom wil plaatsen, rijst de
vraag waar dat gebouwtje dan wel moet komen. De
gemeente moet met dit bouwsel ergens naar toe.
De prijs is op redelijke basis becijferd. Het is niet rede
lijk om die prijs, op grond van welke omstandigheid
ook, omhoog te jagen. Op de grond rust de bestem
ming sportterreinen. Het is dan ook bepaald geen
grond waarvoor een hoge prijs kan worden gevraagd.
Overigens kunnen op dat stukje grond helemaal geen
3000 bomen staan. Wellicht heeft de heer Visser elk
stukje tak en ieder stuk uitgegroeid hakhout boom
genoemd.
Het is van belang dat er een oplossing wordt gevonden
die het mogelijk maakt tussen het gebouw en de weg
een zoom van voldoende dikte te reserveren.
Er zullen wel wat bomen verdwijnen, maar er is ook
alle aanleiding om weer wat aan te planten.
Wanneer men het gebouwtje niet op de in het voorstel
genoemde plaats wil zetten, rijst de vraag waar men
het wel zou willen zetten. Ergens in een woonwijk?
Dat is dan een leuk gezicht voor de mensen uit die
woonwijk. Dan ontstaan er weer problemen.
Er is inderdaad sprake van een heel waardevol stuk
grond, maar ieder stuk grond heeft waardevolle aspec
ten. Spreker heeft niet de indruk dat de P.U.E.M.
met bouwsels als het onderhavige onder de grond wil
gaan zitten. Wanneer dat wel het geval was, zou dat
hier en daar al eens eerder zijn gebeurd. Door verschil
lende oorzaken zou het ondergrondse deel last kunnen
krijgen van water en dat is voor stroom nu eenmaal
een beetje moeilijke zaak.
Er zal zoveel mogelijk groehmoeten worden gespaard.
Er zal ook wat groehmoeten worden ingeplant. Gezien
de specifieke ligging zal met gevoel voor de omgeving
moeten worden gewerkt, waardoor een zo aanvaard
baar mogelijk geheel ontstaat.
Ook het college vindt dat een 50/10 kV-station geen
omgeving sierend bouwsel is, maar naarmate het elec-
triciteitsgebruik van de bevolking toeneemt en de
woonwijken uitdijen zal het gemeentebestuur helaas
niet kunnen ontkomen aan het geven van toestemming
tot het bouwen van dergelijke stations.
Wethouder EBBERS merkt op dat het onmogelijk is
om een dergelijk bouwsel gedeeltelijk onder de grond
te zetten, omdat de transformator moet worden ge
koeld. Er ontstaan koelingsproblemen, wanneer de
transformator geheel of gedeeltelijk onder de grond
staat.
De heer VAN LOGTENSTEIN zegt wel begrip te heb
ben voor het argument „niet mooi, maar wel noodza
kelijk". De functie van het gebouw is hoofdzakelijk
gericht op het industrieterrein. Daarom dient er op
zijn minst op het industrieterrein te worden gezocht
naar een locatie waar dit soort gebouwen kan staan.
Hij geeft de voorkeur aan de overkant van de Ko
ningsweg boven het in het voorstel voorgestelde stuk
bos.
Wanneer de plaats van het bouwsel enige honderden
meters naar het noorden kan worden geplaatst, komt
men al in een meer aanvaardbaar gebied. Daar is een
bebouwing en daar is de natuur allang geschaad.
Voor de door het college voorgestelde plaats bestaan
andere plannen Spreker ziet dan ook echt niet in
waarom aan de wens van de P.U.E.M. moet worden
voldaan.
Het bouwsel zal 6,5 m hoog zijn De P.U.E.M. zal ab
soluut nooit toestaan dat op haar grondgebied enige
bomen verschijnen, want dat zou in strijd zijn met de
eisen die aan dergelijke stations worden gesteld.
Hij ziet nog steeds niet in dat het voorgestelde stuk
195