het
Voorts is het de raad bekend, dat er in Soest het afge
lopen jaar een v.o.s.-cursus is geweest. In het verleden
is hier in de raad ook gezegd dat de rol van de vrouw
een belangrijkere aan het worden was en de v.o.s.- cur
sus die nu in Soesterberg wordt gehouden, geeft aan
dat er ook aan dat aspect aandacht wordt besteed.
Verder zijn wij in Soest bezig om te bekijken in hoe
verre hier een moeder-m.a.v.o. van de grond kan wor
den gebracht. Ik moet hierbij wel aantekenen, dat
wij wel hebben te maken met een circulaire die in Den
Haag is geschreven en die erop wijst, dat zo'n m.a.v.o.
natuurlijk wel met een avondschool samen moet ge
beuren. Volgens persberichten zou dat zo maar kun
nen, Ik hoop dat dat zo is, maar wij moeten het toch
wel heel goed onderzoeken.
De minister heeft een aantal integratieprojecten in het
vooruitzicht gesteld waaraan een aantal scholen zou
kunnen meedoen. Wij hebben maatregelen genomen
om te bekijken in hoeverre er in Soest ook kan wor
den ingespeeld op deze voornemens van de minister.
Dus ook wat dat betreft is er sprake van een aanpas
sing aan hetgeen er om ons heen gebeurt.
Verder is het zo dat tegenwoordig ook de culturele
vorming een belangrijk aspect is bij het onderwijs. In
dat kader is de begrotingspost voor de culturele vor
ming van de schooljeugd verhoogd. Er zijn thans be
sprekingen met alle geledingen van het onderwijs gaan
de om te bekijken hoe wij op basis van deze begro
tingspost deze vorming op de beste wijze gestalte kun
nen geven.
Wat de schoolbegeleidingsdienst (ook wel schoolad
viesdienst of onderwijsadviesdienst genoemd) betreft
staat het college grotendeels achter hetgeen de heer
Van Poppelen namens de C.D.A.-fractie heeft gesteld.
Er is alleen één aspect dat nog speciale aandacht ver
dient, nl. het financiële aspect. Het is nl. zo, dat er
toch wel van moet worden uitgegaan, dat de finan
ciën voor deze zaken in de toekomst voor plus mi
nus 20 a 25% door het rijk zullen worden vergoed en
wat de resterende 75 a 80% betreft van de gemeenten
zullen moeten komen.
Ik ben het er volstrekt met de heer De Wilde over
eens en betreur het met hem, dat de regionalisering
van de schooladviesdienst nauwelijks vooruitgang te
zien geeft. Er zijn terzake voortdurend besprekingen
aan de gang tussen de onderwijsadviesdienst Amers
foort en de schoolbegeleidingsdienst Baarn. Het is
momenteel zo dat bestuurlijk en op stafniveau de be
sprekingen eigenlijk zijn afgerond. Er is op dit mo
ment zelfs een werkplan aanwezig. Wij zouden dus zo
kunnen beginnen. Maar het is op dit moment ook zo,
dat de protestants-christelijke en de rooms-katholieke
rayonschoolraden bezwaren hebben met betrekking
tot drie aspecten, nl. de bestuurssamenstelling, de fi
nanciering en de personeelssamenstelling. Deze zaken
hebben de grote aandacht en zullen dus moeten wor
den opgelost. De onderwijscommissie van Eemland
heeft contact opgenomen met de beide genoemde
rayonschoolraden; daar is helaas tot nu toe nog geen
antwoord op gekomen. Wij hebben als schoolbegelei
dingsdienst en onderwijsadviesdienst thans nogmaals
bij Eemland op spoed aangedrongen, opdat wij nu in
het bezit komen van de standpunten van deze beide
schoolraden. Ik hoop dat er wat dat betreft spoedig
een oplossing komt. Wij zullen op spoed blijven aan
dringen.
