met een nieuw raadsvoorstel, waarin onder meer wordt gesteld dat het niet juist is om met loten voort te gaan en dat het beter is om af te gaan op de datum van aanmelding. Ik meen dat dat een heel normale proce dure is. Er staan mensen op een lijst, maar er staan ook men sen op een lijst die misschien in nog geen tien jaar aan de beurt komen. Aan het feit dat men op een lijst staat kan men geen rechten ontlenen. Mevrouw KORTHUIS -ELION: Dat ben ik met u eens. Ik heb geen beschuldiging willen uiten aan het adres van de ambtenaren of wie dan ook dat er niet hard genoeg is gewerkt Het gaat mij er alleen om dat wij in de financiële commissie een andere voorstelling van zaken hadden dan nu blijkt. Dat betreur ik. Wethouder EBBERS: Mevrouw de voorzitter! Het geen mevrouw Korthuis zegt is juist. Ik wil er echter op wijzen dat wij ten aanzien van de adspirant-kopers een vrij grote soepelheid hebben betracht met betrek king tot de termijn waarbinnen zij dienden te beslis sen, Dat had tot consequentie, dat wij pas in een la ter stadium - ik heb er reeds op gewezen dat in no- vember-december koopcontracten zijn ondertekend - een exact inzicht hadden in wat er nog vrij was. Nu willen wij die laatste zaken vóór 15 maart a.s. afron den. Degenen die zich later hebben aangemeld - deze geval len zullen in volgorde van aanmelding worden afge handeld - zullen zo snel mogelijk worden geïnfor meerd, zodat zij weten waaraan zij toe zijn. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. De heer Visser krijgt op zijn verzoek aantekening in de notulen, dat hij zich met de genomen beslissing ten aanzien van punt l.B. niet heeft verenigd. Voorstel tot het verlenen van (financiële) medewer king aan de realisatie van een project kindertandver- zorging te Soesterberg. De heer LANGE: Mevrouw de voorzitter! De fractie was verdeeld over dit voorstel. Door uitvoering te ge ven aan dit voorstel zal weer een stukje van de indivi duele verantwoordelijkheid van de mensen worden vervangen door een collectieve voorziening. Het wordt de mensen weer erg gemakkelijk gemaakt. Wij menen dat het duidelijk de taak van ouders en opvoeders is om ervoor te zorgen dat de kinderen waarvoor zij de verantwoording dragen, worden doordrongen van de noodzaak hun gebit te reinigen. Die kinderen moeten blijvend worden gemotiveerd om hun gebit te blijven reinigen gedurende de tijd dat zij een eigen gebit dra gen. Het ombuigen van vastgeroeste gewoonten van voe ding en mondhygiëne is verschrikkelijk moeilijk (iedere verandering in gedrag is moeilijk). Een flink aantal leden van de fractie had problemen met dit voorstel. Wij hebben er over gepraat, onder meer omdat leden van mijn fractie - ook lid zijnde van de commissie maatschappelijk werk - voorstander zijn van dit voorstel. Duidelijk is dat er sprake is van een nationaal probleem waaraan wij als kleine ge meenschap misschien iets kunnen doen. Met mij meent de gehele fractie, dat er eigenlijk kan worden gesproken van een stuk onderwijs, dat wil zeggen een stukje gezondheidsvoorlichting, opvoeding en trai ning van mensen. (Die voorlichting en opvoeding zou misschien zelfs passen in het volgende raadsvoorstel met betrekking tot de V.O.S.-cursussen). Bovendien is het een zaak van blijvend motiveren en onderhoud. Het verheugt ons dat het thans gaat om een klein be drag. Het verheugt ons ook dat er sprake is van een proefperiode van een halfjaar. Wij zijn ervan door drongen dat het natuurlijk onmogelijk is om reeds na een halfjaar te beoordelen of het project geslaagd of mislukt moet worden genoemd. Na een halfjaar zal er worden gerapporteerd, onder meer om de Ziekenfonds raad en het Preventiefonds te motiveren voor een fi nanciële bijdrage. Bovendien dient men te bedenken, dat wij zonder blikken of blozen een bedrag van f. 1 miljoen voor de sport uitgeven. Daarbij vind ik een bedrag van f. 7.500,-- in het niet zinken. De gehele fractie stemt in met dit voorstel. Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Mevrouw de voorzitter! Ik wil graag mijn waardering uitspreken voor het initiatief van de werkgroep medisch centrum Soesterberg inzake het project kindertandverzorging. Het is heel duidelijk dat er een accentverschuiving dient plaats te vinden van de curatieve zorg naar de pre ventieve zorg en van de eindspecialistische aanpak naar een bredere aanpak, waarbij meer disciplines zijn be trokken. Beide facetten komen erg duidelijk tot uit drukking in het project van de werkgroep. In de aanvangsjaren zal er zeer zeker een hoeveelheid geld in dit project gaan zitten. Wij hopen en verwach ten echter dat daardoor in de toekomst een heleboel geld kan worden bespaard, omdat de curatieve zorg een stuk kan afnemen. Met belangstelling zien wij het over een halfjaar ver schijnende rapport tegemoet. Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Beide woordvoerders hebben eigenlijk meer medegedeeld dat zij het eens zijn met dit voorstel. Terecht heeft de heer Lange vastgesteld dat de ver antwoordelijkheid grotendeels bij de ouders ligt. Er is inderdaad sprake van een nationaal probleem. Vanmiddag heb ik met een aantal tandartsen gespro ken en uit dat gesprek is mij gebleken dat er ook kan worden gesproken van een internationaal probleem. Er zijn onderzoekingen geweest in Australië en zelfs op het eiland Tristan da Cunha; bij die onderzoekin gen zijn ook allerlei zaken aan het licht gekomen met betrekking tot de preventieve en de curatieve zorg. Er is dan ook sprake van een heel groot wereldprobleem. Er kan ook worden gesproken van een stukje onder wijs. Bovendien kan er een verband worden gelegd met de V.O.S.-cursussen. Wellicht kunnen degenen die de V.O.S.-cursussen leiden de kindertandverzorging in hun cursusprogramma opnemen, want er is ook spra ke van een probleem voor de moeders. In het raadsvoorstel wordt zowel over de preventieve als de curatieve zorg gesproken. Van mensen die zich dagelijks met het gebit bezighouden, heb ik gehoord, dat de op school te geven preventieve zorg toch in curatieve zin problemen kan gaan opleveren, wanneer bij kinderen en ouders toch niet de gewenning ont staat de zaken met betrekking tot het gebit goed in de gaten te houden. Ouders en kinderen dienen ervan doordrongen te zijn, dat een voortdurende zorg voor het gebit (voornamelijk na het moment waarop zoet is gegeten) noodzakelijk is. Door de voorlichting in een vroeg stadium hoopt men er op den duur in te slagen, dat alle inwoners van Nederland ervan worden doordrongen, dat er sprake is van een ernstig pro-

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1976 | | pagina 35