I
e
ie'
mggk-
1-
wij-
Ltter
r
is
/els
staat.
rlijk
ik
nde
de
be
ling
ko-
op-
eze
k-
>et
gro-
:maal
en
an-
dat is
een
i wel!
n zij
r. - in
n is
ten
voor-
ining
irzit-
ut ge-
g
e be-
want
»at is
i.
er!
op
chting
een
ben
tanlei-
zijn,
:k en
n en
in de
onder-
iteri-
orongen,
uitgeplozen
Ons is gezegd dat men aan die onderkant best glas
wil maken De Stichting Eigen Woningbezit en de aan
nemer hebben daarover een afspraak gemaakt. De ko
pers zijn geïnformeerd. Er zijn ook kopers die die
schrootjes willen houden, maar dat is een zaak die ons
niet aangaat.
De vraag is gesteld wat de gemeente doet. In Gemeente
blad nummer 144 - bevattende de instructie voor
ambtenaren van bouw- en woningtoezicht - staat in arti
kel 11, lid 1:
„1. De ambtenaar onderzoekt of
a. voor in uitvoering zijnde of gereed gekomen bouw
werken bouwvergunning is verleend" (die vergunning
is verleend) „en zo neen, of deze is vereist;
b. het bouwen, waarvoor bouwvergunning is verleend,
geschiedt overeenkomstig de bouwvergunning, de even
tuele nadere bouwvergunningen, de Bouwverordening
en de krachtens deze verordening gestelde nadere rege
len en nadere eisen".
Dat gebeurt allemaal.
Bij de dienst gemeentewerken hebben wij deze hele
zaak doorgeploegd. Om alle zekerheid te krijgen ben
ik vanmorgen met de adjunct-directeur (de directeur
is met vakantie) naar de Nationale Woningraad in Am
sterdam geweest. Ons is precies hetzelfde gezegd als.
hetgeen wij gistermiddag hadden /liitgeplusd-.-De Natio
nale Woningraad heeft bevestigd, dat de gemeente
heeft gedaan wat zij moest doen en dat de gemeente
ook niet meer kan doen op dit moment.
De glasoppervlakte staat vermeld in de bouwvergun
ning. In de bouwverordening staat dat éénzevende
deel van de vloeroppervlakte glas moet zijn. Dat is
aan de krappe kant, maar de tekeningen zijn goedge
keurd, zowel in Soest als door de provinciale directie
van het ministerie van volkshuisvesting en ruimtelijke
ordening.
Het kan natuurlijk gebeuren dat enkele mensen in finan
ciële moeilijkheden komen. Dat geldt in het bijzonder
voor de mensen die in hun woningen - buiten de bouw
vergunning om - wijzigingen en verfraaiingen hebben
aangebracht, waardoor hun woning duurder wordt.
Sommigen hebben nu gezegd dat die schrootjes wel
kunnen blijven zitten. Zij laten die schrootjes een jaar
zitten en na dat jaar vervangen zij die schrootjes
door een vulling.
De heer OLDENBOOM: Dat mag toch niet?
Wethouder HOEKSTRA: Ja, dat kan.
De VOORZITTER: Zo'n kleinigheid kan wel.
Wethouder HOEKSTRA: Mijnheer de voorzitter. De
gemeente heeft gedaan wat zij kon en mocht doen.
Dat is bevestigd door de Nationale Woningraad.
De heer VAN DEN BRAKEL: Mevrouw de voorzit
ter! Er zijn, wanneer ik het goed heb begrepen, geen
afwijkende bepalingen voor deze woningen gesteld?
Wethouder HOEKSTRA: Door ons niet.
De heer VAN DEN BRAKEL: Dat is juist belangrijk.
Wethouder HOEKSTRA: U weet heel erg goed dat er
in onderling overleg wel eens op onderdelen wordt af
geweken van het bestek. Dat zijn dan geen verslechte
ringen, maar verbeteringen. Dat staat allemaal in be
paalde overeenkomsten; een en ander valt buiten onze
competentie.
De heer VAN DEN BRAKEL: Als die wijzigingen maar
niet in strijd zijn met de bouwverordening.
Wethouder HOEKSTRA: Inderdaad.
De heer VAN DEN BRAKEL: Ik weet nu in ieder
geval dat het college niet fout zit.
De VOORZITTER: Dames en heren! Aan de orde
was de brief van de bewonerscommissie. Wij hadden
voorgesteld deze brief om advies in handen te stellen
van burgemeester en wethouders.
Na de gehouden discussie stel ik voor om de bewo
nerscommissie te antwoorden conform de gevoerde
raadsdiscussie.
Het voorstel van de voorzitter wordt zonder hoofde
lijke stemming aangenomen.
De VOORZITTER sluit hierna, te 22.25 uur, de ver
gadering.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de
raad der gemeente Soest d.d. 19 februari 1976.
De secretaris,
De voorzitter,
19