gelijk is dat ongeorganiseerden deel nemen aan het
georganiseerd overleg, heeft mevrouw Van Gelder ge
zegd dat er met het oog daarop bijvoorbeeld dienst
commissies of iets dergelijks zouden moeten worden
ingesteld. Als ik het goed weet dan is er bij gemeente
werken al een dergelijke commissie werkzaam. Ik
meen dat dat op zich zelf een goede zaak is, maar dat
het anderzijds toch ook wel wat vreemd is, dat er wat
dit betreft twee soorten personeel schijnen te zijn, nl.
een personeel (van gemeentewerken) met een dienst
commissie en een (onder de gemeentesecretarie res
sorterend) personeel zonder dienstcommissie. Ik zou
dan voor het gehele personeel dienstcommissies wil
len hebben.
Ik neem aan dat mevrouw Van Gelder met wat zij
heeft gezegd over het instellen van een commissie
personeel en organisatie heeft bedoeld te zeggen, dat
zij de raad voorstelt om een commissie van bijstand
in het leven te roepen die zich alleen met personeels
zaken belast. Als dat zou gebeuren en er ook dienst
commissies zouden komen, dan zou je dienstcommis
sies, het georganiseerd overleg en een commissie van
bijstand voor personeelszaken hebben. Ik heb daar
niet zo erg veel behoefte aan en ik zal ook zeggen
waarom ik er niet zo veel behoefte aan heb. Praktisch
alle zaken die het personeel wat de primaire en se
cundaire arbeidsvoorwaarden betreft raken, worden
in het georganiseerd overleg besproken, zo niet op lan
delijk niveau, dan toch in ieder geval op het plaatse
lijke niveau. De meeste regelingen worden ons gewoon
van rijkswege, dus van boven af opgelegd en zijn in
het centraal georganiseerd overleg doorgesproken.
Daar kunnen wij dan wel neen tegen zeggen, maar dan
zegt de minister ja. Het heeft natuurlijk geen enkele
zin om daarvoor een commissie in het leven te roepen,
maar ik wil hierover graag wat nadere informatie van
mevrouw Van Gelder vernemen. Zoals ik er nu tegen
aan kijk, dacht ik dat het toch wel een beetje te veel
van het goede zou zijn als wij overal commissies voor
voorstelden.
De heer VAN AALST: Mevrouw de voorzitter! Vol
gendjaar gaat de ambtenaar van de hulpsecretarie
Soesterberg met pensioen. Er leeft bij de bevolking
toch wat ongerustheid over de openstelling van deze
hulpsecretarie. Tijdens de verlofperiodes die momen
teel door de ambtenaar worden opgenomen, blijkt
dat het toch wel problemen geeft om voor een een
voudige aangifte naar Soest te moeten gaan met het
openbaar vervoer. Dat kost je twee en een half uur.
Wij krijgen ook nog een toevloed van Amerikanen,
waarbij ik heb begrepen dat de betrokken vrouwen
en kinderen onder het burgerlijk bestuur van Soest
blijven.
Welke visie denkt het college erop na te gaan hou
den om een en ander in Soesterberg elegant en vlek
keloos te laten verlopen?
De heer LANGE: Mevrouw de voorzitter! Ik heb be
grepen dat het functiewaarderingssysteem hier nu be
staat, dat de functies geinventariseerd en op hun
waarde ingeschat en ingeschaald zijn. Volgens mij is
dat de basis waarop wij verder kunnen gaan. Ik zou
nu graag antwoord van het college hebben op de vol
gende vragen.
Hoe gaan wij nu verder Hoe denkt het college dat
dat dan in deze gemeente georganiseerd moet wor
den? Wat voor structuren brengt het college hierin?
Wat voor permanente structuur brengt het college er
in? Wat voor evaluatiemethoden houdt het college
dan over?
Wethouder HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter!
Wie veel beloven en weinig doen, zijn gelijk een ma
ger hoen dat wel kakelt op de stok, maar geen ei
legt in het hok.
Dit rijmpje schoot mij te binnen toen mevrouw Van
Gelder aan het woord was. Mevrouw Van Gelder
heeft dan het ei gelegd dat hier ligt.
De heer DE WILDE: Ik wilde net vragen wie de kip
is.
Wethouder HOEKSTRA: Over het algemeen degene
die het ei legt.
Mevrouw de voorzitter. Mevrouw Van Gelder heeft
precies geciteerd wat u verleden jaar heeft gezegd.
Wij hebben inderdaad wel enkele keren vergaderd,
maar niet op de manier die mevrouw Van Gelder
heeft bedoeld. Ik zou mevrouw Van Gelder het vol
gende willen voorstellen: Laten wij niet tot 28 fe
bruari 1977 wachten, maar vandaag met de vier le
den een dag in de eerste week van januari 1977
afspreken; laten wij aldus voorafgaande aan het over
leg dat er in januari in het kader van het georgani
seerd overleg zal plaats vinden, een uitgebreide dis
cussie hebben over deze zaak; wat mij betreft trekt u
er dan met elkaar een hele middag of een hele avond
voor uit, zodat wij er eens rustig met elkaar over
spreken. Ik meen dat dit de beste toezegging is die
ik op dit moment kan doen en dat wij als wij dienover
eenkomstig te werk gaan, het jaar 1977 in ieder geval
goed beginnen. Het is niet helemaal vergeten, wij heb
ben er ook wel wat aan gedaan. De plaatsvervangende
leden zijn er immers ook steeds bij geweest. Maar ik
moet toegeven dat het niet helemaal zo uit de verf
is gekomen als het verleden jaar is beloofd. Laten wij
dat dan dadelijk herstellen en het volgend jaar goed
beginnen. Misschien wil mevrouw Van Gelder dan
zeggen: Dan is de door mij ingediende motie op dit
moment overbodig en dan beginnen wij ogenblikke
lijk in januari aan een goede trek.
Naar aanleiding van hetgeen mevrouw Van Gelder
heeft gezegd over medezeggenschapscommissies kan
ik zeggen dat er bij gemeentewerken zo iets bezig
is, met dien verstande, dat men het niet een mede
zeggenschapscommissie, maar een dienstbespreking
noemt.
In het gemeentehuis horen wij daar nooit zo veel
van. Je ziet elkaar natuurlijk in het gemeentehuis.
Wanneer de heer Verheus vraagt of er twee soorten
personeel zijn, dan zeg ik dat dat niet het geval is,
maar dat het wel zo is, dat het in het gemeentehuis
heel anders is dan bij gemeentewerken, datje in het
gemeentehuis om elkaar heen loopt te darren, dat je
daar elkaar wat meer ziet, datje daar wanneer je bij
bijvoorbeeld registratuur moet zijn, eens iemand te
gen het lijf loopt,dat je er in de leeskamer enz. eens
wat raadsleden tegen het lijf loopt enz. Bij gemeen
tewerken is het leven inderdaad een beetje anders. Ik
kom daar natuurlijk regelmatig, maar je ziet er wei
nig mensen van bijvoorbeeld de plantsoenendienst
en de vuilophaaldienst. Als je hen wilt zien, dan moet
je de wijk in. Mijn ervaring is datje bij gemeentewer
ken elkaar niet zo tegen het lijf loopt als in het ge
meentehuis het geval is. Dat komt natuurlijk ook
door het gemeentehuis dat wij hebben: als je naar de
secretaris wilt, dan moetje door drie kamers heen
om er te komen.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Dat heeft dus duide
lijk zijn voordelen.