Bij dit alles wordt natuurlijk ook aan ouderparticipa
tie gedacht. Verder moet worden overdacht, dat het
natuurlijk zo is, dat als kinderen overblijven, er van
zelfsprekend ook behoefte aan overblijfruimte zal
zijn. En dan is mijn persoonlijke ervaring dat het
overblijven op plaatsen die eigenlijk niet geschikt zijn
voor overblijven - ik denk aan lokalen - bijzonder snel
enorme problemen geeft met betrekking tot de hygië
ne. Maar natuurlijk kun je ook dat weer benaderen.
Dat vereist echter wel een groot controle-apparaat.
Hoe dan ook, wij wachten even af en dan komt de
zaak vanzelf weer ter sprake.
Met betrekking tot de vraag van de heer Goote over
de integratie kleuteronderwijs-basisonderwijs krijg ik
de indruk dat de heer Goote hier toch wel snel resul
taten wil zien. Ik kan in het algemeen zeggen dat wij
al langere tijd bezig zijn om deze integratie, die is aan
gekondigd in een contourennota, gestalte te geven. Wij
hebben deze zaak ook al gedurende lange tijd met
hoofden van basisscholen en hoofdkleuterleidsters be
sproken. Ik heb al meer gezegd dat wij er bij de scho
lenbouw ook rekening mee houden, maar er ook in
houdelijk regelmatig over spreken. Bovendien is de
vakliteratuur aanwezig die ook zonder dat wij ons er
dagelijks mee bemoeien natuurlijk besprekingen tus
sen hoofden van basisscholen en hoofdkleuterleid
sters tot gevolg heeft, Nu heeft de minister aangekon
digd, dat er speciale mogelijkheden zijn. Het is steeds
zo, dat er in dit soort gevallen een bepaalde verwach
ting wordt gewekt Ik ben van mening dat wij wat
dat betreft natuurlijk wel moeten oppassen. Er is
door de aankondiging van de speciale maatregelen
een verwachting gewekt, maar wij moeten natuurlijk
niet gaan vooruitlopen op zaken die daarmede ver
band houden. Er is tot op dit moment officieel nog
niets ontvangen vanuit Den Haag. Ik dacht dat het
toch wel zaak is om eerst eens even te wachten op
een circulaire om te bekijken wat voor mogelijkhe
den en eisen daarin naar voren worden gebracht en
om na ontvangst van die circulaire te reageren. Aan
gezien wij echter niet van zins zijn om te gaan wach
ten, hebben wij vast aan de hoofden voorgesteld om
in afwachting van de circulaire zich er vast over te
beraden of zij eventueel bereid zouden zijn om mee
te doen aan het experiment dat door de minister mo
gelijk is gemaakt voor een aantal scholen Men is zich
inderdaad reeds aan het betaden, heeft alleen nog
geen officiële gegevens en wacht daarop. Wij moeten
in overleg met de hoofden trachten te komen tot een
eventuele deelname, maar zo ver is het op dit moment
nog niet. Wij kunnen wat dat betreft natuurlijk on
mogelijk een dwangsituatie creëren zonder über
haupt te weten wat wij zouden moeten afdwingen.
Dwingen lijkt mij hier überhaupt niet de gewenste
weg.
De heer OLDENBOOM: En nog bijzonder gevaarlijk
ook.
Wethouder PLOMP: Ja, dat is volledig juist.
