Ik meen dan ook dat het niet juist is wanneer hier de indruk zou ontstaan dat er in de communicatie tussen de wethouder en de hoofden van scholen enig pro bleem zou rijzen doordat er overleg vooraf zou zijn, te meer, omdat ik toetsing achteraf en op het matje roepen zeer uit den boze acht. Dat kan voorkomen worden door het vooraf eens te worden met elkaar. De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Ik meen dat de wethouder en ik op dit punt toch op een ande re golflengte blijven opereren. Natuurlijk moet men als laatste pas denken aan „op het matje roepen"; dat ben ik geheel met de wethouder eens. Hoewel ik uit de beantwoording van de wethouder be grijp dat hij niet geneigd is om op dit punt tot een an dere procedure te komen, geef ik het college toch in overweging om deze zaak nog eens nader te bezien. Een procedure waarbij het accent ligt op de eigen ver antwoordelijkheid van het personeel en waarbij toet sing achteraf geschiedt, heeft nl. niet alleen betrekking op hoofden van scholen, maar dient in een veel bre der kader te worden bezien, Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Ik kan zeggen dat ik met de hoofden van scholen gelukkig wél op dezelfde golflengte opereer. Ik ben gaarne be reid om aan de hoofden van scholen verslag uit te brengen van deze bespreking en dan hoor ik wel wat daar uitkomt. De heer GOOTE: Dat zal ik zeer op prijs stellen. De VOORZITTER verklaart de interpellatie voor ge sloten. 241 Interpellatie van de heer Visser inzake het geven van opening van zaken omtrent het Centrumplan. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Ik meen dat het verhaal in mijn schriftelijk verzoek om een interpellatie te mogen houden, duidelijk is. Ik weet ook al wat u straks gaat antwoorden; u gaat natuur lijk zeggen dat de pers helemaal niet aanwezig had moeten zijn op de besloten ledenvergadering van de Soester Ondernemer in het Medisch Centrum. Wat dat betreft meen ik u de wind uit de zeilen te moeten nemen, want niet alleen de pers was op die ledenver gadering aanwezig, maar er was ook een vertegenwoor diger van de Soester Gemeenschap. Twee dagen gele den, op een jaarvergadering van de Soester Gemeen schap, heeft deze vertegenwoordiger precies uit de doeken gedaan wat er allemaal is gezegd over het Cen trumplan. Dan rijzen er natuurlijk gevaren. Ik meen dat het be ter is dat dan het gemeentebestuur maar voorlichting geeft; dan is er immers sprake van voorlichting uit de eerste hand, terwijl er nu sprake is van voorlichting uit de tweede hand. Ikzelf was trouwens ook aanwezig op de ledenverga dering van de Soester Ondernemer en werd hartelijk welkom geheten door de winkeliers. Daardoor kreeg ik bij de winkeliers precies te horen hetgeen ik al eer der had gehoord in een besloten deel van een vergade ring van de commissie voor ruimtelijke ordening, ter wijl het in deze raadskringen toch heiligschennis is als men mededelingen daarover in het openbaar doet. Wie belet mij echter om hetgeen ik hoor bij de winke liers, aan iedereen in Soest te verkondigen? Ik zit hier nogal mee, mevrouw de voorzitter. Ik wil graag iedereen voorlichten over het Centrumplan en ik zou het liefste zien dat het gemeentebestuur dat zou doen op verschillende plaatsen in Soest. Er is nu een precedent geschapen, want er is nu in Soest rond gebazuind wat er allemaal in besloten delen van com missievergaderingen wordt besproken. Trouwens, waarom moest dat eigenlijk besproken worden in een besloten vergadering? Het is ook veel beter voor de besluitvorming als iedereen weet hoe moeilijk het Centrumplan ligt, welke bomen er gespaard zullen worden, hoe groot het plan zal worden, welke weg er wel en niet doorheen mag lopen, enz. Hoe zit het nu eigenlijk, mevrouw de voorzitter? Heb ik voortaan toestemming om ook op deze manier de mensen politiek enigszins te vormen, zonder subsidie overigens, en de mensen uit te leggen hoe het Cen trumplan in elkaar zit? Kan ik dan, teneinde dit zo goed mogelijk te kunnen doen, voortaan beschikken over alle commissiestukken, waardoor ik betere infor matie heb dan mogelijk is met eigen aantekeningen? Dat is trouwens ook een frustratie die mij al twee jaar dwars zit. Ik mag wél een besloten commissie vergadering bijwonen, waar de leden met allemaal stukken voor zich zitten; als ik echter een dag later op het gemeentehuis dezelfde stukken wil hebben krijg ik ze niet. Ik hoop niet dat deze interpellatie leidt tot een ver bod om in de gemeente door wie dan ook voortaan plannen uit de doeken te laten doen die nog niet uitge kristalliseerd zijn. Ik hoop juist dat dit veel méér ge daan zal worden; alleen zal ik dan graag zien dat dit op een eenvoudige manier kan gebeuren, zonder dat men steeds het gevaar loopt, op de vingers te worden getikt. De VOORZITTER: Dames en heren! In een besloten vergadering van de commissie voor ruimtelijke orde ning is enige tijd geleden - zoals de heer Visser al min of meer uiteen heeft gezet - een kaart op tafel geko men die nog helemaal niet afgerond was. Tevens heb ben wij toen aan de commissieleden een stukje con cept-toelichting bij het toekomstige Centrumplan mee gegeven met het verzoek om hierover eens na te den ken. Het college meent dat dit soort stukken alleen bestemd zijn voor commissieleden; de commissiele den worden geacht hierover na te denken en het is zeer wel mogelijk dat dit soort stukken na enige tijd weer in de prullenmand verdwijnen. Dit zijn dus stuk ken die niet buiten een dergelijke commissie beho ren te komen; wanneer dergelijke stukken in de ge meente gaan circuleren, kan dat alleen maar een enorme verwarring scheppen. Daarnaast komen in een commissievergadering stuk ken aan de orde die al veel rijper zijn. Die mogen best de wereld in en ook andere gemeenteraadsleden kun nen hierover beschikken. Naast de commissie voor ruimtelijke ordening houden zich thans ook inspraakgroepen van het ontwikke lingsplan bezig met een en ander. Het gaat hier met nadruk niet om inspraakgroepen van het Centrum plan; de inspraak over het Centrumplan kan immers pas starten als er een toelichting is op het plan die wél al enig houvast geeft. De planning voor het Cen trumplan geeft aan dat een dergelijke toelichting in januari a.s. te verwachten valt. Uiteraard is in de inspraakgroepen van het ontwikke lingsplan geïnformeerd naar de omvang van het cen trum, een belangrijk gegeven voor de verkeersstruc- tuur. Er is dan ook enige informatie daarover gege ven aan de inspraakgroepen; dat is een logische zaak. 232

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1976 | | pagina 233