Het genoegen met betrekking tot het onderhoud van de plantsoenen deel ik in het algemeen wel. Persoonlijk ben ik voor goede gazons, maar ik zou wel iets meer kleur in onze plantsoenen willen. Daarvoor is over het algemeen meer on derhoud nodig, want (vooral grote) gazons zijn gemakkelij ker en meer efficiënt te onderhouden. Ik wil ook nog de aandacht vestigen op post 6.28 (pompen en riolen); de cijfers kan men zelf wel nazien. Ik" beweer dat er in 1975 zeer veel meer zal zijn om te zetten voor'ge meentewerken. Wanneer men die verhoogde omzet vergelijkt met de groei van de dienst gemeentewerken, dan is er mijns inziens geen aanleiding tot ernstige verontrusting. Op bladzijde 42 van het verslag van het onderzoek in de af delingen staat, dat er in 1971 in de sector A 71 ambtenaren in dienst waren, terwijl dat aantal in 1975 tot 75 was ver hoogd. Het aantal B-ambtenaren is van 1971 tot en met 1975 teruggelopen van 138 tot 136. Gelet op de groei van de gemeente gaf de opbouw van het bestand aan medewer kers mijns inziens dan ook geen verontrustend beeld te zien. Wanneer de heer Van Ee zegt dat het verschrikkelijk beroerd is, dat de kosten in de sfeer van salarissen en sociale lasten zo groeien, dan heeft hij natuurlijk duidelijk het inflatie verschijnsel op het oog waaraan wij helemaal niets kunnen doen. Wij weten bij voorbeeld dat de vakantietoelagen sterk zijn toegenomen en wij weten allemaal dat de ambtenaren salarissen de prijsontwikkeling volgen. De salarissen nemen dan ook steeds toe. Het vorengestelde wil niet zeggen dat ik vind dat er nooit aanleiding is om een efficiency-onderzoek in te stellen. Ik heb gezien dat in vroeger jaren de plantsoenendienst is doorgelicht. Een doorlichting behoeft helemaal niet op ne gatieve gronden te gebeuren. Ik meen dat de zaken perma nent moeten worden doorgelicht om te kijken of je wel goed zit. Ik heb echter niet het gevoel dat een doorlichting thans snel op uitdrukkelijk negatieve indicaties moet wor den bevorderd. Ik verklaar mij derhalve beslist niet tegen een efficiency-onderzoek; wanneer dat kan moet er perma nent een efficiency-onderzoek plaats vinden, want wij moeten echt goed opletten dat ons geld op de best moge lijke manier wordt besteed. In het onderhavige geval wreekt zich natuurlijk sterk het feit, dat wij niet over een investeringsplan beschikken. De kapitaallasten die uit het investeringsplan voortvloeien en ook de mate van aan te gane investeringen zijn niet interes sant voor de achterliggende jaren, maar interessant is in dat verband wat de dienst gemeentewerken moet verstouwen in de komende jaren en ik denk dat dat verschrikkelijk veel zal zijn. Ook op dat punt heb ik dan ook echt niet het ge voel, dat wij verkeerd zitten. Ik heb er geen idee van hoe het doorberekeningssysteem in elkaar zit en daarom kan ik ook geen oordeel uitspreken. Het systeem maakt op mij de indruk van een uiterst gecom pliceerd systeem waarbij wordt gestreefd naar een perfectio nisme dat misschien te ver is gegaan. Ik meen echter dat er op zich zelf een doorberekeningssysteem aanwezig moet zijn, zeker bij een dienst gemeentewerken, dat wil zeggen, een bedrijf dat voor de algemene dienst werkt. Voorcalcu latie en nacalculatie moeten plaats vinden. Wanneer de dis cussie zou leiden tot een meer indringend gesprek van een aantal mensen over het systeem van doorberekenen van de kosten van gemeentewerken naar de algemene dienst en naar de verschillende te verrichten werken, ben ik daar meteen voor, want ik heb het gevoel dat op dit punt inder daad een aantal dingen ter discussie staat. