ter hand worden genomen en dat de discussie een
beetje voortgang vindt. Want als we dan weer zes jaar
moeten wachten voordat men erop uitgestudeerd is,
zouden wij nergens zijn.
Daarop vooruitlopende hebben wij in de commissie
maatschappelijk werk toegezegd dat burgemeester en
wethouders van Soest aan burgemeester en wethou
ders van Amersfoort kenbaar zullen maken dat wij
graag aansluiting willen vinden op het gebied van de
voorlichting op de scholen. Er is terzake al een amb
telijk contact geweest tussen ambtenaren van onze
gemeente en de directeur van de g.g.d. in Amersfoort.
Daarbij is ons gebleken dat er in Amersfoort nog
ruimte voor ons is. Ik stel mij voor dat wij dat over
leg voortzetten en dit tegelijkertijd officieel aan
kaarten bij het college van burgemeester en wethou
ders van Amersfoort, dat wij de commissie maat
schappelijk werk binnen drie maanden inzage geven
in de mogelijkheden die de g.g.d. Amersfoort ons op
dit moment kan bieden (die mogelijkheden zijn echt
ruim en als wij van alle mogelijkheden gebruik maken,
zal het ons bepaald niet een kleinigheid kosten), dat
wij daar in de commissie voor maatschappelijk werk
een keuze uit maken en dat wij dat laten resulteren
in een voorstel vanuit de commissie maatschappelijk
werk aan het college waarin puntsgewijze precies
wordt aangegeven welke diensten van de gemeente
Amersfoort wij willen gebruiken en wat ons dat zou
kosten. De raad moet zich realiseren dat als wij voor
uitlopen op de districtsgezondheidsdienst, de finan
ciële consequenties erg groot kunnen zijn. Dat moe
ten wij dan met elkaar onder ogen durven te zien.
In de nota inzake de gemeentelijke gezondheidszorg
en organisatie van de geneeskundige inspectie van
volksgezondheid van 1966 was sprake van een mini
mum inwonertal van 80.000 tot 100.000 voor een
g.g.d. Daarop was de oprichting van de g.g.d. in
Amersfoort geënt, zodat wij hier niet kunnen zeggen
(wij zouden het eigenlijk ook niet mogen zeggen, want
wij hebben er niets mee te maken) dat de g.g.d. in
Amersfoort te gemakkelijk is opgezet en financieel te
ruim in de jas zat. In 1972 is er weer een rapport ge
komen en daarin werd voor een g.g.d. een inwonertal
van 150.000 als minimaal aangemerkt. Ik meen dat
het meer verantwoord is om nu vooruitlopende op
de d.g.d. tijdelijk diensten van Amersfoort te gaan hu
ren dan om nu zelf een organisatie in het leven te
roepen die je te zijner tijd zou moeten inpassen,
Wat het overleg met huisartsen en apothekers betreft
is tijdens het afdelingsonderzoek Culemborg als voor
beeld genoemd. Wij hebben daarna contact gehad
met de gemeente Culemborg. Gebleken is dat het
daar een volkomen particulier initiatief betrof en dat
men helemaal geen heil zag in een intermediair van
de gemeente. In een gesprek met de particuliere initia
tiefnemer is mij gebleken dat hij het zelf wilde oplos
sen. De gemeente heeft zich er niet mee bemoeid. Dit
wil niet zeggen dat wij niet zouden willen proberen
om in de commissie gezondheidszorg te pleiten voor
het overleg. Ik vind dat deze commissie daarvoor het
juiste orgaan is. Ik zie geen heil in het benaderen van
de huisartsen en de apothekers persoonlijk. Ik vind
dat dat onze taak niet is In de commissie gezondheids
zorg zijn de artsen en alle betrokken disciplines verte
genwoordigd en die commissie is het podium daar
voor. Wij moeten hierbij zo reëel zijn te beseffen dat
wij het alleen maar heel vriendelijk kunnen vragen.
