De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Ik sluit
mij gaarne aan bij hetgeen de heer Goote naar voren
heeft gebracht.
Ik vind het ter inzage gelegde materiaal onvoldoende.
De foto's van scholen en woningen zijn natuurlijk wel
intéressant,
De heer BLAAUW: En politiebureau's, mijnheer
Visser!
De heer VISSER: maar geven geen beeld van een
politiebureau dat gebouwd moet worden.
De heer BLAAUW: Twee stuks!
De heer VISSER: Dat stond er niet bij.
De VOORZITTER: Die liggen ter inzage.
De heer VISSER: Dat stond er niet bij.
De heer BLAAUW: Dan moet u het lezen. U moet
niet om de feiten heendraaien!
De heer VISSER: Het staat er niet bij. Bekijkt u de
foto's maar. Maar ik kan mij voorstellen dat als de
politiecommissie naar Barneveld is geweest om te kij
ken, ze inderdaad wat beter op de hoogte is dan raads
leden die zich alleen maar in de leeskamer kunnen
vergewissen, mevrouw de voorzitter.
Ik vind één architect eigenlijk te weinig. Het argu
ment van het college dat een Soester architect al het
gebouw van gemeentewerken heeft gebouwd, dat een
Soester architect straks het gemeentehuis gaat bouwen
en dat het politiebureau dus maar niet door een Soes
ter architect moet worden gebouwd, vind ik niet zo'n
goed argument. Natuurlijk wel wanneer het college
zegt: Wij nemen een architect die ervaring heeft met
de bouw van politiebureaus. Maar ook dat is natuur
lijk wel gevaarlijk, want dan krijg je van die politiebu
reaus die overal in het land precies eender zijn. Kort
om, ik vind toch dat wij twee schetsjes moeten laten
maken, zodat wij een keus hebben. Dat lijkt mij beter.
De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter!
Ons lid dat in de politiecommissie zit heeft uitvoerig
verslag gedaan van wat er in die commissie is bespro
ken. Ónze fractie gaat helemaal akkoord met het voor
stel. Wij zijn er blij mee dat er alvast voorbereidend
werk wordt gedaan. Ik hoop dat het zo kan gaan dat
wij de plannen voor het politiebureau en het gemeen
tehuis klaar hebben als het bestemmingsplan zal zijn
goedgekeurd.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzit
ter! Ik sluit mij aan bij hetgeen de heer Van Poppelen
heeft gezegd.
Ik wil u in overweging geven of wanneer er in een
commissie als de politiecommissie een bepaald belang
rijk onderwerp aan de orde komt en blijkt dat één par
tij steeds niet vertegenwoordigd is, het niet nuttig zou
zijn om voor die gevallen toch te denken over plaats
vervangers, eventueel plaatsvervangers zonder spreek
recht. Want ik vind het bezwaarlijk wanneer iemand
op deze manier geheel van de informatie over zo'n
groot project wordt uitgesloten.
De VOORZITTER: Dames en heren! Ik moet consta
teren dat het lid van de P. v.d. A.-fractie dat lid van de
politiecommissie is, steeds op het laatste moment he
laas heeft medegedeeld niet aanwezig te kunnen zijn.
Anders zouden wij misschien nog in de richting van
het benoemen van een plaatsvervangend lid hebben
kunnen denken, hoewel ik er in het algemeen geen
voorstander van ben. Het spijt de heer De Wilde ook.
De laatste keer heeft hij gezegd dat hij zijn best zou
doen om aanwezig te zijn, maar ook toen kon het op
het laatste moment niet.
Toen wij in Barneveld op bezoek gingen, kwam het
bericht ook vijf minuten voordat wij zouden vertrek
ken. Dat maakt het leven natuurlijk nog moeilijker.
Maar ik moet hierbij zeggen dat ik over het algemeen
geen voorstander ben van plaatsvervangende leden,
want als je plaatsvervangende leden hebt, kan de een
dit en de ander dat onderwerp belangrijk vinden. Wij
hebben de convocaties voor de laatste vergadering van
de politiecommissie expres vroegtijdig doen uitgaan,
maar natuurlijk kan het altijd zo zijn, dat iemand ver
hinderd is. Daar is niets aan te doen.
De heer GOOTE: Wij hebben, zoals u zult begrijpen,
in onze fractie deze zaak ook besproken, mevrouw
de voorzitter. Ik meen dat het wel of niet afwezig zijn
van een lid van onze fractie in de politiecommissie
hier niet zo veel terzake doet. Ik dacht dat de vragen
die ik
De heer OLDENBOOM: Al uw vragen waren dan auto
matisch beantwoord geweest.
De heer GOOTE: hier nu heb gesteld, niet in de
notulen staan. In de notulen is in het geheel geen spra
ke van een programma van eisen en noch de plaats
van het politiebureau noch de relatie met het gemeen
tehuis vind ik voldoende terug in de notulen van de
politiecommissie. Vandaar mijn vragen in deze verga
dering.
De VOORZITTER: Ik heb ook geen enkele moeite
met de punten die u heeft aangesneden.
De heer GOOTE: Ik maakte deze opmerking ter ver
duidelijking naar aanleiding van de opmerking van me
vrouw Korthuis.
De VOORZITTER: Dames en heren! De zaken die
de heer Goote hier aan de orde heeft gesteld, zijn wel
aan de orde geweest in de politiecommissie, maar het
verslag van de vergaderingen van de politiecommissie
wordt altijd kort gehouden, want anders moetje er
alle punten in aanroeren. In het verslag zijn eigenlijk
de belangrijkste punten opgenomen. De hele discus
sie komt er natuurlijk toch niet zo duidelijk in naar
voren, terwijl juist als je op bezoek bent bij een ander
politiebureau, waarvan je ook niet direct al wande
lende een verslag gaat maken, er natuurlijk ook een
aantal punten aan de orde komt.
Het ministerie stelt natuurlijk bepaalde eisen aan een
politiebureau. Een programma van eisen is voor een
deel opgemaakt, voor zover men het kon opmaken
zonder dat er al een architect was aangewezen. Het
programma van eisen wordt verder uitgewerkt. Ik
vraag mij af of het een zaak is die wij helemaal moe
ten bekijken in de raad. Natuurlijk is het wel een zaak
die in de politiecommissie aan de orde komt. In die
richting hebben wij ook in de politiecommissie wel
gesproken. Hetgeen er in ons nieuwe politiebureau
moet komen en wat wij bijvoorbeeld in het politie
bureau in Barneveld wel verstandig vonden en het
geen wij daar niet verstandig vonden, zijn wel zaken
waarmede wij in de politiecommissie geconfronteerd
zullen worden. Maar ik dacht niet, dat een hele ge
meenteraad zou moeten gaan praten over een pro
gramma van eisen voor een politiebureau, want je
hebt daarbij ergens ook te maken met een zeker vak
jargon. Daarom zijn wij er juist ook zo blij mee dat
wij een architect hebben kunnen aantrekken die nu
aan zijn zesde of zevende politiebureau begint. Want
aan politiebureaus wordt natuurlijk een aantal speci
fieke eisen gesteld. Er is binnen het politiekorps een
werkgroep gevormd die zich juist met de specifieke