hoefte aan het overblijven van de kinderen op de
scholen" luidt het antwoord van burgemeester en wet
houders: „Ja", Dit is het kortste antwoord in het ge
hele antwoord van burgemeester en wethouders op
het verslag van het afdelingsonderzoek. U zult be
grijpen - en als zodanig was de vraag natuurlijk ook
bedoeld - dat wij graag willen weten of het college
een dergelijk onderzoek wenselijk acht en of men be
reid is om dat aan te pakken. Graag hadden wij alsnog
hierop een antwoord.
Ook met het antwoord van het college op vraag 1.49
zijn wij niet geheel tevreden. Het college antwoordt
dat het de hoofden van scholen verzocht heeft zich
er ernstig over te bezinnen om gebruik te maken van
de mogelijkheden van integratie kleuteronderwijs-ba-
sisonderwijs waarvoor er door de minister extra gel
den ter beschikking zijn gesteld. Mijn vraag is dan:
Zijn er al reacties op? Zo neen, is het dan mogelijk
dat het college zelf met suggesties bij de hoofden
komt en dus enigermate het initiatief neemt?
Ook het antwoord op de vraag over de schoolbio-
loog kan ons niet helemaal bevredigen. Ook wij heb
ben grote waardering voor het werk dat door de
plantsoenendienst op dit punt wordt verricht, maar
toch geloof ik dat het zinvol is (dit blijkt ook al uit
het antwoord van het college) om een nader onder
zoek in te stellen. Als ik de wethouder maandag
avond jl. goed beluisterd heb, dan heeft het college
de heer Kampf gevraagd om zijn visie op papier te
zetten. Zou het niet dienstig zijn om daarnaast bij an
dere gemeenten waar het instituut schoolbioloog
reeds functioneert, te informeren hoe daar de erva
ringen zijn? Kan het college ons mededelen wanneer
wij in de commissie het resultaat van een dergelijk on
derzoek kunnen krijgen?
Wij betreuren het, naar ik denk samen met het colle
ge, dat de onderwijsvergoedingen die de rijksover
heid voor 1977 heeft vastgesteld, zodanig zijn, dat het
tekort op het kleuter- en basisonderwijs dat voor re
kening van de gemeente komt, sterk is toegenomen;
wat het kleuteronderwijs betreft met zo'n 25% en
wat het basisonderwijs betreft met omstreeks 73%.
Wanneer wij vervolgens het bedrag per leerling bekij
ken dat in Soest voor rekening van de gemeente komt
en dat vergelijken met de bedragen in de ons omrin
gende gemeenten, dan zien wij dat wij er wat het kleu
teronderwijs betreft nog niet zo gek op staan, dat
wat het basisonderwijs betreft Soest een middenmo
ter is en aanzienlijk minder uitgeeft dan bijvoorbeeld
Hilversirm. Misschien is hier de ruimte aanwezig om
bijvoorbeeld een schoolbioloog te betalen.
Wij zijn wel blij met het antwoord dat de wethouder
maandag jl. heeft gegeven ten aanzien van de regionale
schooladviesdienst, althans als wij daaruit terecht heb
ben begrepen, dat de taak van gemeentebesturen in
het bestuur van een toekomstige regionale onderwijs-
adviesdienst een tweeledige is, nl,de gemeentebestu
ren zijn belast met de zorg voor het onderwijs in het
algemeen en zij vormen het bestuur van het open
baar onderwijs. Uiteraard vinden ook wij dat de vrij
heid van onderwijs voor de verschillende richtingen
gewaarborgd dient te zijn
Wij sluiten ons gaar ne aan bij de zorg die van diverse
kanten is uitgesproken over de voortgang bij de tot
standkoming van de regionale onderwijsadviesdienst.
Wij zien graag een tussentijds rapportje daarover in de
onderwijscommissie tegemoet.
Over het antwoord van het college dat het bereid is
om zich te beraden over de instelling van een com
missie ex artikel 61 van de gemeentewet voor het be
heer en bestuur van de openbare scholen zijn wij
verheugd. Waar het hierbij voor ons om draait is de
vraag of door instelling van een dergelijke commissie
de democratisering van het onderwijs een stapje ver
der gebracht kan worden. In dit verband wil ik graag
iets citeren uit een redevoering die minister Van Ke-
menade op 17 november jl. heeft gehouden voor de
verenigingsraad van de protestant-christelijke vakor
ganisatie:
„Het is een illusie te wensen dat onderwijs dat wil
voorbereiden op een verantwoordelijke deelname
aan een democratische samenleving, het zelf zonder
eigen vorm van democratische samenwerking zou
kunnen stellen
Om deze zelfde reden is het dat wij een onderzoek
naar het instellen van een commissie ex artikel 61
van zeer groot belang achten. Onze vraag is dan ook:
Hoe denkt het college een dergelijk onderzoek aan te
pakken en op welke termijn denkt het college dat er
gerapporteerd zal worden?
Wij zijn dankbaar voor het door het college gegeven
overzicht betreffende de ontwikkeling van het aan
tal leerlingen per richting. Is mijn conclusie juist
wanneer ik stel dat het aandeel van het openbaar
kleuteronderwijs sterker is toegenomen dan dat van
het openbaar basisonderwijs sedert 1969? Zo ja, wat
zijn daarvan de oorzaken? Gaan er relatief veel kin
deren na het bezoeken van een openbare kleuter
school naar een bijzondere basisschool? Zo ja,
waarom? Graag had ik hierover een antwoord van
het college, maar ik begrijp dat dat misschien niet
stante pede kan worden gegeven; als het laatste het
geval is, zou ik het antwoord graag op een later
moment in de onderwijscommissie vernemen.
Over de situatie van het openbaar onderwijs in Soest-
Zuid is er in deze raad al veel gesproken. Ik zal er nu
dan ook niets anders over zeggen dan dat ik mij graag
aansluit bij de suggestie die door de V.V.D.-fractie
naar voren is gebracht.
Kranteberichten van ongeveer een jaar geleden sug
gereerden dat de nascholing voor kleuterleidsters en
onderwijzers per 1 augustus 1976 van start zou gaan.
Moet ik uit het antwoord van het college over de bij
scholing van onderwijzend personeel begrijpen, dat
die nascholing eerst in 1977 van start zal gaan? In
formeert het college onderwijzend personeel over de
ze cursussen? Op welke wijze tracht men deelname
daaraan te stimuleren?
Moet ik uit het antwoord van het college op een
vraag over de permanente educatie afleiden dat er
op landelijk niveau zeer driftig gestudeerd wordt,
maar dat er op plaatselijk niveau in Soest niets wordt
gedaan - behalve dan dat de moeder-m.a.v.o. nader
bestudeerd zal worden, wat wij overigens van harte
toejuichen? Zolang een dergelijke vorm van onderwijs
in Soest onbreekt, zou het misschien goed zijn als het
college zich er eens over ging beraden hoe eventuele
belangstellenden in Soest bereikt kunnen worden en
op de hoogte gebracht kunnen worden van de moge
lijkheden in de ons omringende gemeenten, zoals Hil
versum en Amersfoort. Een artikeltje in Op 't Hoogt
zou toch wel het minste zijn. Graag vernemen wij de
mening van het college hierover.
Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Over de
regionalisatie van de schoolbegeleidingsdienst is hier
al heel wat gezegd Ik kan toezeggen dat de vorderin-
323