Hetgeen de heer Van Poppelen met betrekking tot de
nieuwbouw van de rooms-katholieke m.a.v.o. naar vo
ren heeft gebracht betreft zaken die uiteraard ook bij
het college bekend zijn. Het college heeft besloten om
een brief aan het ministerie te sturen, teneinde de be
langrijkheid van de nieuwbouw nog eens extra te on
derstrepen. Het is natuurlijk een bestuurskwestie, maar
het college is gaarne bereid om dit belang voor de
rooms-katholieke m.a.v.o. nog eens te onderstrepen.
Ik weet niet of de brief al uit is; zo niet, dan ligt hij
gereed.
Er zijn besprekingen met de Da Costaschool aan de
gang. Er is thans een onteigeningsprocedure gaande,
teneinde terzake een oplossing te vinden.
Met betrekking tot hetgeen de heer De Wilde heeft
gesteld ten aanzien van het zwembad zou ik het vol
gende willen opmerken.
Ik weet niet of wij bij dit geval naar een buurgemeen
te moeten kijken waar ook een zwembadprobleem is.
Wij in Soest zijn inderdaad gewend geraakt aan de ge
dachte, dat er een groot overdekt zwembad zou moe
ten komen. Wij hebben in de beantwoording in het
kader van het afdelingsonderzoek gezegd, dat wij be
zig zijn om te bekijken wat wij hieraan kunnen doen.
In het bestuur van de Stichting Zwembaden zal een
commissie zich met deze zaak gaan bemoeien. Wij ho
pen dan ook dat er spoedig een oplossing zal komen.
Wel zal er natuurlijk op een gegeven moment een pri
oriteitenafweging moeten komen. Wij allen zijn op de
hoogte van het feit dat zwemmen wat dat betreft
geen goedkope sport is. In het investeringsplan 1971
staat terzake een bedrag van f. 3 miljoen vermeld. De
prijzen zijn sindsdien veranderd en wellicht zal ook
dit bedrag enige wijziging ondergaan.
Het is de raad bekend wat er de achtergronden van
zijn dat de totstandkoming van een samenwerkings
school voor h.a.v.o.-v.w.o. niet is doorgegaan. De zaak
is uitgebreid besproken in de onderwijscommissie en
in de schoolraad. De gemeente heeft onzes inziens
alles gedaan om te bekijken wat er op dit plan haal
baar zou zijn. Er zijn twee instellingen geraadpleegd,
nl. het C.O.G.V.O. en het E.T.I., en de keiharde cij
fers geven nu eenmaal aan, dat op het moment waar
op het laatste onderzoek verricht was, het voor Soest
een onhaalbare kaart was, gezien de bevolkingsgetal
len die daarbij gehanteerd worden.
De nota jeugdbeleid is thans in bewerking. Het tweede
concept is bijna gereed. De zaak komt dan naar het
college en gaat vervolgens naar buiten toe. Daarop
gaat het terug naar de instellingen en daarop komt het
weer bij het college. Ik weet niet of ik wat optimis
tisch ben met betrekking tot de tijdplanning, maar ik
durf wel te zeggen - onder voorbehoud; men mag mij
er later niet op binden, want ik weet gewoon niet of
het haalbaar is - dat wij menen, dat het in april of
mei wel in de raadscommissies zou kunnen zijn.
Degenen die bezig zijn met het rapport met betrek
king tot het al dan niet tot stand brengen van een
l.o.m.-school, hebben ons gezegd, dat zij wellicht in
januari hun voorbereidingen beëindigd zullen hebben.
De raad en ik zullen er dan te zijner tijd wel op terug
komen. Trouwens, in de onderwijscommissie kan er
altijd naar gevraagd worden.
Er zijn op het ogenblik drie sportcommissies aan het
werk, nl. ten aanzien van respectievelijk de basisvoor
zieningen, de tarifering en de subsidiëring.
De commissie basisvoorzieningen is nog bezig met de
257