Mevrouw de voorzitter. Wat de schoolbioloog betreft
kan ik de heer Goote naar aanleiding van de naam die
ik heb genoemd, mededelen dat wij er natuurlijk
voorstander van zijn om deskundigheid uit de burgerij
in te schakelen. Wat dat betreft is het zo, dat op ver
schillende momenten deskundige burgers met betrek
king tot zaken de natuur aangaande met de school in
contact zijn Wij stellen het uitermate op prijs om
deze contacten te handhaven. Bij het aanstellen van
een schoolbioloog zijn er natuurlijk juridische en fi
nanciële kanten, aangezien officieel zo iemand niet
kan worden aangesteld volgens de rijksnormen. Dat
moet allemaal worden bekeken en wij moeten ook
wat dat betreft gewoon afwachten, ook het rapport
dat wij zullen krijgen. Tevens kunnen wij natuurlijk
ook elders ervaringen opvragen. Ik heb ook al gezegd,
dat Amersfoort er wellicht iets over kan zeggen en
dat ik nog wil onderzoeken in hoeverre een school
bioloog onderdeel van een schoolbegeleidingsdienst
zou kunnen zijn.
De heer OLDENBOOM: Bovendien hoeven wij toch
niet Hilversum als norm te nemen?
De heer GOOTE: Dat heeft ook niemand gesteld.
Wethouder PLOMP: Ik denk dat de heer Oldenboom
de kosten per leerling bedoelt. Daar kom ik dadelijk
nog op terug, mevrouw de voorzitter.
Hoe dan ook, de zaak is in onderzoek en voortdu
rend aan de orde. En het is ook zo dat er op de scho
len op dit moment door de plantsoenendienst en
door anderen heel wat aan deze materie wordt ge
daan. Als wij het rapport waarop ik zoeven doelde,
binnen hebben, dan kunnen de zaken met de hoofden
en de onderwijscommissie worden besproken. Wel
licht komt er dan eens een schoolbioloog.
Wanneer met betrekking tot de bedragen per kleuter
en per lagere-schoolleerling wordt gesteld dat er in
een bepaalde plaats veel meer kan dan in een andere
plaats, dan is het op zich zelf cijfermatig natuurlijk
wel interessant om dat te constateren, maar dan zou
ik willen weten wat Hilversum, waarmede een verge
lijking is gemaakt, per leerling uittrekt. Misschien kan
de heer Goote dat zeggen. In Soest is het f. 75,- en
als ik goed ben geïnformeerd dan is het in Hilversum,
waarover ik wel enigszins geïnformeerd ben, minder.
Het verschil in bedrag kan natuurlijk worden veroor
zaakt doordat er oude schoolgebouwen zijn en door
dat er leegstaande lokalen zijn.
Het is volstrekt niet mogelijk om een schoolbioloog
uit het bedrag per leerling te betalen. Voor een even
tuele schoolbioloog zal een aparte post op de begro
ting moeten voorkomen.
Ten aanzien van de opmerking van de heer Goote dat
de instelling van een commissie ex artikel 61 van de
gemeentewet tot gevolg zal hebben, dat het school
bestuur democratischer zal zijn samengesteld, kan ik
het volgende zeggen Wij hebben inmiddels al wat
maatregelen genomen Wij hebben ook wat dat be
treft ons niet afwachtend opgesteld. Aan de Vereni
ging van Nederlandse Gemeenten is gevraagd in wel
ke gemeenten men een commissie ex artikel 61 heeft.
Na ontvangst van de desbetreffende gegevens kunnen
wij de raad er uitvoerig over informeren wat elders
de ervaringen zijn met een dergelijke commissie Die
informatie dezerzijds kan bijvoorbeeld in de onder
wijscommissie geschieden. Ik moet hierbij wel zeg
gen dat natuurlijk niet reeds volgende maand hier
over uitsluitsel zal kunnen ontstaan, Wij hebben er
wel enige tijd voor nodig teneinde de zaak goed voor
te bereiden
Op de vraag van de heer Goote inzake de leerlingen
tallen bij het openbaar onderwijs moet ik zeggen, dat
het gewoon een praktijkkwestie is dat ouders pas na
dat hun kinderen de kleuterschool hebben bezocht
een principiële keuze doen Men stuurt de kinderen
zonder bezwaar eerst naar een openbare kleuter
school en vervolgens naar een bijzondere lagere
'school. Wellicht kan worden uitgezocht hoe dat komt.
325