P
ie
t
Ld
de
ooi
it-
:rd".
oot
lom);
;ing
ooi
:t
bij-
.an
e-
n.
oi
ik
:n.
hun
het
pt.
ro-
iat
lij
raad
om
iet
ge
itel
nu-
Tegen gestemd hebben de leden: Oldenboom, Van
Logtenstein, Verheus, Ebbers, Stam, Smit, mevrouw
Alting-Ambrosius, Van Vloten, Hoekstra, De Groot,
Dijkstra, Grift, Van Poppelen, mevrouw Walter-Van
der Togt, Storimans, Levinga en Blaauw.
Voor hebben gestemd de leden: Joosten, Korte,
Detmar, Van Ee, mevrouw Oranje-Entink, mevrouw
Korthuis-Elion en Jonker.
De VOORZITTER zegt dat er thans kan worden ge
handeld zoals zojuist is afgesproken. De heer Pot
hoven c.s. zal worden gevraagd wat zij precies
van plan zijn. Het college zal mededelen dat de ge
meente, wanneer dat hard nodig mocht zijn, eventueel
financiële hulp zal verlenen.
Wanneer het ding is hersteld en er beesten in zijn op
genomen, zal er toch sprake zijn van een soort mo
nument.
De heer VAN POPPELEN merkt op dat de beesten
ook moeten worden verzorgd. Wanneer dat niet ge
beurt, zal er sprake zijn van dierenmishandeling. Men
zal de consequenties van het plaatsen van dieren in de
schaapskooi goed moeten overwegen.
De VOORZITTER meent dat dat duidelijk is. Het
geen de heer Van Poppelen bedoelt zit besloten in de
vraag wat de heer Pothoven c.s. met de schaapskooi
van plan zijn te doen. Zij is ervan overtuigd dat de
heer De Groot nooit dieren zal aanbieden, wanneer
hij niet zeker weet dat die beesten een optimale ver
zorging krijgen. Voor dat punt is zij op zich zelf dan
ook niet zo bang.
Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT:
Ik denk dat de heer De Groot een tweede kinderboer
derij wil!
Met betrekking tot het stuk wordt hierna besloten
overeenkomstig hetgeen daaromtrent door de voor
zitter in laatste instantie is voorgesteld.
g. Besluit d.d. 27 februari 1974 van gedeputeerde
staten tot gedeeltelijke goedkeuring van het bestem
mingsplan „Industrieterrein Soesterberg".
Dit besluit wordt aangenomen voor kennisgeving.
h. Jaarverslag van de Regionale Muziekschool Amers
foort over het cursusjaar 1971-1972 met het voorstel
dit voor kennisgeving aan te nemen.
De heer HOEKSTRA zegt dat er sprake is van een
jaarverslag 1971-1972. In het jaarverslag staat nergens
wanneer het is uitgekomen. Inmiddels is ook het cur
susjaar 1972-1973 alweer achter de rug. Het is onzin
nig om op dit moment nog vragen te stellen over het
jaarverslag 1971-1972. Hoe komt het toch dat het
jaarverslag van de muziekschool zo verschrikkelijk laat
verschijnt? Wanneer er sprake zou zijn van het jaar
verslag 1972-1973, zou spreker zeggen akkoord. Het
cursusjaar 1973-1974 is alweer begonnen.
De heer DETMAR merkt op dat op pagina 3 wordt
gesteld, dat de begroting in het boekjaar 1971-1972
niet werd overschreden. De begroting bedroeg
f. 809.920,-, terwijl de rekening f. 850.180,- bedraagt.
Dat betekent dat er sprake is van een overschrijding
met f. 40.188,—. Hoe is dat mogelijk?
Wethouder DIJKSTRA zegt dat niet zo eentweedrie
kan worden medegedeeld waarom het jaarverslag 1971-
1972 zo laat is verschenen. Het jaarverslag van de
muziekschool komt ieder jaar laat uit. Vermoedelijk
heeft de administratieve staf slechts weinig tijd ter
beschikking. Daarvoor wordt leentjebuur gespeeld bij
de Amersfoortse gemeentediensten.
Het college heeft het betrokken jaarverslag kort ge
leden - ongeveer anderhalve maand - ontvangen.
De heer HOEKSTRA: Wij krijgen toch de volgende
vergadering het jaarverslag 1972-1973
Wethouder DIJKSTRA: De volgende vergadering?
De VOORZITTER vraagt of men het goed vindt dat
de vraag over het verschil tussen begroting en reke
ning tijdens de volgende raadsvergadering zal wor
den beantwoord, want het is mogelijk dat de reden
van het verschil tussen begroting en rekening moet
worden nagevraagd.
De heer JONKER: Dat is een voortreffelijk idee. Dan
kan men misschien tegelijk vragen waarom de jaarver
slagen zo laat verschijnen.
De heer JOOSTEN meent uit het verslag te hebben
begrepen, dat er niet alleen hogere uitgaven zijn ge
weest, maar ook hogere inkomsten. Zijns inziens is
er geen tekort.
De heer DETMAR: Neen, daar gaat het niet over.
De VOORZITTER zegt dat de vragen zijn genoteerd.
Het college zal zich in verbinding stellen met de
Amersfoortse muziekschool. De volgende keer zal na
der op de vragen worden ingegaan.
Het stuk wordt aangehouden,
i. Brief van het bestuur van de Stichting Openbare
Leeszaal en Bibliotheek waarin dank wordt gezegd
voor het beschikbaar stellen van het presentiegeld
van de raadsleden voor het aanschaffen van nieuwe
boeken.
Dit stuk wordt aangenomen voor kennisgeving,
j. Brief d.d. 1 maart 1974 van de heer H.J. Bakker te
Soesterberg betreffende de huurverhoging per 1 april
1974 met voorstel te antwoorden conform de ter in
zage gelegde ontwerp-brief.
De heer GRIFT zegt dat uit de brief van de heer Bak
ker blijkt, dat deze ernstig bezwaar maakt tegen het
achterstallige onderhoud in de door hem bewoonde
woning. Daarom is de heer Bakker niet bereid de op
gelegde huurverhoging te betalen. In de concept-brief
wordt de heer Bakker medegedeeld hoe deze moet
handelen, maar dat is hem wel bekend.
In januari jl. is een rapport met betrekking tot groot
onderhoud aan woningen besproken. Het valt te be
treuren dat er nog geen overleg heeft plaatsgevonden
met de bewoners van de woningen die in 1975 zullen
worden opgeknapt. Een dergelijke gang van zaken
heeft tot gevolg, dat de mensen ontstemd raken. Het
verdient aanbeveling dat dat overleg zo spoedig moge
lijk plaatsvindt. Zowel in Soest als in Soesterberg vra
gen veel mensen zich af wanneer dat overleg nu plaats
vindt, want het rapport is allang uit. Door een spoedi
ge aanpak van dat overleg zal verdere ontstemming
onder de bewoners kunnen worden voorkomen.
De heer LEVINGA herinnert eraan reeds in de finan
ciële commissie te hebben opgemerkt, dat het ge
woon niet netjes is om de huren te verhogen nu er
zo'n ernstige achterstand in het onderhoud is. In dat
geval mag een particuliere eigenaar de huren niet ver
hogen, dus de gemeente ook niet.
De heer DE GROOT sluit zich aan bij hetgeen door
de heer Levinga is gezegd. Er moet - in afwachting
van de uitvoering van de voorgenomen restauratie- en
verbeteringsplannen - nog niet tot verhoging van de
huren worden overgegaan.
De heer JOOSTEN zegt dat het gemeentebestuur re-
73