Wij hebben in dezen tenslotte te maken met vrije on
dernemers en wij zijn ervan afhankelijk of zij er al
dan niet zin in hebben. Een mens kan niet meer doen
dan zijn best. Het is al verschillende keren ter sprake
geweest. Wij zullen de moed niet opgeven, maar het
is voor mij de vraag of het bedoelde overleg op korte
termijn te realiseren valt.
Met betrekking tot de deskundigheid die wij volgens
mevrouw Van Gelder beslist wel zouden hebben bij
de gemeente, wil ik nadrukkelijk stellen dat op de
secretarie die deskundigheid niet aanwezig is. Voor die
deskundigheid zou je moeten beschikken over een
arts die op gelijk onderhandelingsniveau kan praten.
Ik blijf van mening dat je het niet op die manier, doch
alleen maar via de commissie gezondheidszorg moet
proberen.
Er is in de commissie gezondheidszorg ook gediscus
sieerd over de eerste-lijnsactiviteiten. Verschillende
participanten waren daar enthousiast over, sommigen
niet. Afgesproken is dat er zal worden geprobeerd ter
ondersteuning van de eerste-lijnsactiviteiten infor
matie-avonden te beleggen. Dat zullen wij ook zeker
doen.
Wat de schoolartsendienst en de schooltandartsen
dienst betreft kun je met elkaar van mening ver
schillen. Ik ben het er grotendeels met de heer Lange
over eens dat er sprake is van verspilling van gemeen
schapsgeld en dat het allemaal veel beter zou kunnen.
Een punt is natuurlijk wel dat de schoolartsendienst
niet iets is waarbij een gemeente zich vrijblijvend
kan aansluiten. Daar zijn richtlijnen voor en daar
moeten wij ons aan houden. Daar moeten wij ons,
misschien wel onder protest, dan maar bij neerleggen.
Toch denk ik dat als wij tot een d.g.d. geraken, er
ook daar oplossingen te vinden zullen zijn. En als in
Eemland onze vertegenwoordigers uit Soest er in het
komende jaar voor zorgen dat er meer activiteiten
op het gebied van de gezondheidszorg worden ont
plooid, dan denk ik toch wel dat wij in het begin van
1978 de eerste lezing voor een d g.d. hier in de raad
kunnen krijgen. Ik meen dat wij dan tegelijkertijd
wat kunnen gaan sleutelen aan de schoolartsendienst.
In het kader van het experiment tandheelkundige
verzorging in Soesterberg is men in eerste instantie
gestart met een mondhygiëniste. Verleden week zijn
ons de uitgangspunten en doelstellingen toegestuurd.
Zodra wij het desbetreffende stuk intern hebben ver
werkt, zal het uiteraard op de agenda van de com
missie maatschappelijk werk komen. Ik neem aan
dat dat in februari of maart zal gebeuren.
Wat de apotheekhoudende artsen in Soesterberg be
treft weet ik dat door een arts die daar opvolgt, aan
de provincie is gevraagd om de mogelijkheid om
apotheek te houden, Dat is natuurlijk een zaak van
de betrokken provinciale instantie. Ik wil toezeggen
dat wij er met de huisartsen in Soesterberg contact
over zullen opnemen hoe wij de problemen daar
verder moeten afhandelen. Maar ik zou toch in
eerste instantie daarover een discussie willen hebben
in de commissie gezondheidszorg. Want ik geloof
dat we deze commissie, wil ze levensvatbaar blijven,
niet kunnen passeren.
De VOORZITTER: Dames en heren! Ik heb het ge
voel dat als Eemland rechtspersoonlijkheid zal heb
ben (een zaak die nu de laatste technische afwikke
ling moet krijgen), het gevolg geven aan bepaalde
suggesties enz. in rapporten gemakkelijker zal zijn.
Er komt natuurlijk altijd de financiële kwestie aan te
307