de heeft gesteld. Het gaat hier om een zaak die lang gelopen heeft en die inderdaad nogal wat emoties heeft losgemaakt, maar de bewoners hebben nu gelijk gekre gen van gedeputeerde staten en de gemeente komt nu met een ander plan, weer in overleg met gedeputeerde staten. De kans is dan toch groot dat nu iedereen tevreden zal zijn, zeker degenen die willen gaan bouwen in het gebied. Er zullen minder kavels komen, dus er zullen zeker gedupeerden zijn. Ik ben blij dat de heer De Wilde op dat punt al suggesties heeft gedaan inzake bouw aan de Schrikslaan of een gebied tussen Dalweg en Talma- laan. Ik heb bewondering voor het vermogen van de heer De Wilde om zaken die mij aanvankelijk volledig irre levant leken in samenhang met elkaar, tóch aan elkaar te breien. Oorspronkelijk was het mij niet mogelijk om een relatie te leggen tussen de Centrumweg, het Centrumplan en het Slangenbosje. Echter, na de uit leg van de heer De Wilde begrijp ik dat die relatie wel degelijk bestaat en dat het erom gaat dat het overleg- klimaat in Soest tussen bestuur en burgers zodanig moet zijn dat er geen „knopen" meer aanwezig zijn, zoals het Slangenbosje dat kan zijn. Het zal duidelijk zijn dat de V.V.D.-fractie altijd - zeker ten opzichte van de P. v.d. A.-fractie - bereid is om zich met argumenten te laten overtuigen van de redelijkheid en de noodzaak van het alternatief waar voor wij in juni hebben gestemd. Wij hopen dat de heer De Wilde, zijn fractie en de heer Visser op dit punt overtuigd zullen raken en dat wij inderdaad ge zamenlijk achter het Centrumplan en de Centrumweg zullen kunnen gaan staan. Wij weten dat de heer De Wilde veel moeite heeft met het hanteren van artikel 19, zoals dat in Soest plaats vindt. Het is ook bekend dat zonder hantering van artikel 19 veel zaken in Soest helemaal niet tot stand hadden kunnen komen. Veel inwoners van Soest wonen in onze gemeente in woningen dankzij het feit, dat vorige gemeentebesturen zo kwistig met artikel 19 hebben willen omspringen. Overigens menen ook wij dat te zijner tijd de artikel 19-procedure nog eens apart moet worden besproken. Mevrouw de voorzitter! Ik zie, al met al, nog maar bij zonder weinig punten die conflictstof kunnen opleve ren. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik ben met op zet niet op de laatste vragen van de heer De Wilde in gegaan, omdat ik graag eerst bepaalde zaken zwart op wit wil hebben. Pas daarna kunnen wij overleg gaan voeren en nagaan wat er verder kan gebeuren. De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! De heer Lange heeft de relatie die ik heb willen leggen tussen het Centrumplan/Centrumweg en het Slangenbosje, het beste begrepen. Zoals de heer Lange het heeft om schreven, heb ik het inderdaad bedoeld. Het is merk waardig dat wij in de politiek blijkbaar altijd van el- kaars verkeerde bedoelingen uitgaan, want het is al leen mijn bedoeling om ten aanzien van het Centrum- plan/Centrumweg een goed overlegklimaat te scheppen, politiek gesproken. Wij moeten geen Don Quichotterie plegen en achterhoedegevechten voeren die verder tot niets kunnen leiden. Dat kan men dan beter ach terwege laten, waarmee men het kruit droog houdt voor de zaken die men wél met enig succes kan aan pakken. 230 De heer Van Poppelen moet ik zeggen dat het hierbij niet gaat om een koppeling, maar om het stellen van prioriteiten. De hoogste prioriteit ligt voor ons bij het Centrumplan en de verkeersafwikkeling. Daarop moet alle aandacht worden geconcentreerd en in dit verband heb ik deze zaak aan de orde gesteld. Het is bepaald niet mijn bedoeling geweest om moeilijke beslissingen te ontwijken, want dat is niet mijn aard. Ik meen ech ter wél dat moeilijke beslissingen moeten worden ont weken als die alleen maar het klimaat verslechteren, tot niets leiden en de zaken die wél tot stand moeten worden gebracht, alleen maar moeilijker maken. Het is niet mijn stelling dat, nadat het gesprek met de omwonenden van het Slangenbosje heeft plaats gevon den, zonder meer tot toepassing van de artikel 19-pro cedure dient te worden overgegaan. Ik blijf bij mijn standpunt dat in overwegende mate overeenstemming moet worden bereikt met de omwonenden, wil een artikel 19-procedure slagen. In ieder geval zal ik graag zien dat de uitkomst van het overleg met de omwonen den in de commissie voor ruimtelijke ordening aan de orde wordt gesteld, opdat dan beslist kan worden over een verdere voortzetting van de artikel 19-proce dure. De heer VAN POPPELEN: Dat is toch de normale gang van zaken? Uw derde ronde wordt op deze ma nier wél lang. De VOORZITTER: Het is niet geheel duidelijk hoe veel termijnen er bij een interpellatie zijn. Ook dat punt moet nog maar eens aan de orde worden gesteld. Echter, als de interpellant het woord heeft gehad en als vervolgens op zijn vragen is geantwoord, kan de in terpellant opnieuw spreken en vervolgens kunnen ook andere raadsleden het woord voeren. Dan moet er naar mijn mening nog een mogelijkheid zijn voor de interpellant om daarop weer te reageren. De heer DE WILDE: Ik denk dat de heer Van Poppe len dit nog moet leren, mevrouw de voorzitter, maar De heer VAN POPPELEN: Ik wil graag doelmatig vergaderen leren, hetgeen u zélf hebt gesteld, mijnheer De Wilde. U hebt gezegd dat u het kort zou maken, maar u maakt het nu weer lang. De heer DE WILDE: Ja, daarom hebt u zeker een half uur gesproken over de vraag of u een interpellatie wilt toestaan! De heer VAN POPPELEN: Ik heb daarom ook ge zegd dat de hele interpellatie niets nieuws heeft ge bracht. Als u had afgewacht totdat in de commissie voor ruimtelijke ordening de zaak opnieuw ter sprake was gekomen De heer DE WILDE: Ik wil de discussie graag vriende lijk houden, mevrouw de voorzitter, en zal er daarom verder niet op ingaan. Het is helemaal niet mijn bedoe ling om moeilijkheden te maken; het is de bedoeling om aan de opbouw van deze gemeente te werken van uit ook ónze gezichtspunten die naast die van de heer Van Poppelen staan, wellicht. Ook wij hebben bepaal de rechten. Wat het aanbod van de heer Lange betreft om nog eens over de artikel 19-procedure te praten De heer OLDENBOOM: Er moet nu toch eens iets ge daan worden, mevrouw de voorzitter. Wij worden af gekapt en dat moet dan voor iedereen gelden; gelijke monniken, gelijke kappen. De VOORZITTER: Neen, ik heb alleen getracht aan

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1976 | | pagina 231