De heer VAN POPPELEN: Neen.
De VOORZITTER: Wij hebben dan blijkbaar iets
verzuimd, te doen. Er is een brief van de directeur ge
meentewerken uitgegaan waarin wordt gezegd, dat de
heer De Bos of hij zelf bereid is om mededelingen te
doen aan de Kerkpadbewoners, wanneer er nog vragen
zijn. Wanneer ook dat weer verkeerd overkomt, wordt
het leven wel verschrikkelijk moeilijk.
De heer VAN POPPELEN: Nu draaien wij naar ik
meen een klein beetje om de zaak heen.
De VOORZITTER: Neen.
De heer VAN POPPELEN meent dat de commissie
Kerkpadbewoners gepikeerd is door het feit, dat uit
de krant moest worden vernomen dat er leges moet
worden betaald voor een ontheffing. In de brief van
de directeur gemeentewerken wordt met geen woord
over leges gerept. Waarom is daarover niet met de be
woners gesproken? Dat is de communicatiestoornis.
Wanneer er alsnog met de commissie Kerkpadbewoners
wordt gesproken, is de hele zaak van de baan.
De VOORZITTER: Dat dacht ik ook.
De heer DE GROOT vraagt of het bedrag van f. 24,—
overeenkomstig met de kostprijs van de dienstverle
ning is of dat er sprake is van een bepaalde vorm van
belasting.
De VOORZITTER zegt dat het bedrag een tegemoet
koming in de kosten is. Jaarlijks zullen er andere vig
netjes komen om te voorkomen dat ook degenen die
niet meer aan het Kerkpad wonen, nog met een vig
net kunnen blijven rijden. Er zal ook controle moe
ten zijn. Voor een bedrag van f. 24,- zal men voor
eeuwig naar zijn huis aan het Kerkpad kunnen gaan.
Het zal dan ook iedereen duidelijk zijn dat er slechts
sprake is van een tegemoetkoming. Ook voor een
bouwvergunning moet leges worden betaald. Waar
schijnlijk zijn er echter in het verstrekken van die
bouwvergunning veel meer diensturen gaan zitten dan
aan leges voor de bouwvergunning wordt betaald. Er
is derhalve sprake van een tegemoetkoming voor
diensten door de gemeente bewezen. De voor deze
diensten gemaakte kosten moeten niet ten laste van
de totale gemeenschap worden gebracht, maar ten las
te van de mensen aan wie die diensten worden ver
leend, Zo moet men de gehele legesverordening zien.
De te betalen leges mag natuurlijk nooit boven de
kosten uitkomen, maar dat is niet het geval.
Wanneer iemand twintig jaar aan het Kerkpad woont,
kan hij twintig jaar lang over een fietspad naar zijn
huis rijden voor f. 24,-. Dat is toch niet zo duur.
De heer JONKER meent dat een aantal bewoners na
uitleg door de gemeente zal zeggen: „Gooi het maar
in mijn pet, want die f. 24,- moet ik blijkbaar toch
betalen." Het gaat om plus minus 170 mensen, dit
wil zeggen om een bedrag van ongeveer f. 4.000,-.
Het valt te betreuren dat het gemeentebestuur voor
zo'n flutbedrag de stemming wil bederven. Dat is on
juist, De fractie van D'66 is tegen het heffen van leges
aan de bewoners van het Kerkpad. Er moet worden
gezocht naar een andere manier om die bewoners ont
heffing te verlenen.
De bewoners hebben bij de reconstructie van het
Kerkpad deskundige bijstand verleend. Er zijn allerlei
suggesties gedaan over het leggen van kabels e,d.
Wanneer deze materie door een ingenieursbureau was
uitgezocht, had de gemeente vele duizenden guldens
meer moeten betalen. Als tegemoetkoming kan de ge
meente de te betalen leges best laten vallen.
De VOORZITTER gelooft dat het uitermate moeilijk
is om bepaalde mensen uit te sluiten van het betalen
van leges, want op het gebied van de belastingheffing
zijn privileges niet toegestaan. Dat staat zelfs in de
Grondwet. Het lijkt haar dan ook uitermate moeilijk
om een ontheffing voor speciaal de Kerkpadbewoners
te maken. Dat lijkt haar een juridisch moeilijke zaak.
In de notulen zal worden aangetekend dat de beide
leden van de fractie van D'66 niet instemmen met het
feit dat op een goed moment de Kerkpadbewoners
leges zullen moeten betalen, wanneer zij om een ont
heffing vragen.
Het college zegt toe dat de totale problematiek nog
met de commissie Kerkpadbewoners zal worden be
sproken.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna ingestemd
met de door de voorzitter naar voren gebrachte ge
dachten.
De heren Jonker en Joosten krijgen op hun verzoek
aantekening in de notulen, dat zij zich met de geno
men beslissing niet hebben verenigd.
De VOORZITTER spreekt hierna als volgt:
Dames en heren! De agenda is thans afgehandeld,
maar wij moeten nog afscheid nemen van een van on
ze leden.
Mijnheer Joosten! Vorig jaar februari bent u pas bij
ons gekomen. Het moet niet gemakkelijk zijn geweest
om halfweg de rit binnen te stappen. Het is altijd
moeilijk om midden in de rit binnen te komen. De an
deren zijn al een paar jaar samen bezig en men is aan
eikaars jargon gewend; Wanneer je je daar plotseling
bij moet aanpassen, kan dat in het begin wel eens
tot communicatiestoornissen leiden.
Ik heb het gevoel dat u, mijnheer Joosten, ons in het
begin wel eens als een wat te formalistisch gezelschap
hebt beschouwd. Misschien hebt u toch ook langza
merhand ingezien dat wij soms helaas een gemeente
wet hebben en dat wij soms helaas ook een reglement
van orde hebben.
Toen u zich eenmaal een beetje thuis begon te voelen
hebt u zich ontpopt als een bijzonder waardevol lid
van de raad die over heel veel zaken het woord heeft
gevoerd, soms tot grote tevredenheid van het college,
terwijl het ook is voorgekomen, dat het college uw op
vattingen niet kon onderschrijven. Maar ook dat is
nuttig in een gemeenteraad.
Wij danken u voor wat u in dat dikke jaar hebt gedaan.
U gaat nu naar Dodewaard in de charmante Boven-
Betuwe, zij het dat daar één ding staat waarmede u
niet zo tevreden zult zijn. Ik hoop toch dat u daar in
een erg prettige omgeving terecht komt. Ik wens u en
uw gezin veel goeds in Dodewaard. Ik hoop dat het u
daar heel goed zal gaan.
De heer JONKER zegt vervolgens:
Mevrouw de voorzitter! Ik wil een paar woorden
aan uw betoog toevoegen, omdat de heer Joosten bij
na weg is uit Soest en ik verder geen gelegenheid meer
zal hebben om hem in het openbaar dank te zeggen.
Er is eigenlijk sprake van een bijzonder geval, want
het komt niet zo vaak voor dat iemand twee keer
wordt -uigeleid- in deze raad. Toch is dat gebeurd. Ik
denk daarom terug aan de vergadering van november
1972 toen ter gelegenheid van de subsidieverlening
aan Artishock vele lovende woorden werden gespro
ken aan het adres van de heer Joosten. Hij had op dat
moment een functie in Wageningen aangenomen. Wet-
86