b. Brief d.d, 20 maart 1974 van de B.V. Bouwmaat
schappij W. Uyland, inhoudende het verzoek om in
aanmerking te mogen komen voor grond in Klein En-
gendaal, Overhees en/of Egghermonde, met het voor
stel deze brief in handen van burgemeester en wet
houders te stellen ter afdoening.
De heer HOEKSTRA neemt aan dat de betrokken
bouwmaatschappij een brief zal worden geschreven of
dat met haar zal worden gesproken. Hij verzoekt de
bouwmaatschappij dan tevens te wijzen op een huis
aan de Schoutenkampweg. Het gaat om de helft van
een dubbele woning. De ene helft is eigendom van de
ze bouwmaatschappij. Het verkeert reeds een paar
jaar in een buitengewoon vervallen toestand. Het is
haast een bouwval. Wanneer de woning wordt her
steld, kan er weer een gezin fatsoenlijk in wonen.
De VOORZITTER meent dat de kwestie van die wo
ning door het college al eens met die bouwmaatschap
pij is besproken. Burgemeester en wethouders zullen
dit punt graag nog eens aanroeren.
De heer LEVINGA zegt akkoord te gaan met de wij
ze van afdoening, maar kan iets worden medegedeeld
over de wijze waarop de brief zal worden afgedaan?
Is er een kans dat de bouwmaatschappij in staat
wordt gesteld grond te kopen?
De heer VAN EE gelooft dat de heer Levinga een heel
belangrijk punt heeft aangeraakt. Wat is het beleid
van het college in dezen? Zal er grond aan de bouw
maatschappij worden aangeboden of zal er grond wor
den aangeboden aan particulieren die daarna kunnen
beslissen of zij de hulp van de bouwmaatschappij wil
len inroepen?
De fractie meent dat er eerst moet worden gedacht
aan de koper-zelfbewoner. Deze kan daarna naar vrije
keuze een aannemer kiezen. Het verdient geen aanbe
veling om de bouwgrond in Soest uit te verkopen aan
een stel ondernemingen.
Het afgelopen jaar is gebleken dat er bij particulieren
bijzonder veel vraag naar grond is. In de gemeente
aanwezige stukken grond moeten dan ook tegen rede
lijke prijzen aan de inwoners te koop worden aange
boden. Het verdient aanbeveling dat het college zich
duidelijk uitspreekt over deze materie.
De heer VAN POPPELEN meent dat er gronden moe
ten worden toegewezen aan bouwmaatschappijen en
aan particulieren. Het is van groot belang dat er ter
reinen worden aangewezen voor particuliere woning
bouw, zodat iedereen zelf kan bepalen wat er moet
worden gedaan. Het gevolg van het bouwen van indivi
duele woningen is meestal dat de Soester aannemers
goed aan hun trekken komen.
Ook moet worden bekeken welke mogelijkheden er
zijn, wanneer bouwterreinen beschikbaar worden ge
steld aan bouwmaatschappijen.
Spreker heeft zich afgevraagd welke gevolgen de
bouw door particulieren of door bouwmaatschappijen
heeft voor de doorstroming. Uit de resultaten voor
de doorstroming blijkt, dat er door particulieren moet
worden gebouwd en door bouwmaatschappijen. In
Soest wordt een aantal woningen gebouwd door het
Bouwfonds. Voor de te bouwen woningen waren 331
belangstellenden. Zij zijn in te delen in verschillende
categorieën. De belangrijkste categorie wordt gevormd
door de inwoners van Soest die een gesubsidieerde
woning vrijmaken. Een andere belangrijke categorie
wordt gevormd door de inwoners van Soest die niet
over een zelfstandige woning beschikken. Van de 82
toe te wijzen woningen zullen er 69 worden bezet
door mensen die een huurwoning achterlaten. In 33
gevallen gaat het om een woning met een huur lager
dan f. 250,- per maand. Deze vrijkomende woningen
met een lage huur zijn voor de doorstroming uiterma
te belangrijk.
Het gemeentelijk beleid zal erop gericht moeten zijn
om bouwterreinen vrij te maken voor de particuliere
woningbouw, terwijl er ook grond beschikbaar moet
zijn voor de bouw van kleine complexen koopwonin
gen. Daardoor zal de doorstroming worden bevor
derd. Het is van groot belang dat het college op korte
termijn probeert meer bouwterreinen ter beschikking
te krijgen. Daarop is al vaker aangedrongen.
De VOORZITTER: Het college doet toch niet an
ders? Ik vind zo langzamerhand dat u een enorme
kapstok gebruikt. Aan de orde is een brief van een
bouwmaatschappij, terwijl de heer Van Poppelen bezig
is het gehele bouwbeleid onder de loep te nemen.
De heer VAN POPPELEN zegt dat de betrokken bouw
maatschappij om bouwgrond vraagt, zodat zijn betoog
wel terzake is.
De fractie is nieuwsgierig naar het antwoord van het
college aan de bouwmaatschappij. In dit verband is
het belangrijk dat er vanuit de raad suggesties wor
den gedaan. Zowel het een als het ander moet gebeu
ren.
De VOORZITTER: Ja, zoals het in Soest ook gebeurt.
Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT
zegt dat de heer Uyland toevallig zijn brief aan de raad
heeft gericht. Dergelijke brieven komen dagelijks bij
het college binnen. Zij zijn dan alleen aan het college
gericht. Allerlei bouwmaatschappijen uit het gehele
land - particuliere aannemertjes en grote maatschap
pijen - bieden te kust en te keur woningen aan. Zij
krijgen allemaal een keurig briefje waarin staat, dat er
op het ogenblik in Soest geen bouwgrond te vergeven
is en dat hun aanvraag op een grote stapel komt te lig
gen (daaraan kunnen zij geen enkel recht ontlenen).
Die aanvragen worden bewaard voor het geval de ge
meente iemand nodig heeft.
Al die aanvragen hebben in het geheel geen invloed op
de bebouwing van de kavels die zijn aangewezen voor
particuliere bouw. Het zou dwaasheid zijn om die ka
vels uit te geven aan aannemers. Bij de selectie wordt
er ook goed op toegezien, dat er niet stiekem aanne
mers zijn die door bijv. het aanmelden van kinderen
de kans krijgen een huisje te zetten. Bedoelde kavels
zijn uitsluitend bestemd voor de particulier die een
woning naar eigen smaak wil laten bouwen. Het is na
tuurlijk heel goed denkbaar dat zo'n bouwmaatschap
pij een huis gaat bouwen voor een particulier. Dat
mag best, maar de bouwmaatschappij krijgt geen grond
die voor particulieren bestemd is.
De aanvraag van de bouwmaatschappij W. Uyland
komt te liggen op de stapel aanvragen die wij reeds
hebben.
Het feit dat er aan de Schoutenkampweg een woning
staat die niet is afgebouwd, is niet bepaald een aanbe
veling voor de bouwmaatschappij W. Uyland.
De VOORZITTER meent dat er met de bouwmaat
schappij is gecorrespondeerd over die woning.
Het stuk wordt gesteld in handen van burgemeester en
wethouders ter afdoening.
c. Brief d.d. 29 maart 1974 van het ministerie van
cultuur, recreatie en maatschappelijk werk waarbij het