ij-
»g>
rw
»g
leer
.ar
3-
1-
eer
a-
aze
u-
r
ik er niet voor om in Soest alles op één hoop te
gooien. Ik pleit er wel voor, dat men hier eens om de
tafel gaat zitten om te bekijken, vooral als de muziek
school ooit nog eens in de schoollokalen achter Arti-
shock komt te zitten, hoe de muziekschool en Arti-
shock gezamenlijk, vooral voor de kleinere kinderen
die het aanvankelijke muziekonder wijs moeten genie
ten, ten aanzien waarvan ik vind dat de drempel van
tweehonderd en zoveel gulden veel te hoog is, dit on
derwijs aan het Soester publiek zo goedkoop moge
lijk zouden kunnen aanbieden. Ik vind dat wij dat ge
woon verplicht zijn. Als er wat dit betreft mogelijk
heden zijn, dan vind ik dat wij het niet moeten nala
ten er gebruik van te maken,
Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CRQONEN-
BERG: Mevrouw de voorzitterNet als de heer Vis
ser ben ik na de discussie in de financiële commissie
en de culturele commissie naar Artishock getogen.
Want ik dacht: Een mens kan wel eens ongelijk heb
ben. Maar ik heb nog steeds begrepen dat ik geen on
gelijk heb. Het is natuurlijk best mogelijk dat Arti
shock muziekleerkrachten aantrekt wanneer aan de
eisen wordt voldaan. Dan wordt dat op andere ma
nier gesubsidieerd dan ten aanzien van muziekscho
len gebeurt. Artishock is een creativiteitscentrum en
ten aanzien daarvan worden de personeelslasten voor
100% gesubsidieerd, nl. voor 50% door het rijk en
voor 50% door de gemeente. Creativiteitscentra mo
gen volgens de kunstnota alleen maar in de dienstver
lenende sector uitbreiden. Artishock heeft, zoals ik
al drie keer heb geprobeerd te vertellen aan de heer
Visser, muziekles gegeven voor f 85,—, maar de di
recteur heeft mij nogmaals verzekerd, dat het ging om
klankkleur- en ritmegevoelontwikkeling voor kleine
kinderen. Dat is iets anders dan fundamenteel mu
ziekonderwijs met docenten die een a- en b-bevoegd-
heid hebben.
De heer VISSER: Ik heb het over blokfluitlessen. De
bevoegdheidseisen voor Artishock zijn: conservato
rium of akte muziekonderwijs a en b of diploma cl en
c2. Het gaat om de gezinnen waarvan de ouders vin
den, dat hun kinderen maar eens met muziek moe
ten beginnen Die mogelijkheid bestaat niet in Soest
of is naar mijn mening te duur Over de vorm waarin
het aanbod zou moeten worden gegoten, is altijd te
praten. Met Artishock en de muziekschool om één
tafel is er volgens mij uit te komen, Wat in Ooster
hout kan moet ook hier kunnen, ook al gaat het on
der verschillende subsidiereglementen Ik vind kort
om dat het niet voldoende is uitgediept.
Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN-
BERG: Als ik zeg dat ik heb gesproken met Arti
shock, dan heb ik het altijd over de directeur van het
creativiteitscentrum. De directeur van Artishock
heeft indertijd de blokfluitlessen laten geven door
iemand die geen conservatoriumopleiding, maar wel
een docentenbevoegdheid voor de a.m v. had. Dat is
een andere basis dan die waarop op de muziekschool
het onderwijs plaats vindt. Ik heb straks geprobeerd
te vertellen dat een creativiteitscentrum zich niet zo
maar kan uitbreiden als het dat wenst. De creativi
teitscentra hebben in de nieuwe doelstellingennota te
horen gekregen dat ze alleen maar mogen uitbreiden
binnen hun beschikbare aantal uren in de servicever
lening. In de cursorische sector is de groei weg. De di
recteur had van de week zelfs nog een brandbrief van
het ministerie van cultuur, recreatie en maatschappe
lijk werk gekregen waarin werd aangekondigd, dat er
in het volgend jaar 500 uren zouden moeten worden
bezuinigd.
De heer BLAAUW: Mevrouw de voorzitter! Onder
volgnummer 8.70.42, betreffende het fonds voor
aankoop van kunstwerken, lees ik dat de gelden van
het fonds zijn bestemd voor verfraaiing in gebouwen
en in plantsoenen en parken. Ik vraag mij af: Waar
om niet ook een verfraaiing aan gebouwen aange
bracht? Wil het college de culturele commissie en
misschien ook de commissie aankoop kunstwerken
vragen om eens te bekijken of er ook verfraaiingen
aan gebouwen kunnen worden aangebracht? U heeft
misschien pas geleden in het programma „Van ge
west tot gewest" wat dat betreft iets leuks kunnen
zien.
Wethouder HOEKSTRA: Ja, de Bijlmermeer.
De heer BLAAUW: Ja. Ook Almelo is een keer ge
noemd. Het ging daarbij om bijzonder mooie muur
schilderingen ter verfraaiing van stadswijken. Ik meen
dat wij in Soest wel een paar daarvoor geschikte ge
bouwen hebben. Ik doel nu met name op de flats aan
de Akkeren en de Haverweerd met hun kolossale
grijsgrauwe muren, die misschien toch wel in aanmer
king zouden kunnen komen voor een verfraaiing met
vlakverdeling en kleur. Dat zou misschien wel erg
goed kunnen staan. En misschien zijn er wel meer din
gen in Soest die er voor in aanmerking komen. Zou
het college eens willen overwegen om dit te laten be
kijken?
Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN-
BERG: Mevrouw de voorzitter! Wij hebben verschil
lende verfraaiingen aan gebouwen. Ik doel op bij
voorbeeld de glazen voorpui van het nieuwe gebouw
van gemeentewerken. De Van der Huchtschool krijgt
een verfraaiing aan de muur. Soesterberg heeft muur
schilderingen (die overigens niet in deze periode, maar
al veel eerder zijn aangebracht). Er zijn nog wat meer
voorbeelden te noemen, maar ik weet ze op dit mo
ment niet uit het hoofd. De suggestie van de heer
Blaauw ten aanzien van de hoge flats vind ik uitste
kend en zal ik graag aan de culturele commissie over
brengen.
Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Mevrouw
de voorzitter! Bij de centrale overheid begint het be
sef door te dringen dat er een stuk decentralisatie (in
dit geval het verleggen van beslissingsbevoegdheden)
van het welzijnswerk dient plaats te vinden. Een
eerste aanzet is hiertoe gegeven bij het jeugdwerk,
hoe beperkt dan ook. Ik constateer dat het college
van deze beperkte mogelijkheden geen gebruik heeft
gemaakt, maar de desbetreffende verhogingen voor
1977 naar rato heeft verdeeld over de subsidie ont
vangende instellingen. Ik vraag mij af of in de jeugd-
nota zal worden ingegaan op de onderlinge prioritei
tenstelling van de taken zoals ze worden uitgevoerd
door de instellingen, zodat voor 1978 de overwe
gingen duidelijk zijn.
Kan er in de jeugdnota een uitspraak van het college
komen over de plaats waarop c.q. de commissie
waarin het jeugdbeleid aan de orde kan komen?
Misschien valt hierbij te denken aan een soort jeugd
raad die een aantal bevoegdheden zou kunnen krij
gen. Ik wil dit graag als suggestie aan het college mee
geven.
Is het het college bekend op welke terreinen van wel
zijnszorg een soortgelijke decentralisatie als bij het
jeugdwerk kan worden tegemoet gezien?
331