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzitter! Bij de algemene beschouwingen hebben wij gesuggereerd dat het misschien goed was om een Benelux met Baarn te ma ken, wanneer Europa in Eemland-verband niet zou tot stand komen. Om verschillende redenen was het college het daarmede niet helemaal eens, maar wij hadden vooral op het oog op praktische punten een samenwerking aan te gaan, waardoor een bezuiniging zou kunnen worden be werkstelligd. Wij dringen erop aan om door een verder sa mengaan bij bijvoorbeeld magazijnen, de plantsoenendienst en andere onderdelen van de dienst gemeentewerken effi ciënter te werken, Wethouder EBBERS: Mevrouw de voorzitter! Terecht heeft de heer De Wilde opgemerkt, dat onder andere in 1974 nog al is bezuinigd op een aantal posten. Mede daardoor is wel licht in de afgelopen jaren een discrepantie ontstaan tussen de omzet en de salarissen, maar ik kan dat niet a la minute beoordelen. Ik wil hetgeen de heer Van Ee en anderen daar over hebben gezegd nog wel eens precies uitspitten. Met sommige woordvoerders ben ik het erover eens, dat de gang van zaken rondom de administratieve verwerking van de gegevens van gemeentewerken nader moet worden on derzocht. Daarmede zijn wij reeds in september jl. begon nen. Wij oriënteren ons op een machine ten einde een snel lere en betere verwerking van de gegevens mogelijk te ma ken. Daarvoor is een investering nodig, maar die zal dan zijn geënt op de totaliteit van de administratie. Het onder zoek heeft plaats gevonden in overleg met het verificatie bureau van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Ook alle andere diensten zijn bij het onderzoek betrokken ge weest. Nagegaan is of het mogelijk is de administratie te centraliseren, overigens met zo veel mogelijk behoud van de zelfstandigheid van de verschillende diensten. Wij willen een administratieve opbouw die efficiënter werkt. Nacalculatie lijkt ook mij altijd van groot belang. Terecht heeft de heer Oldenboom opgemerkt, dat nacalculatie een basis is voor de budgettering, maar de nacalculatie is ook belangrijk voor de controle en de verbijzondering van de kosten naar verschillende diensten toe. Door de nacalcu latie krijgt men kerngetallen die kunnen worden getoetst. De aangesneden materie heeft onze volle aandacht. Wij zijn recent met een doorlichting begonnen. Over de materie kan verder worden gesproken, wanneer er een kredietaanvraag in de raad komt voor de aan te schaffen machine. Boven dien kan deze materie worden besproken in de financiële commissie. Wij doen ons best om de plantsoenen in Soest een levendig karakter te geven. Ik kan mij voorstellen dat de heer De Wilde hier en daar wat meer kleur wil zien en het is waar dat gazons onderhoudsgevoeliger zijn. Wij doen echter wel wat aan het kleur geven aan onze plantsoenen, maar van het budget is het afhankelijk hoever wij kunnen gaan. Ook de ze materie heeft onze aandacht. De plantsoenendienst is erg gevoelig voor hetgeen is opgemerkt, zeker voor de compli menten die zijn gemaakt. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik meen dat wethou der Ebbers duidelijk heeft uiteengezet hoe wij op het ogen blik bezig zijn op het gebied van het personeelsbeleid; wij hebben bepaalde machines nodig en het centraliseren en het decentraliseren moeten tegen elkaar worden afgewo gen. Ik ben het ook niet helemaal eens met de heer Van Ee die het tijd schrijven helemaal weg wil hebben. Ik meen dat dat nooit helemaal zal kunnen, want gemeentewerken heeft bijvoorbeeld voor onderwijs een heleboel te doen en wat er wordt gedaan zal duidelijk op een rijtje moeten ko men. Ik denk echter dat de opmerking van de heer Van Ee terzake ook niet zo radicaal was bedoeld. De heer VAN EE: Je moet vaak shockeren om een ge dachte over te brengen. Natuurlijk zal er hier en daar tijd 244

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1974 | | pagina 245