naar de politiepost gaat om een oplossing te vragen dan in
Soest het geval is.
Terecht heeft de heer De Wilde gezegd, dat er diverse oor
zaken zijn waardoor het geweld en de agressie kunnen toe
nemen en dat de maatschappij in dezen op andere wijze
een taak heeft. Min of meer in dit verband heeft de heer
Visser eraan herinnerd, dat het crossen verboden is (naar ik
meen niet ten onrechte, want het crossen is bijzonder hin
derlijk voor de omgeving). Tot onze teleurstelling zijn wij
er niet in geslaagd om een terrein in ons bezit te krijgen dat
onzes inziens geschikt was voor het crossen, omdat het cros
sen op dat terrein voor geen enkele bewoner geluidsoverlast
zou hebben opgeleverd. Het is uitermate moeilijk om in on
ze dichtbevolkte omgeving een geschikt terrein te vinden.
Het zoeken naar een terrein wordt wel voortgezet, want wij
begrijpen best dat er jongelui zijn die van het crossen kun
nen opknappen.
In vergelijking tot andere plaatsen in het westen van het
land (in het bijzonder de grote steden) verkeert Soest wat de
geweldsdelicten betreft in een gunstige positie. Men kan ge
lukkig niet zeggen dat er in Soest grote geweldsdelicten
plaats vinden. Nog niet zolang geleden hebben wij in Soest
echter een zaak gehad die erg uit de hand had kunnen lo
pen, nl. de roofoverval op de Chinese restaurateur. In dat
geval stond de politie binnen een paar seconden op de stoep.
Ons politie-apparaat is altijd erg vlug; wanneer een patrouil
lewagen net in de buurt is van de plek waar iets gebeurt kan
de tijd uiteraard erg kort zijn. Tijdens die roofoverval was
op het politiebureau nog een aantal mensen van de recher
che aanwezig, omdat zij met een heel andere moeilijke zaak
bezig waren. Dat was een toevallige omstandigheid die er
aan medewerkte, dat het politie-apparaat nog effectiever
kon optreden dan normaal mag worden verwacht
Ik heb de laatste tijd nogal eens met bepaalde politiemensen
gesproken, waardoor ik heb gehoord wat er in grotere steden
en in kleinere plaatsen (dicht bij de grote steden) gebeurt.
Uit die mededelingen heb ik de conclusie getrokken, dat wij
in Soest van een betrekkelijke rust kunnen spreken. Er is
dan ook geen reden tot bijzondere zorg.
Er is wel reden tot zorg, omdat een korps van 62 man voor
een gemeente als Soest duidelijk veel te klein is. Van die 62
mensen zijn er 20 bezig met nifet geüniformeerde dienst: re
cherche, algemene zaken, vreemdelingendienst en dergelijke.
Dat betekent dat wij een kleine 40 mensen overhouden
voor de geüniformeerde dienst. In verband met de vrije da
gen moeten wij dat aantal door vijf delen, hetgeen betekent
dat wij maximaal acht mensen per dag (niet gedurende 24
uur) beschikbaar hebben en dat is gewoon te weinig.
De heer DE WILDE: Wat zoudt u optimaal vinden voor on
ze gemeente?
De VOORZITTER: Dat vind ik een heel moeilijke vraag
waarover ik graag eerst overleg zou willen plegen. Wij zou
den erg blij zijn, wanneer wij nog 20 mensen meer hadden.
Daarover wordt ook op hoger niveau gesproken, maar ik
word er wel eens een beetje beroerd van dat de besprekin
gen daarover altijd zo verschrikkelijk lang moeten duren. Er
wordt al heel lang gepraat over uitbreiding van het politie
apparaat. Zoals bekend hebben de grote steden al wat extra
gekregen, maar de uitbreiding is mondjesmaat. Daarenboven
weet ik dat het voor een gemeente als de onze bijzonder
moeilijk is om ook maar enige vermeerdering te krijgen. De
ze zaak wordt bestudeerd en wij wachten het resultaat van
die studie maar weer af. Op hoog niveau is men er wel van
overtuigd, dat het relateren van de politiesterkte aan het
aantal inwoners ook een soort van gok is en dat ook andere
elementen moeten meespelen om te bepalen hoe groot een
politiekorps moet zijn.
