ming te laten voorzien, onder dezelfde financiële voor waarden als ten aanzien van de premiewoningen hebben gegolden in het genot van een centrale verwarmingsinstal latie te stellen? De heer VAN VLOTEN stelt dat het hierbij om dezelfde huizen gaat als die ten aanzien waarvan het voorstel vreemd aan de orde van de dag is ingediend. Wat hij nu merkwaardig vindt, is het volgende. Er is hier iemand die zich al in oktober heeft gemeld voor de aanleg van een centrale verwarming; dat zal f. 4.000,- kosten en daar over zal vandaag worden beslist. Het college vraagt ech ter f. 12.000,—, zodat ook zal kunnen worden tegemoet gekomen aan twee eventueel volgende verzoeken om cen trale verwarming aan te leggen. In een van de onderhavige huizen is ongeveer twee en een halfjaar geleden een keu ken gemoderniseerd. Andere bewoners konden hun keu ken desgewenst net zo gemoderniseerd krijgen, wat dan op dezelfde basis zou gebeuren als de aanleg van de cen trale verwarming. Men zou iets meer huur gaan betalen. Het merkwaardige feit doet zich nu voor dat, als andere bewoners ook zeggen graag zo'n keuken te willen heb ben, hun wordt geantwoord dat er nu geen geld meer is. Voor de aanleg van centrale verwarming blijkt echter wel geld aanwezig te zijn; er wordt zelfs een krediet ge vraagd voor twee aanvragen die eventueel nog zullen ko men. Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT merkt op dat in de loop der jaren een groot aantal - zo niet alle - gemeentelijke premiewoningen van centrale verwarming is voorzien. Een centrale verwarmingsinstallatie is in zo'n premiewoning een totaal aparte installatie, die op verzoek van de bewoner is aangebracht. Er is geen sprake van een vervanging van een installatie; het gaat om een totaal nieuw element in de woning, waarvan de kosten volledig in de huur worden doorberekend. Zij meent dat men ongeveer f. 35,— meer aan huirmoet betalen. Met betrekking tot de keukens is het een andere zaak, want de huizen hebben al keukens. Weliswaar zijn die keukens van lieverlee niet meer zo fraai, maar zij vallen grotendeels onder het normale onderhoud. Slechts het wat luxer maken van een keuken zou daarbuiten vallen en zou dus in aanmerking komen voor een huurverho ging. Dit probleem is echter nooit uitgewerkt; er is ge wacht tot het grote onderhoudsplan gereed zou zijn - ook de onderhavige woningen zouden daar onder val len - om dan te bekijken wat het beste voor het totale complex woningen kan worden gedaan. Men kan het nl. niet doen op verzoek van een bewoner. Voor de aanleg van centrale verwarming in woningwet woningen heeft de minister jarenlang geen geld beschik baar willen stellen. Thans is het wel mogelijk in woning wetwoningen centrale verwarming aan te brengen, mits dit complexgewijs gebeurt. Het kan dus niet, zoals bij de premiewoningen, individueel gebeuren. Met die weten schap is ook het aanbrengen van centrale verwarming in woningwetwoningen opgenomen in het rapport inzake het groot onderhoud; men zal het daarin aantreffen on der nr. 54 van de lijst van te treffen voorzieningen. De kosten van deze voorzieningen zullen volledig in de huur moeten worden doorberekend, maar de minister stelt hiervoor de financieringsmiddelen beschikbaar. Waar schijnlijk zal een en ander aan de orde komen bij de be handeling van het onderhoudsplan, waartoe de bewoners per complex zullen worden uitgenodigd. De raad zal dan moeten beslissen of men deze goedkope woningen duur der wil maken door daarin centrale verwarming te doen installeren. Een en ander kan te zijner tijd worden uitge voerd tegelijk met andere rommel veroorzakende werk zaamheden, zoals voorzieningen in de badcellen. Overi gens zullen die badcellen door de aanleg van centrale ver warming aanzienlijk verbeteren, want het is vaak de voch tigheid van een woning die de badcel schimmelig laat wor den. De heer VAN VLOTEN begrijpt dat de aanleg van centra le verwarming als een geheel nieuw element wordt gezien, waarvan de kosten geheel in de huur worden doorbere kend, en dat het met betrekking tot de keukens bijv. 60% modernisering en 40% onderhoud is. Indien nu echter iemand verschrikkelijk graag een nieuwe keuken wil, is het dan mogelijk de kosten daarvan eveneens geheel in de huur door te berekenen? Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT meent dat incidenteel een keuken wel eens is vernieuwd als het ging om een bijzonder smerig achtergelaten keuken. Dit is echter geen regel en het is ook beter deze zaak per com plex te bekijken; dat is ook goedkoper. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aange nomen. 10 Voorstel tot het benoemen van een lid van het bestuur van de Stichting Openbare Leeszaal en Bibliotheek. De VOORZITTER verzoekt de heren Hoekstra en Van Vloten met haar het stembureau te vormen. Uitgebracht worden 24 stemmen, alle op de heer mr. H.H. Elferink, zodat deze is benoemd. De VOORZITTER dankt de leden van het stembureau voor de verrichte werkzaamheden. 11 Voorstel tot verkoop van grond, gelegen aan de Foeken- laan aan de heer W.J.J. Daems De heer LEVINGA heeft zich in de financiële commis sie met dit voorstel verenigd en zal dit ook hier doen, maar namens een groep ontevreden burgers, die bij de komende verkiezingen vast niet op hem zullen stemmen, wil hij vragen waarom de voorkeur is gegeven aan deze koper. Is hij economisch aan Soest gebonden, is hij uit geloot of heeft hij vriendjes in het gemeentebestuur? Dit zijn niet sprekers vragen. Voorts is er de vraag hoe de waardebepaling van deze grond tot stand kwam. De bedoelde groep personen vindt dat deze man voor een koopje - f. 65,- per m2 - een prachtig stuk grond heeft gekregen. Kan de voorzitter een en ander even toelichten? De VOORZITTER antwoordt dat op een bepaald mo ment in Op 't Hoogt is aangekondigd dat nog te koop waren een stuk grond aan de Foekenlaan, twee stukken grond aan de Gentiaanlaan, enkele stukken grond aan de Julianalaan en stukken grond in het toekomstige Over- hees. Voor het stuk grond aan de Foekenlaan hebben zich oorspronkelijk drie mensen gemeld; van hen was de heer Daems de derde, Meer mensen hebben zich niet bin nen de daartoe gestelde termijn gemeld, Nummer 1 heeft het laten afweten, evenals nummer 2, en toen kwam nummer 3 aan de beurt. Er was bepaald dat het iemand moest zijn die of in Soest woonde of economisch aan Soest gebonden was Deze mijnheer Dames woont op het ogenblik in Soest Hij heeft in het gemeentebe stuur geen enkel vriendje, maar heeft gewoon als derde een verzoek ingestuurd Ten aanzien van de prijsbepaling meent spreekster zich te herinneren dat het vorig jaar aan de Foekenlaan twee stukken grond voor dezelfde prijs zijn verkocht. Die prijs is toen vastgesteld in de commissie grondbedrijf. De verkoop heeft een halfjaar later plaatsgevonden, nl. in no vember 1972. De ene koper woont er al en de ander komt er over veertien dagen te wonen. Wanneer dan een half jaar later het laatste stuk grond wordt verkocht, komt 8

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1974 | | pagina 9