schien wel uitgedokterd in de fractie van de V.V.D., maar wij hebben van tevoren niet de kans gehad al deze argumenten óók op een rijtje te zetten. Wij kunnen er geen oordeel over vellen. U weet dat ik voor een Centrumweg ben, maar niet op deze manier. Daarom zal ik tegen de motie van de heer Lange stem men. De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter. Wij zijn erg teleurgesteld over het feit dat de motie niet wordt aangehouden. Ik vind het een onlogische argu mentatie. Dit zeg ik overigens in alle vriendschap en vriendelijkheid. Als men zegt dat men wél een uit spraak wil, maar de studie wil doen voortzetten, vind ik dit niet logisch. Het is logischer eerst te studeren, het beleid behoorlijk voor te bereiden, de zaak in al ternatieven behoorlijk voor zich te hebben en om daarna een uitspraak te doen. Mevrouw de voorzitter. Ik hield het voor mogelijk dat wij, waarschijnlijk nolens volens - onze wil is nl. ge richt op de weg langs de spoorlijn - bij nadere techni sche uitwerking en verkennen van de diverse proble men, mede gelet op de gevoelsmatige kant die de heer Van Poppelen er terecht bijhaalt - niemand heeft dit vergeten; ook de heer Lange heeft zojuist wel de gelijk gesproken over het afsnijden van de mensen aan de Kolonieweg; ook ik zie dit als een bezwaar, wie niet? - ik hield het voor mogelijk dat wij tegenover de bevolking duidelijk zouden moeten maken dat, terwijl wij ons tot het uiterste hebben ingespannen om die weg niet over de Eng te leggen, het technisch volko men onmogelijk bleek te zijn een ander tracé te kie zen. Dan zouden wij er ons goed op hebben bezonnen. Nu heb ik het gevoel dat wij gevoelsmatig en tactisch een flater van de eerste orde slaan. Daaraan doen wij niet mee. Wij zullen dus tegen de motie stemmen. De heer LANGE: Mevrouw de voorzitter. Het doet natuurlijk pijn. Het doet ons ook pijn. Ik weet zeker dat het de C.D.A.-fractie ook pijn doet, wanneer de Centrumweg in de zuidhelling van de Eng gekerfd wordt. In onze fractie - ik heb hierop al gewezen - is juist het model verkeer een onderwerp van langdurig en zeer intensief beraad geweest. In overleg met ande ren hebben wij uiteindelijk gekozen voor een beleid bij gelegenheid van deze raamstructuur, waarvan wij vinden dat zij getuigt van visie, waarvan wij zeker kunnen zijn dat wij de Eng, juist door die afgrende ling met die weg, in de toekomst nooit verder op zul len kunnen gaan. De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter. Mag ik dan bij wijze van interruptie zeggen dat dit natuurlijk bij ons ook onderwerp van voortdurend beraad is ge weest. Vanmorgen hebben wij echter de kaart pas ge zien. Vanmorgen is ons pas voorlichting gegeven. Staande deze avond worden ons nog aanvullende tech nische inlichtingen gegeven, die wij op hun merites willen beoordelen. Dit is het punt waarom het draait. Wij willen niet beslissen op veronderstellingen. Wij willen beslissen op feiten. De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter. Ik maak ernstige bezwaren - dit kan men stemming kweken noemen - tegen de uitspraak „een flater van de eerste orde". Ik wil duidelijk zeggen - het is jam mer dat de fractie van de Partij van de Arbeid dit niet heeft gedaan - dat onze fractie gisteravond zich uit voerig heeft laten voorlichten. Gisteravond heb ik een extra fractievergadering bijeengeroepen om juist deze alternatieven duidelijk tegen elkaar af te wegen. Ik vind het een soort stemming kweken, als men dan spreekt over „een flater van de eerste orde". De C.D.A.-fractie heeft doelbewust alle belangen tegen elkaar afgewogen. Voor dit soort uitspraken wens ik niet opzij te gaan. De heer DE WILDE: Toch houd ik die uitspraak graag staande! De VOORZITTER: Ik kan u mededelen dat het colle ge deze zaken natuurlijk ook uitgebreid tegen elkaar heeft afgewogen en dat het tot dezelfde conclusie is gekomen als de fracties van de V.V.D. en het C.D.A. Ik moet hierbij wel opmerken dat deze gesprekken ge voerd zijn, terwijl de wethouder, behorende tot de fractie van de Partij van de Arbeid met vakantie is. De heer DE WILDE: Als fractievoorzitter wil ik zeg gen dat ik de wethouder blijk heb gegeven van mijn ongenoegen over het feit dat zij deze vergadering niet bijwoont. Ik wil hierover geen verwijt hebben. Ik heb het haar heel duidelijk gezegd. Ik vind het onjuist, dat zij niet in deze vergadering aanwezig is. De VOORZITTER: Het was van mijn kant juist niet als een verwijt bedoeld. De heer DE WILDE: Neen, maar ik wilde het in alle duidelijkheid zeggen. Het is mij opgevallen dat bij de berichten van verhindering is medegedeeld dat zij wegens vakantie afwezig is. Dit heb ik niet als bijzon der aantrekkelijk ervaren. De VOORZITTER: Van mijn kant zou ik nog in alle duidelijkheid willen zeggen dat in de aanbeveling van burgemeester en wethouders stond, dat zij voor deze weg waren, behalve één der leden, die het tracé langs de Kolonieweg de voorkeur gaf. Daarom voelde ik thans de behoefte een van de collegeleden, die van avond afwezig is, op te voeren om duidelijk te maken dat zij aan het komen tot deze overweging over de motie-Lange niet heeft medegewerkt. De aanwezige le den van het college, zoals zij hier achter de tafel zit ten, hebben heel bewust gekozen voor het tracé zoals het is verwoord in de motie-Lange. De heer LANGE: Mevrouw de voorzitter. Wij zouden de door mevrouw Korthuis en mij ondertekende motie nog willen aanvullen en wel zodanig, dat zij er mede toe strekt, dat nog de mogelijkheden worden onder zocht over welke lengte deze weg kan worden onder- tunneld. De gewijzigde motie van de heer Lange c.s. over het tracé van de Centrumweg wordt vervolgens in stemming gebracht en met 17 tegen 5 stemmen aangenomen. Voor hebben gestemd de leden Hoekstra, Oldenboom, mevrouw Alting-Ambrosius, mevrouw Oranje-Entink, Plomp, mevrouw Greefhorst-Van Overdam, Stam, Hil- horst, Lange, Van Ee, Smit, Van Aalst, Ebbers, Ver- heus, mevrouw Korthuis-Elion, Blaauw en Van Pop- pelen. Tegen hebben gestemd de leden Van den Brakel, Goote, De Wilde, mevrouw Van Gelder-Cornelissen en Visser. Vervolgens wordt in stemming gebracht de motie van de heer De Wilde c.s. over de verstedelijkingsnota. Deze motie wordt met algemene stemmen aangeno men. In behandeling komt tenslotte de motie van de heer De Wilde c.s. over het niet bebouwen van het gebied liggende tussen de Stadhouderslaan, de Inspecteur Schreuderlaan en de Noorderweg. 136

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1976 | | pagina 137