helemaal met de heer Van Poppelen over eens, dat
we weer een actieve grondpolitiek zullen moeten gaan
voeren. Wij doen ons best De raad weet dat. Maar de
raad weet ook dat wij met betrekking tot de aankoop
van sommige stukken grond van gedeputeerde staten
de boodschap hebben gekregen dat we niet mochten
aankopen voordat er goedgekeurde bestemmingsplan
nen zouden zijn, Dit leidt tot de vraag: Waar moet je
nu mee beginnen, met de kip of met het ei? Wij mo
gen op het ogenblik geen grond meer aankopen wan
neer wij niet kunnen aantonen dat wij de grond bin
nen afzienbare tijd nodig hebben Wij hebben een paar
waarschuwingen gehad. Wij zouden de desbetreffende
namen kunnen noemen. Ik zal dat hier in het open
baar niet doen, maar de heer Van Poppelen kent ze
ook. Ik zou willen stellen dat wij op het ogenblik ten
aanzien van de plannen ten opzichte waarvan wij nu
het gevoel hebben dat ze verwerkelijkt zullen worden,
een bijzonder actief grondbeleid moeten gaan voeren.
Maar dat er een periode is geweest waarin we wat voor
zichtig aan hebben gedaan is ook logisch en het was
naar ik meen ook het gevoelen van de raad dat dat
moest.
De heer VAN POPPELEN: Ja, van deze raad.
De VOORZITTER: Ja.
Dames en heren. Wat de winkelvoorzieningen betreft
zijn we het er met de heren De Wilde en Van Poppe
len helemaal over eens, dat wij de belangen van de ge
vestigde ondernemers die misschien nergens anders
naar toe kunnen, in het oog moeten houden. Wij
dachten dat juist in verband met de behandeling van
het Centrumplan deze zaak aan de orde zal moeten
komen, waarbij het voorlopige standpunt van het
college nog altijd is, dat we moeten streven naar een
concentratie en dat we dus met betrekking tot de ver
spreide winkelvestigingen in sommige gevallen andere
bestemmingen zullen moeten leggen. Wanneer er dan
schade wordt geleden ex artikel 49, dan is het een
duidelijke zaak dat er schadevergoeding moet wor
den gegeven. Wanneer er mogelijkheden zijn om de
zaak te kopen, dan staan wij daar zeker niet altijd on
welwillend tegenover, maar dan zullen wij toch de (fi
nanciële) belangen van de gemeente en de belangen
van de ondernemers moeten gaan afwegen. Dat zal
dus steeds een keuze zijn, waarbij steeds zal moeten
worden bekeken wat de beste oplossing is voor de in
dividuele ondernemer Maar ik geloof dat wij allen wel
op dezelfde lijn zitten in die zin, dat wij het erover
eens zijn, dat wij uitermate voorzichtig moeten zijn
en dat wij tegelijkertijd onze vierkante meters en on
ze koopkrachtafvloeiing als wij met concentreren, in
de gaten moeten houden. Ook dat is niet zo'n ver
schrikkelijk gemakkelijke zaak.
Ik meen dat wat hier over het politiseren van Eemland
is gezegd eigenlijk meer een zaak van de fracties dan
een zaak van het college is. Het lijkt mij het beste dat
de fracties zich over de desbetreffende motie van de
heer De Wilde c s. uitspreken op het moment waarop
Eemland hier aan de orde is, waarbij ik denk aan het
moment waarop wij in het kader van hoofdstuk II de
financiële aspecten van Eemland bekijken
Ik meen ook dat de motie van de heer Visser over het
vragenhalfuurtje kan worden behandeld in het kader
van de behandeling van hoofdstuk II, waarbij ik met
name denk aan de post „Vergoedingen aan de leden
van de raad". Ik geloof dat burgemeester en wethou
ders hun standpunt ten aanzien van het vragenhalfuur
tje hebben bepaald en wij wachten dus graag de reac
ties van de raad ten aanzien van dit punt af.
Ik meen dat ik in eerste instantie al iets heb gezegd
ten aanzien van de vraag van de heer De Wilde of alle
bestaande gemeenschappelijke regelingen in Eemland-
verband zouden kunnen worden gegoten wanneer het
Samenwerkingsorgaan Eemland rechtspersoonhjkheid
zal hebben gekregen. Ik heb het gevoel dat dat wat
sommige betreft wel het geval zal kunnen zijn, maar
dat er ook regelingen zijn ten aanzien waarvan dat niet
het geval zal kunnen zijn doordat ze niet de regio
Eemland bedekken óf doordat ze eroverheen gaan óf
doordat ze kleiner zijn. Het lijkt mij datje per ge
meenschappelijke regeling zult moeten bekijken of ze
past in Eemlandverband dan wel het beter is om
haat als aparte regehng te laten bestaan Maar het is
wel de bedoehng (zo hebben wij er althans altijd over
gefilosofeerd) dat de regelingen die in Eemland kun
nen worden geincorporeerd, inderdaad in Eemland
worden geincorporeerd. Dat lijkt ons ook voor de
werkwijze ten aanzien van allerlei zaken beter, omdat
dan verschillende gemeenschappelijke regelingen
zogezegd in dezelfde hand komen en het tegenwoor
dig zo verschrikkelijk ondoorzichtig is welke ge
meenschappelijke regelingen er zijn, op welke manier
ze worden gehanteerd, door wie ze worden bestuurd
en wat de verschillende bevoegdheden van de verschil
lende bestuurslagen zijn.
Wij zullen de kwestie van de verkeersveiligheid in't
Hart aan de orde moeten stellen bij het hele ontwik
kelingsplan, aangezien de afwikkeling van het ver
keer daar duidelijk heeft te maken met het verkeers
circulatieplan en wij geen belemmeringen kunnen in
bouwen zonder dat wij alternatieve routes hebben
bedacht. Dit is wel iets dat zo spoedig mogelijk moet
gebeuren, maar je kunt niet iets gaan afsluiten zon
der dat je eerst de consequenties daarvan hebt over
zien.
Er is door de heer Van Poppelen ook nog gesproken
over de Centrumweg
De heer VAN POPPELEN: Ja, om duidelijk te ma
ken dat wij het standpunt dat wij in de vergadering
over de raamstructuur hebben ingenomen, volledig
handhaven.
De VOORZITTER: Akkoord.
De heer VAN POPPELEN: Ik wijs u er overigens op,
dat u het wel over de middenstand heeft gehad, maar
niet over het verplaatsen van agrarische bedrijven naar
de Flevopoldet heeft gesproken.
De VOORZITTER: Ik was nog bezig. Ik vind het een
interessante zaak om te onderzoeken of agrarische be
drijven uit Soest naar de Flevopolder zouden kunnen
worden verplaatst, Ik heb maandag gezegd dat het
mij uitermate moeilijk lijkt om voor alle bedrijven die
uit de kom weg zouden moeten, in onze gemeente
een plaats te vinden. Voor sommige zullen we wel een
plaats kunnen vinden, in het kader van de wijzigings
bevoegdheid die we hebben, in het plan Landelijk Ge
bied, maar ik dacht niet dat we alle bedrijven in kwes
tie een goede plaats zouden kunnen geven. Je zou in
dit verband ook kunnen denken aan de polder Zel-
dert, want het is natuurlijk beter om daar mooie
boerderijen in te passen dan om er woningbouw tot
stand te brengen. Maar goed, ik vind de gedachte
om eens na te gaan
De heer VAN POPPELEN: Er zijn gemeenten die het
doen.