De heer LANGE: Dan moet ik al mijn gedichten nog maken. De heer VAN POPPELEN: De mens is nog altijd be langrijk, vind ik en het gezin bovendien. De VOORZITTER: Dames en heren! Ten aanzien van de notulen van begrotingsvergaderingen moeten wij ons voorstellen dat de meeste gemeenten die ge bruik moeten maken van dezelfde service, omstreeks deze tijd de begroting behandelen en dat dat bete kent, dat het werkschema voor het vervaardigen van de begrotingsnotulen anders ligt dan dat voor de ver vaardiging van de notulen van de normale vergaderin gen die in de loop van het jaar plaats vinden. Dat de notulen van de vorige begrotingsbehandeling bijzon der laat zijn binnengekomen, is gekomen doordat de gene die hier de begrotingsvergaderingen had bijge woond ter opneming van het gesprokene, door ziek te verhinderd was de notulen eerder te maken. Het is, zo heb ik begrepen, praktisch ondoenlijk dat iemand anders dat werk overneemt; het is een werk dat echt aan iemand gebonden is, want als je de sfeer in de vergaderingen niet hebt meegemaakt, dan kun je de desbetreffende notulen niet maken. Wij drin gen altijd op spoed aan, maar wij moeten er ook be grip voor hebben dat de decembermaand overladen is voor degenen die het werk moeten doen. Ik geloof dat ik vooralsnog helaas neen moet zeg gen op de vraag of wij in het vervolg de begroting in november kunnen behandelen, Je moet in de zomer tijd op een bepaald moment kunnen beginnen, aan gezien er ook een aantal ambtenaren bij betrokken is die als alles bij elkaar is geraapt, eraan moeten wer ken. Misschien zou het ooit anders worden als wij beleids plannen zouden hebben en zouden kunnen werken zoals men in Eindhoven werkt. Ik weet dat niet. Wij kunnen misschien bekijken of wij de begrotingsbe handeling één week of iets dergelijks zouden kunnen verschuiven, maar het zal niet mogelijk zijn om wat dat betreft veel te verschuiven. Met betrekking tot de wens van de heer Visser om de begrotingsbehandeling volgend jaar te doen plaats vinden niet op 7, 8 en 9 december, doch net als dit jaar op 6, 8 en 9 december te doen plaats vinden moet ik zeggen, dat er één vaste afspraak is waar ook ik niet aan tornen wil, nl dat het instructielokaal van de brandweer des dinsdags ter beschikking is van de brandweer. Daar zou misschien wel aan kunnen wor den getornd, maar wij hebben duidelijk afgesproken, dat wij daaraan liever niet zouden tornen, omdat het in een heel schema van instructie-avonden en oefen avonden ingebed is. Wanneer wij over een eigen raad zaal beschikken, is het wat dat betreft allemaal gemak kelijker Ik beloof dat wij het nog eens zullen bekij ken, maar ik zie het niet helemaal zitten, tenzij wij de begrotingsbehandeling een week uitstellen Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN- BERG: Neen, dan zitten we vlak voor Kerstmis. De VOORZITTER: Ik geloof, dames en heren, dat dit niet een zaak is die wij hier met ons allen moe ten bespreken. Wij zullen het nog eens bekijken en er dan in het seniorenconvent over overleggen, Ik wilde alleen maar duidelijk maken dat het ingewikkelder is dan men wellicht denkt. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter Ik wil iets zeggen naar aanleiding van volgnummer 2.96. U heeft gisteravond gesteld, dat inspraakgroepen geen behoefte meer aan begeleiding hebben. De VOORZITTER: Van het ontwikkelingsplan. De heer VISSER: De inspiaakgroep die thans bezig is. Maar ik merk ook niet dat bijvoorbeeld de in- spraakgroep van Soest-Midden wordt begeleid door een bureau Ik vraag mij dan ook af waar deze post van f. 20.000,- nog voor nodig is. De heer STORIMANS: Van f. 60,000,-. De VOORZITTER: De post betreft inderdaad f. 60.000,-. Ik dacht dat wij het komende jaar juist zullen worden geconfronteerd met belangrijke bestemmingsplannen ten aanzien waarvan wij verwachten dat er sprake zal zijn van een belangrijke mate van inspraak. Ieder be stemmingsplan is belangrijk, maar de mate waarin men inspreekt, is bij het ene bestemmingsplan anders dan bij het andere Wat het ontwikkeEngsplan betreft is er gesproken met de groepen die gingen werken Zij hebben ge zegd: Wij hebben geen behoefte aan externe begelei ding. Ten aanzien van de Albert Cuyplaan is dat ook zo geweest. Ten aanzien van Soest-Midden moet het overleg met degenen die zich hebben opgegeven voor werkgroepen, nog plaats vinden. Maar wij komen in het komende jaar heel duidelijk voor heel belangrijke bestemmingsplannen te staan. Dames en heren Op dezelfde bladzijde van de begro ting waarop het zoéven besproken volgnummer staat, staat ook de post betreffende de kosten van het Sa menwerkingsorgaan Eemland. Hierbij is ook aan de orde de motie van de P. v.d. A.-fractie over het sa menwerkingsorgaan, De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! Ik zou het op prijs stellen als de behandeling van de motie van de P. v.d A.-fractie naar vanmiddag werd verschoven, zodat wij er ons in de fractie nog even over kunnen beraden. De VOORZITTER: Goed. Dames en heren. Ik stel u voor zich ermede te vere nigen, dat de motie van de P. v.d. A.-fractie over het Samenwerkingsorgaan Eemland vanmiddag opnieuw aan de orde wordt gesteld. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van de voorzitter besloten. De VOORZITTER: Dames en heren! U heeft zich ook nog uit te spreken over de motie van de heer Visser inzake het opnieuw instellen van het vragen- halfuurtje. Ik heb gisteren gezegd dat van onze kant niet de sug gestie zal worden gedaan om het vragenhalfuurtje te continueren en te formaliseren. Wij hebben een vra genhalfuurtje gehad bij wijze van proef Als u het wilt continueren, dan zal het reglement van orde dienover eenkomstig moeten worden aangepast. De heer LANGE: Mevrouw de voorzitter! Ook wat deze belangrijke zaak betreft vinden wij dat wij eerst even met elkaar moeten kunnen overleggen. Daarom zouden wij graag ook de behandeling van deze motie naar vanmiddag verschuiven. De VOORZITTER: Goed, dan wordt ook deze mo tie naar vanmiddag verschoven, dames en heren. De heer VERHEUS: Mevrouw de voorzitter! Punt i onder volgnummer 2.100 betreft het verstrekken van boekjes aan achttienjarigen. Er is terzake voor 1977 geen uitgave geraamd. De in het verleden verstrekte boekjes vonden wij allen niet zo erg geslaagd. Maar het lijkt mij niet juist om te zeggen: Nu doen wij niets meer. In mei 1977 zal er bij de dan te houden 298

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1976 | | pagina 299