De VOORZITTER: Maai dat doet er niets toe! De heer VISSER: Dat doet er wél wat toe, want juist in die vergadering van de commissie voor maatschap pelijk werk heeft onder andere de heer Lange gesteld, dat de werkgroep welzijn op dezelfde manier moet worden beschouwd als de andere werkgroepen die bezig zijn. Dat is in tegenstelling met deze antwoord brief, waarin wordt gesteld dat men eerst de organisa torische en ruimtelijke aspecten wil bepalen, in nette vierkante meters Dat is juist de fout die steeds weer in Soest gemaakt wordt. Er worden eerst wegen aan gelegd en gepland en daarna wordt nog wel eens geke ken hoe het met het welzijn staat. Dat zien wij bij voorbeeld in Overhees, waar een wijk is gebouwd De heer OLDENBOOM: Ik heb de indruk dat de heer Visser helemaal niet meer weet wat hij de vorige keer heeft gezegd' De heer VISSER: Nu komen er brieven dat het in Overhees allemaal niet zo plezierig is! Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN- BERG: Mevrouw de voorzitter! Inderdaad is zeer te recht door de heer Lange in de commissie voor maat schappelijk werk naar voren gebracht, dat de inspraak- groepen die zich bezig hebben gehouden met de raamstructuur, alleen doende zijn geweest met het welzijn. Daarbij is ook toegezegd dat wij verder zou den gaan met het beleidsplan voor het sociaal-maat schappelijk begeleidingswelzijn, dat te zamen met het ontwikkelingsplan in behandeling zal komen. Ik vraag mij wérkelijk af, waarom wij nu weer beginnen met die discussie De VOORZITTER: Mijn opmerking bij interruptie dat dat er niets toe deed, was daarop ook gericht. Het valt mij vaker op dat discussies die in een open bare commissievergadering zijn gevoerd en die naar mijn mening niet in een raadsvergadering thuis horen - ik heb altijd nog de hoop dat de raad zich alleen met grote lijnen bezig zal gaan houden, maar die hoop is wel langzamerhand verdwenen - opnieuw aan de orde worden gesteld in openbare raadsvergaderingen. Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN- BERG: Mevrouw de voorzitter! Mevrouw Oranje heeft nog een aantal zeer zinnige opmerkingen over het open bejaardenwerk gemaakt. De heer Visser wil ik verwijzen naar het zeer zinvolle rapport dat door de Federatie is uitgebracht en waarin bejaarden en we tenschappelijke medewerkers zich in zeer positieve zin uitlaten over het bejaardenwerk in Soest Hij moet dat echt eens lezen. De heer VISSER: Maar ik heb toch helemaal niet ge vraagd of ik iets mag lezen? Ik begrijp niet waarom mijn naam op dit punt in het geding wordt gebracht. Met betrekking tot de stukken wordt besloten over eenkomstig hetgeen daaromtrent door burgemeester en wethouders is voorgesteld p. Brief d,d, 13 juli 1976 van de projectgroep „In de derde versnelling" inzake het verzoek het project „In de derde versnelling" op te nemen als een eerste aan zet voor een plaatselijk sociaal-cultureel en educatief plan, alsmede een verzoek om subsidie per uit de ge meente Soest afkomstige deelnemer/ster aan het pro ject, met het voorstel de brief ter afdoening in handen te stellen van burgemeester en wethouders. Mevrouw ORANJE-ENTINK: Mevrouw de voorzit ter! Ik hoop dat de reactie van burgemeester en wet- 132 houders positief zal zijn. Ik sta in ieder geval zeer po sitief tegenover dit project. Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Mevrouw de voorzitter! Ik stel voor deze brief in de commissie voor maatschappelijk werk te behandelen. Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN- BERG: Mevrouw de voorzitter! De ambtelijke appa raten van de gemeenten Soest, Amersfoort en Baarn hebben inmiddels contact met elkaar gehad over de ze zaak. De gemeente Amersfoort heeft toegezegd, alle informatie en know-how die men op dit punt heeft, op papier te zullen zetten en de drie gemeen ten zullen zich vervolgens aan de hand daarvan geza menlijk beraden op de vraag wat te doen met dit pro ject dat om een regionale aanpak vraagt, Op het mo ment dat de adviezen van de ambtelijke groep binnen zijn, kunnen wij dit punt behandelen in de commis sie voor maatschappelijk werk. Mevrouw ORANJE-ENTINK: Dat gaat natuurlijk nog een hele tijd duren, mevrouw de voorzitter. Er zijn toch al provincies waar dergelijke projecten als „Zicht op pensioen" al enige tijd lopen? Ik heb daar al zeer goede berichten over gehoord. Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Mevrouw de voorzitter! Ook ik meen dat deze projectgroep niet lang moet wachten op een antwoord Daarom blijf ik vasthouden aan mijn voorstel om dit punt snel in de commissie voor maatschappelijk werk te behandelen. De VOORZITTER: Naar mij blijkt gaat de raad akkoord met dit voorstel. Met betrekking tot het stuk wordt besloten het ter af doening in handen te stellen van burgemeester en wet houders, met behandeling in de commissie voor maat schappelijk werk. q. Koninklijk Besluit van 6 juli 1976, nummer 39, waarbij beslist is op het verzoek van de gemeenteraad van Soest tegen de beschikking van de minister van 16 december 1974, nummer 374/6982/EM (boorver- gunning „Eemnes"), met het voorstel dit besluit ter kennisgeving aan te nemen Met betrekking tot dit stuk wordt besloten overeen komstig hetgeen daaromtrent door burgemeester en wethouders is voorgesteld. Vragenhalfuurtje. De VOORZITTER: Dames en heren! Van de C.D.A.- fractie zijn de volgende vragen ingekomen: „1. Reeds meerdere malen werd door onze fractie ge ïnformeerd naar de plannen voor het onderhoud van de rijwielpaden in de bossen. Mede tengevolge van de droogte van deze zomer is de huidige staat van onderhoud op diverse plaatsen erg slecht. Bestaan er bij Uw College plannen om hieraan op korte termijn, al dan niet provisorisch, een eind te maken? 2. Nu de plannen om de Molenstraat v.w.b het voet gangersgedeelte in uitvoering zijn genomen, c.q. reeds zijn gerealiseerd, blijkt dat er op vele plaatsen nog kuilen e.d, zijn die bij natte weersomstandigheden veel overlast voor de aanwonenden zullen veroorza ken. Is Uw College bereid om aan dit euvel tegemoet te komen, door deze kuilen e.d. zo goed mogelijk te re pareren?". 147

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1976 | | pagina 148