Met betrekking tot de vraag of het dan niet goed zou zijn om Boerenstreek en/of Klein Engendaal alvast voor te bereiden zou ik willen zeggen, dat er twee dingen zijn. In de eerste plaats hebben wij toch wel duidelijk het gevoel dat er een neiging is om in 1978, wanneer het streekplan wordt vastgesteld, de streek- plangrens zo te leggen, dat Overhees 3 en 4 binnen het stedelijk gebied liggen; aan de andere kant hebben wij dan toch ook nog ongeveer anderhalfjaar voor de procedure bij de Kroon. Het ontbreekt ons echt aan de mankracht om een bestemmingsplan Boerenstreek en/of een bestemmingsplan Klein Engendaal nu van start te laten gaan. Wij zijn op het ogenblik druk bezig aan het Centrumplan en de Centrumweg. Iemand is natuurlijk bezig met het verder mee afwerken van het ontwikkelingsplan. Daarnaast staan het allerhoogste op het programma Hees en de bedrijfsterreinen aan de Koningsweg. Daartussendoor zal er wat moeten wor den gedaan aan het bestemmingsplan Sport. En met Soest-Midden zijn we nu midden in de procedure. Wij zouden dan ook werkelijk geen kans zien om op korte termijn Klein Engendaal of Boerenstreek te doen, terwijl ik toch het gevoel heb dat wij met Over hees 3 en 4 nog eerder klaar zouden zijn. De heer DE WILDE: Heeft u de inlichtingen gezien die gedeputeerde staten over de procedure bij de Kroon ten aanzien van Overhees 3 en 4 aan de Raad van State hebben gegeven? Die laten nauwelijks enige hoop wat het tempo betreft waarin de zaak zich zal ontwikkelen. Ik doel op de recente inlichtingen die nu in de leesportefeuille liggen. De VOORZITTER: Ja. De heer DE WILDE: Uit die inlichtingen maak ik op, dat de situatie ook met betrekking tot het door de knieën gaan van gedeputeerde staten terzake van het streekplan nog zeer problematisch is. Enige hoop dat dat makkelijk zal liggen heb ik althans uit die corres pondentie niet geput. Mede daarom heb ik het klem mende verzoek gedaan om andere dingen aan te pak ken. De VOORZITTER: Ja. Ik moet u eerlijk zeggen dat ik mij op het ogenblik De heer VAN POPPELEN: Dit is wel een belangrijk punt ten aanzien van het beleid voor de toekomst, mevrouw de voorzitter. Wilt u misschien ook dit nog even in het college bekijken met de bedoeling, dat er woensdag op wordt teruggekomen? De VOORZITTER: Ik vind het een uitermate belang rijk punt en ik wil er graag nog even verder naar kijken. Dames en heren. Uitermate moeilijk is ook de vraag van de heer Van Poppelen wat wij ten aanzien van de winkeliers in Soest doen als het Centrumplan niet mocht doorgaan. Wij hebben nl. het gevoel dat de on dernemers in Soest alleen maar geholpen kunnen wor den wanneer wij hier een geconcentreerd winkelbe stand tot stand kunnen brengen. Anders zal altijd de koopkrachtafvloeiing die nu zo geweldig groot is, zo geweldig groot blijven. Want wij redden het uiteinde lijk niet met de uitbreiding. Wat sommigen betreft misschien wel, maar in het algemeen redden wij het niet met uitbreiding van het bestaande areaal. Wan neer heel onverhoopt (wij denken er niet eens over) het Centrumplan niet zou kunnen doorgaan, zouden wij ons heel ernstig met u samen moeten beraden, maar dan zouden wij de ondernemers voor de toe komst niet veel goeds kunnen beloven, aangezien dan vanzelfsprekend, gezien de tegenwoordige metho den en visie op het winkelen, de koopkrachtafvloeiing nog aanzienlijk sterker zou worden. Volgende week woensdag vindt er op uitnodiging van staatssecretaris Schaefer een gesprek over Ons Belang plaats. Daarvoor zijn velen uitgenodigd, onder meer defensie, volkshuisvesting, de bewonerscommissie en de Woningstichting Ons Belang. Dan gaan wij in groten getale naar de staatssecretaris en wij hopen dat daaruit dan toch iets kan voortkomen waardoor er een oplos sing komt. De oplossing is gewoon blijven hangen, omdat een aantal instanties vasthield (misschien hou den ze er vandaag nog aan vast) aan de nieuwe normen ten aanzien van de geluidsoverlast, normen die zijn genoemd in een rapport dat twee jaar later is geko men dan het eerste rapport en waarin om de een of andere duistere reden de geluidsoverlast bij Bos en Duin aanmerkelijk verminderd was en de geluidsover last voor Soesterberg aanmerkelijk verzwaard was. Wanneer men daaraan vasthoudt, zullen wij moeten bekijken of er toch een nieuwbouwplan mogelijk kan zijn waarbij er op kosten van het rijk geweldige geluid- werende voorzieningen kunnen worden geschapen of wat er verder gaat gebeuren. Wij hebben metingen la ten verrichten en die komen op de Kampweg iets be ter uit, maar niet geweldig veel beter dan bij Ons Be lang. Dit alles wordt volgende week aan de orde ge steld. Wat het bestemmingsplan Soestereng - Weg over de Eng betreft hebben wij iets anders geantwoord dan volgens de heer Visser het geval is. Wij hebben op vraag 1.31 nl. geantwoord: „Intrekking van het plan Soestereng - Weg over de Eng zou tot gevolg hebben dat de voorbereidingsbescher ming voor een aanzienlijke oppervlakte grond vervalt. In het kader van het ontwikkelingsplan wordt onder zocht welke bestemming aan de grond, die thans een wegbestemming heeft, kan worden gegeven. De defini tieve wegenstructuur van Soest speelt hierbij een rol. Met de voorbereiding van nieuwe bestemmingsplannen vervallen in elk geval al gedeelten van bovenbedoeld plan." Ik zou u dan ook willen voorstellen om toch even het ontwikkelingsplan af te wachten. Bij de voorbereiding van het Centrumplan zijn er al bepaalde stukken van de Weg over de Eng ingetrokken. Wij hebben niet het gevoel dat men in Den Haag zit te springen om die zaak te behandelen. En wij zouden dan verder willen bekijken wat wij met de andere stukken doen en daarvoor een voorbereidingsbesluit genomen willen zien. Maar als wij een voorbereidingsbesluit nemen en dan niet binnen een jaar een bestemmingsplan heb ben, zijn er wel eens raadsleden die daar - terecht - moeite mee hebben. De medewerking en de inzet van de ambtenaren in Soest worden door het college geweldig gewaardeerd. Wij zijn erg trots op ons ambtenarenkorps, dat zo goed werkt. Wethouder HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter! Ik ga allereerst in op de opmerking van mevrouw Kort- huis dat de gemeentelijke instanties, zoals bijvoorbeeld gemeentewerken en het gasbedrijf, niet concurrerend met de particuliere ondernemingen mogen optreden. Wij hebben heel toevallig verleden week een gesprek gehad met de Algemene Vereniging van Ondernemers in Loodgieters-, Sanitair- en Gasverwarmingsinstalla- tiebedrijven (de A.V.O.L.). Toen de S.S.W. is opge richt, zijn enkele timmerlieden en schilders van ons 254

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1976 | | pagina 255