c. het oprichten, in werking brengen en in werking
houden van laboratoria ten behoeve van chemisch,
biologisch en technisch onderzoek op/in het perceel
Koningsweg 8.
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofde
lijke stemming aangenomen.
124 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet
voor het keuren van brandweerpersoneel.
De heer VERHEUS: Mevrouw de voorzitter! Ik juich
het voorstel uiteraard bijzonder toe.
Gelden voor het politiepersoneel dezelfde bepalingen
als voor het brandweerpersoneel?
De VOORZITTER: Neen, het politiepersoneel heeft
absoluut een eigen keuring, die van hogerhand wordt
geregeld.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
125 Voorstel tot het benoemen van twee leden in het voor
lopig bestuur van de Stichting Wijkdienstencentrum
Soesterveen i.o.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! De versla
gen van de werkgroepvergaderingen en de statuten la
gen dinsdagmiddag om vijf uur nog niet in de leeska
mer ter inzage. Dat verbaast mij. De vorige keer was
het ook al zo.
Blijkens het voorstel zal het stichtingsbestuur uit mi
nimaal negen en maximaal vijftien leden bestaan. Hoe
veel worden het er nu? Wie zijn er al tot lid van het
stichtingsbestuur benoemd?
Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN-
BERG: Mevrouw de voorzitter! Ik heb aangenomen,
dat de door de heer Visser bedoelde verslagen wel in
de leeskamer lagen. Als ze daar niet ter inzage zijn ge
legd, dan bied ik daarvoor mijn verontschuldigingen
aan en zullen ze er vanaf morgen zeker liggen.
De statuten zijn in concept gereed. Op 14 juli gaat het
voorlopig dagelijks bestuur van de stichting naar de
notaris met de concept-statuten en het leek ons niet
netjes om de statuten ter inzage te leggen alvorens de
notaris heeft gezegd, dat ze in orde zijn. Verwacht
mag worden dat de statuten na 14 juli ter inzage zul
len worden gelegd.
In het voorlopig dagelijks bestuur van de stichting
zijn benoemd namens de bibliotheek mevrouw Wal-
ter, die ook als penningmeesteresse fungeert, namens
de bewoners de heer Van 't Pad, die secretaris is gewor
den en de heer Van Houten, namens Artishock me
vrouw Walma van der Molen, namens de peuterspeelza
len mevrouw Banki, die tegelijk vice-voorzitster is, na
mens het r.k.-pastoraat de heer Van de Haar, de finan-
cieel-deskundige van de gezamenlijke r.k.-kerken in
Soest.
Er ligt nu een voorstel voor om twee leden uit de ge
meenteraad te benoemen, van wie de voorgedragen wet
houder voorlopig eventueel zou fungeren als voorzit
ter.
De heer BLAAUW: De namen die u nu genoemd
hebt, hebben ter inzage gelegen.
Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN-
BERG: Dat dacht ik ook.
De VOORZITTER: Wat de stichtingen betreft liggen
er aparte mappen.
Uitgebracht worden twee keer 22 stemmen, waarvan
1 stem in blanco, 22 op mevrouw M.F. van Stiphout-
Croonenberg, 20 op de heer R.A. van Logtenstein en
1 stem op mevrouw J. Greefhorst-Van Overdam, zo
dat mevrouw M.F. van Stiphout-Croonenberg en de
heer R.A. van Logtenstein zijn benoemd.
Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN
BERG en de heer VAN LOGTENSTEIN verklaren hun
benoeming aan te nemen.
126 Voorstel tot het verlenen van ontslag aan een hoofd
leidster en het opnieuw benoemen van deze hoofdleid
ster.
De VOORZITTER: Dames en heren! Er is behalve
de in dit voorstel genoemde hoofdleidster nog een
hoofdleidster die heeft gevraagd te worden ontslagen
en de volgende dag weer te worden benoemd, nl. me
vrouw Smulders. Het college stelt u voor thans ook ten
aanzien van het verzoek van mevrouw Smulders een
besluit te nemen.
De heer OLDENBOOM: Mevrouw de voorzitter! Ik
heb het een beetje moeilijk met deze zaak. Wanneer
wij over emancipatie spreken, wanneer wij zien dat
mannen en vrouwen gelijk behandeld moeten worden
en wanneer wij dan ook nog het wezenlijke belang
van deze vrouwen voor ogen houden en niet uitgaan
van enig financieel voordeel voor hen op korte ter
mijn, dan vind ik deze zaak nogal vreemd. Ik weet
niet of ik met het opnieuw benoemen kan meegaan.
Ik dacht dat niet meegaan met het opnieuw benoe
men het enige is dat ik als protest kan doen.
De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! De heer
Oldenboom en ik zijn het vaak niet met elkaar eens,
maar nu heeft hij woorden naar mijn hart gespro
ken. Ik ga, in tegenstelling tot de heer Oldenboom,
niet zo ver dat ik niet aan het opnieuw benoemen
zou willen meedoen. Want het Algemeen Burgerlijk
Pensioenfonds opent nu eenmaal, tot juli 1976, de
mogelijkheid waarvan door de onderhavige hoofdleid
sters gebruik wordt gemaakt. Ik doe mee aan het op
nieuw benoemen, maar ik doe dat onder protest,
want ik vind het, ook in verband met de positie van
de gehuwde vrouw in het werk, absoluut onjuist dat
een gang van zaken als die waarmede wij nu worden
geconfronteerd, kan voorkomen.
Mevrouw ORANJE-ENTINK: Mevrouw de voorzit
ter! Ik vind dat bij deze zaak ook de stem van een
vrouw moet worden gehoord. Ook ik heb moeite met
het voorstel. Ik heb echter geen moeite met het op
nieuw benoemen van de dames in kwestie. Want het
zou toch wel erg jammer zijn als zij niet opnieuw
werden benoemd. Ik ben er erg blij mee, dat een gang
van zaken als de onderhavige na 1 juli 1976 niet meer
mogelijk is.
De heer STAM: Kunnen wij ook besluiten het ontslag
niet te verlenen, mevrouw de voorzitter?
De VOORZITTER: Ja.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Maar deze hoofdleid
sters hebben een wettelijk recht.
De heer VAN LOGTENSTEIN: Ik heb toch wel be
hoefte aan hoofdelijke stemming, mevrouw de voor
zitter.
De VOORZITTER: Dat kan natuurlijk niet, want het
gaat over personen en u krijgt dus een stembriefje.
De heer OLDENBOOM: Ik meen dat over het ontslag
wel hoofdelijk kan worden gestemd.
De heer VAN LOGTENSTEIN: Ik wil dan toch wel
zeggen, mevrouw de voorzitter, dat ik erg veel moeite
heb met deze zaak, die ik bijzonder vreemd vind. Ik
kan het er niet mee eens zijn.
105