De heer VAN AALST: Is die bijeenkomst van de wel
standscommissie ook toegankelijk voor de leden van
de commissie openbare werken?
Wethouder HOEKSTRA: Neen, het is onderling over
leg, waarin men niet alleen hierover, maar over veel
meer dingen zal spreken. Als daar wat uitkomt, komen
er vanzelf voorstellen aan het college en als die ingrij
pend zijn, komen ze vanzelf ook in de commissie
openbare werken en in de raad.
Wat de voetgangerstunnel in Soesterberg betreft is er
overleg met rijkswaterstaat in Utrecht geweest. Op
het ogenblik vindt er ambtelijk overleg over plaats.
Er worden tekeningen gemaakt. Het gaat nu nl. om
de plaats. Wij hebben het idee dat rijkswaterstaat de
t unnel eigenlijk op een andere plaats wil hebben dan
die waarop wij hem graag zouden zien. Er worden nu
plannen uitgewerkt voor twee plaatsen. Het zal niet
zo lang duren voordat die plannen klaar zijn en dan
gaan ze naar de wijkraad in Soesterberg, opdat hij
kan uitspreken welk punt hij het beste vindt. Vervol
gens komt de zaak bij ons terug in de commissies. De
wijkraad zal er wel een keer extra voor moeten verga
deren, aangezien wij de plannen niet vóór 9 december
klaar konden krijgen en wij ook niet tot februari
1977 kunnen wachten om aan rijkswaterstaat te zeg
gen waar wij de tunnel graag willen hebben.
De heer VAN POPPELEN: Ik kom er woensdagavond
op terug, mevrouw de voorzitter, omdat wij geïnfor
meerd zijn dat, hoewel altijd ontkend is dat het rijk
zou meebetalen, er wel wegen zijn te vinden om te
bereiken dat de rijkswaterstaat meebetaalt. Komt u
daar woensdag op terug?
Wethouder HOEKSTRA: Daar komt u op terug. Zo
ver
De VOORZITTER: Er zijn wel bruggen waaraan
rijkswaterstaat heeft betaald.
Wethouder HOEKSTRA: Er zullen best wel bruggen
zijn waaraan rijkswaterstaat heeft betaald, maar
De heer VAN POPPELEN: Er is altijd ontkend dat
rijkswaterstaat zou meebetalen,
Wethouder HOEKSTRA: Dat ontken ik op dit mo
ment nog.
Ik ben de vorige week in Utrecht geweest en toen heb
ik de vraag aan de heren gesteld. Zij hebben mij toen
gezegd dat er geen subsidie wordt gegeven, omdat zij
deze tunnel niet nodig vinden. Er is wel een regeling
voor allerlei subsidies ten aanzien van tunnels, wegen
en dergelijke, maar zij vinden dat deze tunnel in Soes
terberg niet nodig is. Daar zat ook de financiële ex
pert van rijkswaterstaat bij.
De heer VAN POPPELEN: Ik kom er woensdag wel
op terug.
Wethouder HOEKSTRA: Ik hoop dat ik ongelijk heb,
mevrouw de voorzitter, en dat rijkswaterstaat de tun
nel betaalt.
De VOORZITTER: Ja, als de heer Van Poppelen
daarvoor kan zorgen, dan graag.
De heer DE WILDE: Rijkswaterstaat betaalt waar
schijnlijk alleen dan wanneer door een kunstwerk een
ongelijkvloerse kruising vervalt. Dat zal het probleem
wel zijn.
De VOORZITTER: Ja.
De heer DE WILDE: Dat vervallen van een ongelijk
vloerse kruising zal hier niet het geval zijn,
De VOORZITTER: Het is hier inderdaad niet het ge
val.
256
De heer DE WILDE: omdat er een voetgangerstun
nel wordt gebouwd en er een gelijkvloerse kruising ge
handhaafd blijft.
De VOORZITTER: Inderdaad.
De heer DE WILDE: Dat is het beroerdste van het
probleem.
Wethouder HOEKSTRA: Ja, dat is het hele probleem.
De heer DE WILDE: Als wij de hele gelijkvloerse krui
sing konden opruimen, zou de zaak waarschijnlijk ge
makkelijker zijn.
De VOORZITTER: Ja, maar dat kan niet.
De heer DE WILDE: Ik meen dat wij zouden moeten
vergelijken met de situatie bij de Paradijsweg bij de
nieuwe rijksweg 23 die om Amersfoort heen is gelegd.
De VOORZITTER: Ja.
De heer DE WILDE: Daar zou u toch nog eens moe
ten kijken. Want daar heeft rijkswaterstaat wel be
taald.
De VOORZITTER: Inderdaad.
Wethouder HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter. Ik
kan de heer De Wilde zeggen, dat ik er niet de minste
moeite mee heb om de rondvraag van de commissie
openbare werken openbaar te doen zijn, zoals ook in
andere commissies de rondvraag openbaar is. Ik weet
niet hoe de andere leden van het college hierover den
ken.
Wij zijn druk bezig met de maquette van de Centrum-
weg.
Wij hebben dit jaar ons best gedaan om te komen tot
de aanstelling van een bedrijfsmaatschappelijk werker
c.q. werkster. Er is twee keer een desbetreffende op
roep geweest en wij hebben ook twee keer sollicitan
ten gehad. De laatste keer hebben wij zelfs heel erg
geaarzeld en ons er met het hele college over gebogen,
maar wij hebben niet de vrijheid gehad om de persoon
over wie het toen ging, te benoemen. Wij zijn dus
weer bezig met nieuwe oproepen en wij proberen hier
verder aan te voldoen.
Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! De
eerste twee alinea's over onderwijs op pagina 12 van
de nota van aanbieding, waarover de heer Van Poppe
len heeft gesproken, zijn eigenlijk bedoeld in de eerste
plaats om een inleiding te vormen voor hetgeen er in
de nota van aanbieding verder over onderwijs volgt en
in de tweede plaats ook om aan te geven, dat bepaal
de veranderingen om ons heen een dergelijke inleiding
mogelijk maken. Ik zou wat in details kunnen treden,
teneinde dit nader toe te lichten. Het is duidelijk dat
ook bij het onderwijs het proces van democratisering,
inspraak en openheid steeds meer gestalte gaat krij
gen. Dat blijkt met name uit het feit dat de ouders te
genwoordig meer belangstelling krijgen voor het on-
derwijsgebeuren. In dit verband is het misschien aar
dig te citeren hetgeen staatssecretaris De Jong ergens
heeft gezegd: „De vensters van de school geven ener
zijds de ouders nu inzage in hetgeen er in de school
gebeurt en anderzijds zouden ze de school zelf een
blik op de maatschappij moeten doen werpen."
Verder vind ik dat er ook met betrekking tot de indi
viduele begeleiding tegenwoordig veel meer gebeurt
dan vroeger. Ik denk hierbij met name ook aan het
geen er voor de buitenlandse kinderen gebeurt in
Soest, waarbij er zelfs in de eigen taal wordt gedo
ceerd. Ook dat heeft meer belangstelling en moet
meer belangstelling hebben dan het vroeger wel eens
gehad heeft.