mede zij ook het afgelopen jaar de gemeente Soest hebben willen dienen. Onze fractie zal, vanuit haar politieke uitgangspunten, het hare blijven doen voor de Soester gemeenschap. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! In alle ernst vraag ik mij af: In hoeverre is deze begroting ge loofwaardig? Wanneer over driejaar blijkt dat we mis schien een miljoen minder hebben uitgegeven in 1977, zoals wat 1973 betreft dit jaar bleek bij de gemeente rekening 1973, dan is iedereen allang vergeten hoe moeilijk we nu zitten te doen over te grote schokeffec ten, gewenning, zuinig beheer, diepte-investeringen, verhoging van de belastingen en rechten en tijdelijke beschikking over de saldireserves. Over deze laatste zaken werd de bevolking van Soest globaal geinformeerd door „Op 't Hoogt". Waar de bevolking niet over ingelicht is, zijn de niet onaanzien lijke reserves die Soest bezit, de staat van leningen, schulden, lasten, bezittingen en de investeringsnota 1976-1980. Kortom, een duidelijk financieel over zicht van het totale reilen en zeilen bij ons op Soest. Moeten we deze begroting, die gelukkig weer sluitend is, wel serieus nemen als over drie jaar blijkt, dat het allemaal weer best meeviel, er vergissingen of meeval lers waren te constateren en de saldireserves opnieuw zijn toegenomen? Zonder minister Lubbers of Arie Groenevelt te vragen of die het er wel mee eens zijn, besloot de financiële commissie op 9 september jl. achter gesloten deuren de door burgemeester en wet houders voorgestelde verhoging van de gemeentelijke belasting a 8% te verhogen tot ruim 10%, „bij wijze van gewenning". Het verslag van die vergadering ver meldt niet of de bevolking van Soest in dit verband ook in aanmerking komt voor een gewenningssubsi- die. De meeropbrengst van f. 100.000,— wordt gereser veerd. Voor wat? vraag ik me dan af. Voor het nieuwe gemeentehuis, dat nu al in de steigers had kunnen staan langs de doorgetrokken Dalweg, wanneer mijn motie van augustus 1975 was aangenomen door deze raad? Een kostenbesparing zou dat geweest zijn van enkele tonnen! Of voor het nieuwe politiebureau, dat zeer waarschijnlijk voor meer dan de helft door het rijk wordt gesubsidieerd? Voorts, zo lezen wij, kunnen we nog beschikken over f 300.000,- verfijningsuitkering van het rijk wegens huisvesting van buitenlandse militairen. Ik stel het col lege voor dit extraatje voor de bouw van de Amerikaan se wijk Apollo in Soesterberg te besteden ten bate van de renovatie of nieuwbouw van de door geluidsoverlast en besluiteloosheid geteisterde woonwijk Ons Belang in Soesterberg. De stijging van de uitgaven van 17% is niet in alle be drijfstakken en diensten terug te vinden. De welzijns sector en openbare werken komen er bekaaid af. De financiële gevolgen van de toenemende informatie stroom naar raad en burgerij zijn wel zichtbaar (zoals het college stelt) en mogen niet onvermeld blijven, maar het college moet niet overdrijven. Om welk be drag gaat het hier eigenlijk? Twijfelachtig is de sugges tie in „Op 't Hoogt" geuit, dat de gebruikers van on roerend goed te weinig belasting zouden betalen, ter wijl de eigenaars reeds nagenoeg de maximaal toegela ten belasting van 15% opbrengen. Maar zijn we wel verplicht de gebruikers het maximum van 12% te la ten dokken? Ik betwijfel het en ben er ook geen voor stander van. En waarom nu al de burgers laten op draaien voor maar al te verre toekomstplannen? Terecht stelde wethouder Ebbers verleden jaar tijdens de begro tingsbehandeling: „Het is niet helemaal verantwoord om de burgers reeds nu te belasten voor iets waarvan zij nog niet weten of wij het wel zullen uitvoeren." De verhoging van salarissen in verband met het berei ken van het inwonertal 40.000 blijft beperkt tot het hogere kader en heeft reeds plaats gevonden. Het ant woord op vraag 2.39 ten aanzien van de lagere ambte naren is onbevredigend. Het blijft onduidelijk waarom hun functiewaardering, uitgedrukt in salarisverhoging, nog niet heeft plaats gevonden. Hiermede ben ik aangekomen bij mijn jaarlijkse waar dering voor het werk dat het ambtenarenkorps in Soest verricht. Onthullend vind ik vraag 1.41, door een collega-raadslid gesteld, over het vervullen van verenigingsfuncties door gemeente-ambtenaren. Het afdoende antwoord van burgemeester en wethouders, die daarjuist blij mee zijn, omdat ambtenaren zich ook als lid van de gemeenschap moeten gedragen, stelt mij tevreden. Maar wat vindt u van de vereni gingsfuncties van sommige raadsleden die mijns in ziens onverenigbaar zijn met het raadswerk Een amb tenaar gedraagt zich niet alleen als lid van een bepaal de „kaste", wanneer blijkt dat hij beloften doet of beslissingen neemt die niet gedekt zijn door de ver antwoordelijke beleidsvoerders of door raadsbeslui ten. Wat dat betreft moet het contact tussen het ambtenaren-apparaat en de gemeenteraad optimaal functioneren. De heer W.L. van Schaick zei hierover tijdens het congres van de Vereniging van Nederland se Gemeenten in Rotterdam: „Was het tot voor kort nog expliciet verboden aan ambtenaren om inlichtingen en informatie recht streeks te verschaffen aan de raad, nu staat men vol komen anders ten opzichte van dit probleem. Men acht het ten behoeve van een goede beleidsvoorberei ding door de raad, van wezenlijk belang dat de raad kan beschikken over de noodzakelijke informatie die zij rechtstreeks van de ambtenaren verkrijgt en niet, zoals voorheen, alleen indien het college van B W dit wenselijk acht." En hij vervolgde: „Tevens dient voorkomen te worden dat de raadsle den onderling in een ongelijke positie komen: ieder raadslid dient dezelfde informatie te krijgen; tenslot te spreekt de gemeentewet alleen van de raad als col legiaal bestuur en niet van de raadsleden individueel. In Eindhoven heeft men voor deze vorm van informa tie-verschaffen reeds een concept opgesteld." In dit licht bezien is het antwoord van burgemeester en wethouders op vraag 2.98, dat erop neerkomt, dat het ene raadslid wel mag brainstormen aan de hand van onvolledige commissiestukken en het andere raadslid tegengewerkt wordt te brainstormen, een ant woord voor de kinderkamer en niet voor de gemeen teraad als hoofd van de gemeente. Het is ontoelaatbaar dat de begrotingsbehandeling hier in Soest nog steeds op zo'n gebrekkige manier plaats vindt. In het seniorenconvent was toegezegd, dat in besloten commissievergaderingen ook een stuk je aanbiedingsbrief besproken zou worden. In de commissies onderwijs en maatschappelijk werk wisten de respectieve wethouders van niets. Bij openbare wer ken was wel een praatpapier aanwezig, maar hiervan

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1976 | | pagina 244