Toen heb ik gezegd: Laten wij de prut nu maar bij elkaar doen, want aan een bestemmingsplan zonder subsidies hebben wij in dit geval ook niets en dat maakt het leven voor ons zo moeilijk. 248 Ingekomen stukken. a. Brief van de Huurdersvereniging K.L.M.-woningen met het verzoek rondom de speelplaats bij de vijver in de wijk Klaarwater struikgewas en snelgroeiend ge boomte te laten aanleggen, met het voorstel de brief te beantwoorden conform bijgaand concept. Besloten wordt overeenkomstig het voorstel. b. Brief van de E.N.W.B., afdeling Amersfoort, waarin verzocht wordt maatregelen te treffen die leiden tot onderhoud van het fietspad aan de zuidzijde van de spoorlijn Soestduinen-Den Dolder, met het voorstel deze brief om advies in handen te stellen van burge meester en wethouders. De heer VAN LOGTENSTEIN: Mevrouw de voorzit ter' Ik heb een heel simpele vraag: Wat betekent E.N.W.B.? De VOORZITTER: Eerste Nederlandse Wielrijders Bond. Mevrouw ORANJE-ENTINK: Dit kan toch nooit de eerste zijn? Dat is toch een andere? Wethouder HOEKSTRA: Dit is de echte. De VOORZITTER: U moet maar genoegen nemen met dit antwoord, mijnheer Van Logtenstein. Besloten wordt overeenkomstig het voorstel. c. Brief van mevrouw I. Bergefurt, Joh. Poststraat 29 te Soest, met het verzoek om maatregelen te treffen ter beveiliging van de kinderspeelplaats aan de Joh. Poststraat, met het voorstel de brief te beant woorden conform bijgaand concept. Besloten wordt overeenkomstig het voorstel. d. Brief van Marijke de Jong namens 14 demonstranten betreffende optreden van politie en marechaussee tij dens de open dagen op de vliegbasis Soesterberg, met het voorstel de brief te beantwoorden conform bijgaand concept. De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Ik wil graag een paar opmerkingen maken over de concept-ant woordbrief. De zaak is niet nieuw. Ze is ook reeds in augustus 1976 in de raad geweest en toen op een mijns inziens niet erg bevredigende wijze afgehandeld. Van daar dat de briefschrijvers erop zijn teruggekomen en er nu een concept-antwoordbrief voorligt. Laat ik vooropstellen dat het hier niet gaat over de inhoud van het protest dat de betrokkenen op 19 juni 1976 naar voren hebben gebracht. Dat is hier helemaal niet ter discussie. Het gaat over de wijze waarop de betrok kenen zijn behandeld. Mijn eerste opmerking betreft het antwoord in de concept-brief op de eerste vraag in het ingekomen stuk. Het luidt als volgt: „Zoals door de voorzitter van ons college reeds in de vergadering van de raad van 19 augustus 1976 is mede gedeeld, is er van het geven tot tweemaal toe van ver keerde voorlichting door ambtenaren van gemeentepo litie over het al dan niet bestaan van een verbod in de Algemene Politie Verordening betreffende het ver spreiden van pamfletten geen sprake geweest." Blijkens de desbetreffende notulen heeft u in de raads vergadering van 19 augustus 1976 onder meer ver klaard: „Omstreeks 14.40 uur werd op de Van Weerden Poel- manweg een met de verkeersregeling belaste politie ambtenaar aangesproken door een lid van de Konink lijke marechaussee met de mededeling dat de twee hem vergezellende dames pamfletten hadden verspreid en dat dit verboden was. De betrokken politie-ambtenaar heeft deze mededeling voor waar aangenomen en per portofoon om assistentie verzocht. Gezien zijn ver- keersregelende taak was het hem niet mogelijk deze zaak zelf te behandelen. De twee op de oproep ver schenen politie-ambtenaren hebben zich ter plaatse de zaak laten uitleggen en kwamen tot de conclusie dat er van een strafbaar feit geen sprake was. Wél werden, zoals gebruikelijk bij nagenoeg elke assisten- tieverlening, de namen van betrokkenen genoteerd." Als ik deze verklaring naast het eerste antwoord in de concept-brief leg, concludeer ik dat er misschien in het bedoelde geval geen sprake is geweest van verkeer de voorlichting in de letterlijke zin des woords, maar dat er in feite geen voorlichting is gegeven door de betrokken agent en dat naar ik dacht ook dat te be treuren is. Wanneer de agent op de hoogte was ge weest van het feit dat de A.P.V. het verspreiden van pamfletten niet verbiedt, had de zaak met een een voudige mededeling afgedaan kunnen worden en was het inroepen van assistentie niet nodig geweest. Waarom zijn de namen van betrokkenen genoteerd? Er was immers geen sprake van enig strafbaar feit? Wat het antwoord in de concept-brief op vraag 2 be treft geloof ik, dat er inderdaad geen aanleiding be staat tot het nemen van maatregelen. Wel vraag ik mij, gezien het voorgevallene, af of het niet zinvol is, dat bij dit soort gelegenheden in de toekomst het dienstdoende politiepersoneel nog eens wordt gewe zen op hetgeen er in de A.P.V. staat en met name ook op wat er niet in staat. De heer VAN POPPELEN: Hoe kan dat nu? De heer GOOTE: Uiteraard op dit punt. Daar doel ik op. Ik bedoel het niet in het algemeen. Het gaat hier duidelijk om dit soort voorvallen, zoals open dagen op de vliegbasis Soesterberg, die naar ik meen eens in de vier, vijf of zes jaar voorkomen. Mevrouw de voorzitter. Mijn volgende opmerking be treft de bevoegdheid van de koninklijke marechaussee om op te treden op de Van Weerden Poelmanweg. Ook in de raadsvergadering van augustus heb ik daar een opmerking over gemaakt. Uw antwoord was toen niet zo bevredigend; u stelde, dat het in het geheel niet duidelijk was of de marechaussee bevoegd was. Uit het antwoord op de vragen 4, 5 en 6 begrijp ik, dat de marechaussee wel bevoegd is om op de Van Weerden Poelmanweg op te treden, aangezien deze weg onder het beheer van het ministerie van defensie staat. Dit antwoord bevreemdt mij. In de eerste plaats omdat het antwoord in tegenspraak is met uw verklaring van 19 augustus 1976. Nu wordt in het antwoord nl. uitdrukkelijk gesteld dat de koninklijke marechaussee wel bevoegd is en op 19 augustus 1976 stelde u, dat het niet duidelijk was. In de tweede plaats is het antwoord ook op het punt van het beheer van de weg in tegenspraak met hetgeen u op 19 augustus 1976 heeft verklaard. De VOORZITTER: Inderdaad. De heer GOOTE: Toen heeft u uitdrukkelijk ver klaard dat de Van Weerden Poelmanweg in beheer en onderhoud bij de gemeente Soest was. Nu staat in het

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1976 | | pagina 346