Voor volgend jaar hebben wij een wijziging van de A.P.V.
aangekondigd. Ik meen dat de grootste stukken van de ma
terie al langzamerhand door middel van wijzigingen in de
huidige verordening zijn verwerkt. Nog maar kort geleden
hebben wij een model-verordening gekregen van een naar
ik meen provinciale commissie en die model-verordening
moeten wij nog bestuderen. Op dit moment wil ik mij lie
ver niet wagen aan een concreet antwoord terzake. Het zal
bekend zijn dat wij eigenlijk altijd aan de hand van model
verordeningen werken, want dan behoeven wij niet alles
zelf uit te vinden en dan is het mogelijk om te zien wat er
voor speciale dingen voor de eigen gemeente nodig zijn.
De stukken met betrekking tot de gewijzigde bepalingen in
de A.P.V. inzake het parkeren van vrachtwagens in de be
bouwde kom zijn uit en waarschijnlijk staat daarover van
daag een bericht in de Soester krant. Dat betekent dat het
parkeren van vrachtwagens binnen de bebouwde kom bin
nen een paar weken duidelijk strafbaar zal zijn. De bepalin
gen gelden voor Soesterberg en de kom van Soest, maar
nog niet voor het Soesterveen, omdat de wijk Soesterveen
nog geen bebouwde kom is, maar waarschijnlijk zullen wij
de raad in februari 1975 voorstellen daarin wijziging te
brengen. De wijk Soesterveen zal derhalve eerst moeten
worden opgenomen in de bebouwde kom.
De heer OLDENBOOM: Hoe doet u dat?
De VOORZITTER: In de politieverordening dient dan een
nieuwe omschrijving te komen van de bebouwde kom. Die
nieuwe omschrijving moet nog worden gemaakt.
De heer VAN LOGTENSTEIN: Wat bedoelt u exact met
het Soesterveen?
De VOORZITTER: Met het Soesterveen bedoel ik de wij
ken Klaarwater en Smitsveen en wat verderop ligt. De wijzi
ging moet nog worden gemaakt en daaraan hebben wij eer
lijk gezegd tot nu toe niet gedacht. Dat betekent derhalve
dat het bepaalde in de A.P.V. nog niet kan gelden voor het
Soesterveen.
De heer OLDENBOOM: Dus in het Soesterveen mag ook
nog harder dan 50 km worden gereden?
De VOORZITTER: Neen, dat is een andere kom, genoemd
in het wegenverkeersreglement.
Dames en heren. De heer Van Aalst heeft zich feitelijk afge
vraagd of de verordening wel waterdicht is, omdat de opleg
gers nu worden afgehaakt, waarna met de grote vrachtwa
gen het dorp wordt ingereden. In de verordening wordt ge
sproken over voertuigen met een lengte van 6 m. Ik weet
niet hoever wij dan komen. Gaat het dan goed?
De heer VAN AALST: Zij zijn korter!
De VOORZITTER: Dan zullen wij deze zaak nog eens
moeten bekijken. Daaruit blijkt dat er altijd weer mazen in
het net zijn te vinden. Wij zullen moeten bekijken welke
lengte wij dan in de verordening moeten opnemen; de leng
te mag echter niet te kort worden, want dan zouden er ook
geen particuliere auto's meer mogen worden geparkeerd
binnen de bebouwde kom. Ik verzoek de raad deze zaak
verder aan het college over te laten.
De heer VAN AALST: U kunt in de verordening misschien
iets zeggen over de wieldruk of de breedte van de vrachtwa
gen.
De VOORZITTER: Wij zullen deze materie eens bekijken,
want wij moeten wel bedenken dat de Hoge Raad ook niet
alles goed vindt.
Wij dachten dat wij het zo mooi voor elkaar hadden, maar
daaruit blijkt weer dat het leven dikwijls tegenvalt.
De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! Met uw hel
der en uitvoerig antwoord ben ik zeer tevreden, want u
258