dat er bijv. op de gemeentesecretarie vier mensen zijn
weggegaan en dat het werk dat zij deden, in het ver
volg op een afdeling van gemeentewerken wordt ge
daan, dan betreft dat een reorganisatie die uit de
functiebeschrijving is voortgevloeid. Maar spreekster
verwacht hiervan geen spectaculaire reorganisatie op
een personeelsbestand van 400 mensen.
De heer LEVINGA zou graag weten of de aangewe
zen ambtenaar gerechtigd en in staat is om de taken
van alle ambtenaren, van hoog tot laag, door te lich
ten.
De VOORZITTER antwoordt dat dat inderdaad het
geval is. Alle ambtenaren, niet één uitgezonderd, zo
gezegd tot en met de directeur van gemeentewerken,
hebben een formulier (dat ook in het georganiseerd
overleg aan de orde is geweest) ingevuld. Er zijn ver
schillende systemen, maar in Soest is het zo gedaan,
dat ieder persoonlijk daarop heeft ingevuld wat hij
meent te doen, met andere woorden: wat er naar zijn
mening in zijn functie zit. Het merkwaardige is dat
iemand anders die dat eventueel moet beoordelen,
daarover anders kan denken. Wanneer men de desbe
treffende gegevens van een hele afdeling heeft, kan
men daar uit al conclusies trekken met betrekking tot
de vraag of de afdeling goed in elkaar zit. Als bijv.
drie mensen van één afdeling opschrijven, dat zij zich
bemoeien met de artikel-19-procedure, dan geeft dat
al gauw te denken. Zo kunnen er allerlei dingen uit
worden gehaald..Dat is geen zaak van vandaag of mor
gen. Er zijn verschillende systemen om de 400 formu
lieren tegenover elkaar af te wegen. Het college ver
wacht dat men daaruit met een heel panel een dertig
tal functies zal halen, dat daaraan de andere functies
zullen worden gerelateerd en dat daarvan uitgaande
het personeelsbeleid langzamerhand kan worden op
gebouwd. Spreekster heeft het gevoel dat het een jaar
of vijf zal duren voordat men kan zeggen: Nu hebben
wij alles zo, dat wij er ook verder mee kunnen werken.
Volgens de berekening van het college is er ongeveer
f. 35.000,- nodig om met behulp van deskundige in
breng van buitenaf een en ander zodanig op een rijtje
te krijgen, dat men het verder zonder deskundige in
breng van buitenaf kan stellen.
De heer VERHEUS meent dat de heer Van Ee terecht
heeft gevraagd om een soort verslag van de ervarin
gen met de functiewaardering en een daaruit eventueel
voortvloeiende reorganisatie, zodat de raad enigszins
inzicht in de hele materie zal hebben. Spreker kan zich
voorstellen dat het georganiseerd overleg, dat bij de
zaak betrokken is (want functiebeschrijving en taak-
waardering geven bij het personeel altijd een klein
beetje aversie), hetzelfde gevraagd zou hebben. Hij
vraagt zich af of het erg bezwaarlijk is om de raad van
een en ander op de hoogte te brengen.
De VOORZITTER zegt dat dat niet bezwaarlijk is.
De raad mag er alles van horen. Spreekster kreeg alleen
een ogenblik de indruk, dat de heer Van Ee dacht dat
er voor de f. 35.000,- een dik rapport, een soort van
reorganisatierapport zou worden uitgebracht.
De heer VAN EE zegt dat hij dat niet heeft gedacht.
De VOORZITTER merkt op dat de raad nu al een
soort resumé kan krijgen van wat er tot nu toe ge
beurd is.
Er zijn ongeveer twintig personeelsbijeenkomsten ge
weest, die zijn geleid door de meerbedoelde ambte
naar die een cursus van de V.N.G. heeft gevolgd. Op
die bijeenkomsten, waarop iedere keer ongeveer 20
personeelsleden aanwezig waren, is uitgelegd wat er
zou gaan "gebeuren en hoe het zal gaan gebeuren. Ook
het eerderbedoelde formulier, dat niet zo erg gemak
kelijk in te vullen is, is op al die bijeenkomsten be
sproken.
De formulieren zijn inmiddels ingevuld en ingeleverd.
Er is gesproken met het georganiseerd overleg, waarin
men met betrekking tot de vraag hoe de formulieren
zouden moeten worden beoordeeld een andere ziens
wijze had dan de oorspronkelijke zienswijze van het
college. Heel binnenkort zal het college met de des
kundige van de V.N.G., die door het college al een
paar keer is geraadpleegd zonder dat de raad daarvoor
een bedrag gevoteerd had (als de raad het nu gevraag
de krediet niet voteert, kunnen de reeds gemaakte
kosten, die nog niet zo hoog zijn, wel uit iets anders
worden betaald), overleggen, omdat er in het georga
niseerd overleg een nieuw gezichtspunt naar voren is
gekomen.
De raad kan er informatie over krijgen; het college wil
er best een notaatje over schrijven. Maar een hele no
ta personeelsbeleid, waar ook anderen wel om hebben
gevraagd, hebben wij niet geschreven, aldus spreekster,
want wij kunnen er tien uit het land nemen en als we
dan de naam Goes of Zwolle doorstrepen en er Soest
voor in de plaats zetten, kunnen wij een prachtige no
ta personeelsbeleid leveren, aangezien het overal het
zelfde is.
Als de raad de gevraagde f. 35.000,- voteert, zal het
college de raad ervan op de hoogte houden wat ervan
uitgegeven wordt.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
44 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet
voor het treffen van voorzieningen aan een aantal
wegen in diverse complexen van het grondbedrijf.
Mevrouw KORTHUIS-ELION vraagt of het de bedoe
ling is, dat in de, in het voorstel genoemde, complexen
alleen de slechte stukken wegdek en trottoir worden
verbeterd dan wel het een gebruik is, dat bepaalde
straten bij wijze van spreken drie keer worden opge
broken voordat de exploitatie definitief wordt beëin
digd. Zij vraagt dit omdat zij een tijd geleden de in
druk kreeg, dat van enkele straten het wegdek, ter
wijl dat toch keurig leek, opgebroken en gewoon
weer ingelegd werd.
Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT
zegt dat het hier niet iets dat normaal in het wegen-
onderhoud zit, maar een afronding van de aanleg
van enige complexen betreft.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Wil dit zeggen dat het
wegdek een paar keer opnieuw gelegd moet worden?
Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT:
Wat niet nodig is gebeurt ook niet.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Ik meen dat het een
vorige keer wel gebeurd is. Maar het is dus zo, dat als
een wegdek er goed uitziet, het niet wordt opgebro
ken?
Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT:
Ja. Voor het opbreken dat u een vorige keer gezien
heeft, zal wel een reden zijn geweest. Ik kan mij niet
voorstellen dat men een wegdek openbreekt terwijl
dat niet nodig is.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: We zullen het in de
gaten houden.
30