Nr. 2 Soest, 19 februari 1976
NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad
der gemeente Soest op donderdag 19 februari 1976 te 19.30
uur.
VOORZITTER de burgemeester, mevrouw mr. J.M.
Corver-van Haaften.
SECRETARIS de heer H, Borreman.
Tegenwoordig de leden: mevrouw G.G.A. Alting-Ambrosius,
W.A. Blaauw, J.J. van den Brakel, M.A. van Ee, J.J. Ebbers,
mevrouw J.W.D.P. van Gelder-Cornelissen, J.W. Hilhorst,
D. Hoekstra, mevrouw E. Korthuis-Elion, P.C. Lange, R.A.
van Logtenstein, G.H. Oldenboom, mevrouw P.J. Oranje-
Entink, G.A.W.G.A Plomp, J.R. van Poppelen, A.H.F.
Smit, G. Stam, C. Verheus, J. Visser en K. de Wilde.
Afwezig met kennisgeving de leden: G.M.J. van Aalst, H.J.
Goote, mevrouw J. Greefhorst-van Overdam, mevrouw M.F.
van Stiphout-Croonenberg en P.L.J.M. Storimans.
De VOORZITTER opent de vergadering en stelt voor met
gebed te beginnen. Hierna vindt voorlezing van het gebed
door de voorzitter plaats.
Vervolgens deelt zij mede dat bericht van verhindering is
ingekomen van mevrouw Van Stiphout, mevrouw Greef-
horst en de heren Van Aalst, Goote en Storimans.
Hierna zegt spreekster het volgende:
Dames en heren! Ik stel u voor om namens de raad aan me
vrouw Van Stiphout een bloemetje te sturen. Zij is opge
nomen in het ziekenhuis te Baarn. Zij verwachtte aanvanke
lijk heel binnenkort naar huis te gaan, maar ik heb begre
pen dat zij iets langer in het ziekenhuis zal moeten verblij
ven.
Aldus wordt besloten.
De VOORZITTER: Dames en heren! Het verheugt mij
zeer dat de heer Blaauw thans weer op zijn gewone plaats
zit. Wij hebben hem tijdens de begrotingsdebatten mogen
begroeten en wij hebben hem tijdens de vorige raadsverga
dering óp de publieke tribune gezien, maar nu is hij weer
echt in ons midden. Dat verheugt mij zeer.
Ik heet ook in het bijzonder welkom de leerlingen van de
Mariaschool. Ik hoop dat zij iets zullen begrijpen van al
hetgeen er in de gemeenteraad omgaat.
22 Notulen van de raadsvergaderingen van 8 en 18 de
cember 1975 en 15 januari 1976.
Notulen 18 december 1975.
Op voorstel van de heer HOEKSTRA wordt op de
laatste pagina, rechter kolom, regel 9 v.o., het woord
„teruggezegd" gewijzigd in „toegezegd".
Notulen 15 januari 1976.
Op voorstel van mevrouw GREEFHORST-VAN
OVERDAM wordt op pagina 13, linker kolom, regel
9 v.o. het woord „dezelfde" gewijzigd in de woorden
„de toen betrokken".
Op voorstel van mevrouw ORANJE-ENTINK wordt
op pagina 3, linker kolom, regel 26 v.b. het woord
„alternatieve" gewijzigd in „definitieve".
Op voorstel van de heer HOEKSTRA wordt op pagi
na 19, linker kolom, regel 26 v.b. het woord „uitge-
plust" gewijzigd in „uitgeplozen".
De notulen worden, met inachtneming van de aange
brachte wijzigingen, zonder hoofdelijke stemming
vastgesteld.
De VOORZITTER: Dames en heren! De heer Visser
heeft het verzoek ingediend om een interpellatie te
mogen houden. Ik stel voor de interpellatie toe te
staan en deze te doen houden na afhandeling van de
agenda.
Aldus wordt besloten.
23 Ingekomen stukken.
a. Controlerapporten van het centraal bureau voor
verificatie en financiële adviezen van de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten.
Deze stukken worden aangenomen voor kennisge-
ving.
b. Brief d.d. 2 januari 1976 van de heer E.D. Consen-
heim en mejuffrouw C. Burgerman over het Slangen
bosje, met voorstel deze brief voor kennisgeving aan
te nemen.
De heer LANGE: Mevrouw de voorzitter! Ik vraag
mij af of wij wel kunnen volstaan met het gewoon
voor kennisgeving aannemen van deze brief. Moet er
niet iets gebeuren?
Ik meen dat er langzamerhand kan worden gesproken
van een slepende zaak, waardoor ook een heleboel
Soester inwoners gedupeerd dreigen te worden.
Ik vraag mij af of de bezwaren tegen de bouw in het
Slangenbosje misschien ook iets hebben te maken
met het uitstel dat naar ik heb begrepen bij de bouw
van scholen aan de Noorderweg is ontstaan, maar mis
schien ben ik verkeerd voorgelicht.
De VOORZITTER: U zoudt derhalve willen voorstel
len om de brief niet voor kennisgeving aan te nemen,
maar om de brief om advies in handen van burgemees
ter en wethouders te stellen,
De heer LANGE: Ja.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Ik stel voor
om deze brief om advies in handen van burgemeester
en wethouders te stellen, want ik vind het geen stijl
om de brief slechts voor kennisgeving aan te nemen.
In de brief staan een paar zeer behartigenswaardige
zaken. Die zaken zijn discutabel, maar ik wil toch de
mening van het college over die zaken horen.
Er wordt in de brief een aantal duidelijke vragen ge
steld. Er zal geen antwoord op de vragen worden ge
geven, wanneer de brief voor kennisgeving wordt
aangenomen. Dat vind ik ook onjuist. Ik kan dan
ook niet akkoord gaan met het voorstel van het colle
ge-
De VOORZITTER: Dames en heren! Het college stelt
voor de brief voor kennisgeving aan te nemen, omdat
het bestemmingsplan is goedgekeurd door gedeputeer
de staten, maar het ligt op het ogenblik bij de Kroon.
Het is ons bekend dat de in de brief genoemde bezwa
ren ook staan vermeld in een bij de Kroon ingediend
bezwaarschrift. (Het is mogelijk dat dat bezwaar
schrift niet ontvankelijk zal worden verklaard, omdat
de termijn van indiening reeds lang was verstreken).
Dezelfde bezwaren zijn ook ingebracht tegen de ar
tikel 19-procedure, Het lijkt ons dan ook niet zinvol
om de brief met bezwaren weer in onze handen te
stellen, omdat door twee andere instanties op de be
zwaren zal worden ingegaan. Wij zouden nl. weer
hetzelfde antwoord moeten geven als bij de behande
ling van het bestemmingsplan in de raad aan de orde
is geweest. Wij moeten het elkaar ook niet te moeilijk
maken, want door twee instanties wordt op het ogen
blik over deze bezwaren gedelibereerd.
21