bleem. Door een goede verzorging van het gebit zal
het wellicht kunnen gebeuren dat er op den duur
minder werk behoeft te worden verricht in de curatie
ve sector.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet
voor het houden van een V O S.-cursus,
Mevrouw ORANJE-ENTINK: Mevrouw de voorzit
ter! Dit voorstel betekent een zeer belangrijk initiatief.
Wij hebben reeds gehoord dat het wellicht aanbeveling
verdient gezondheidsvoorlichting in een V.O.S.-cur
sus onder te brengen.
Begin deze maand is in Soest een V O.S.-cursus ge
start voor een aantal vrouwen die vroeger geen kans
hebben gehad (of hebben aangegrepen) voor verdere
ontwikkeling. Er is sprake van een zeer belangrijke
start Ik zie dan ook met belangstelling uit naar een
verslag van de gehouden cursus. Een verslag is mis
schien het meest interessant, wanneer het is geschre
ven door degenen die de cursus hebben gevolgd, In
Noord-Holland heeft men daarbij ervaren, dat van
het een het ander komt en dat men graag een cursus
Nederlands zou willen hebben, In het voorstel wordt
echter gesproken over een „éénmalige subsidie" en
dat vind ik een beetje krap gesteld; ik hoop dat wij
nog vele malen dergelijke subsidies zullen kunnen ge
ven voor een V.O.S -cursus.
Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Met me
vrouw Oranje hopen wij dat er in de toekomst nog
meermalen subsidie zal moeten worden verleend
voor een V O S.-cursus, omdat de belangstelling voor
dergelijke curssusen dat gewoon noodzakelijk maakt.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
Interpellatie van de heer J. Visser.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Aan de le
den van het college en de raad heb ik reeds in een
schriftelijk stuk uiteengezet waarom ik toestemming
heb gevraagd een interpellatie te mogen houden. Aan
hetgeen in dat stuk is gesteld behoef ik eigenlijk niet
zoveel meer toe te voegen.
Wanneer het college ronduit ja zegt op mijn verzoek
om beide nota's van de inspraakdeskundigen in te
zien, zijn wij gauw klaar met deze interpellatie. In
dien het antwoord ontkennend luidt, zal ik graag het
waarom vernemen. In dat geval wil ik nog wel iets
meer zeggen
De VOORZITTER: Ik begrijp dat de heer Visser daar
mede klaar is met de inleiding tot de interpellatie; ik
meen dat er eerder sprake is van een stukje vragenhalf-
uurtje, maar dat is ter beoordeling van de heer Visser.
Ik meen mij te kunnen beperken tot het geven van
een antwoord op de beide door de heer Visser schrifte
lijk gestelde vragen.
De heer Visser vraagt of het college beide nota's van
de inspraakdeskundigen (Werkgroep 2000 en
N.C.I.V.) ter inzage wil leggen voor alle raadsleden.
Mijn antwoord is neen. Op een gegeven moment heb
ben burgemeester en wethouders gemerkt dat er be
hoefte was aan een zekere inspraak ten aanzien van
het ontwikkelingsplan Daarop zijn zij zich gaan oriën
teren. Die oriëntatie heeft na wat gesprekken en wat
correspondentie geresulteerd in twee keiharde aanbie
dingen van twee instanties die zich met de inspraak
bezighouden Het college heeft daarop advies gevraagd
aan de commissie ruimtelijke ordening. Dat is heel
normaal, want een commissie is een adviesorgaan
voor het college De stukken zouden aan de raadsle
den ter inzage zijn gegeven, wanneer er nadien sprake
zou zijn geweest van een concept-raadsbesluit. Er be
hoefde echter geen raadsbesluit te volgen en daarom
zijn de stukken niet ter inzage gelegd voor alle raads
leden.
Voorts heeft de heer Visser gevraagd:
„Wat zijn de financiële consequenties van het advies
van het N.C.I.V., het inrichten van het info-centrum
en de begeleiding van de Werkgroepen? Wilt U alle
stukken die hierop betrekking hebben voor de leden
van de financiële commissie ter inzage leggen?
De financiële consequenties zijn niet aan de raad
voorgelegd, omdat de advisering van het N.C.I.V. zal
worden betaald uit de post algemene adviezen waaruit
burgemeester en wethouders meer adviezen betalen.
Het kan gebeuren dat op een goed moment die post
niet toereikend is In dat geval zal het college de raad
om een aanvullend kr ediet vragen.
Het inrichten van het infocentrum heeft op zich zelf
niets met een externe advisering te maken, want dat
infocentrum zouden wij toch hebben ingericht.
De begeleiding van de werkgroepen wordt, indien er
sprake is van extra kosten, betaald uit de post alge
mene adviezen
Het is thans niet het moment om stukken ter inzage
van de financiële commissie te leggen Hoogstens kan
over deze stukken worden gepraat op het moment
dat de post algemene adviezen moet worden gewij
zigd.
De rekeningen zullen op een gegeven moment ter in
zage worden gelegd in het kader van de rekenplichtige
verantwoording van het college.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Ik had de
ze vragen in het vragenhalfuurtje kunnen stellen,
maar dan was verdere discussie uitgesloten geweest
en daarom heb ik gekozen voor een interpellatie.
Het is bijzonder teleurstellend dat u blijft volhouden
dat slechts een deel van de raad - de raadsleden die
toevallig in de commissie ruimtelijke ordening zitten -
de stukken wel mogen inzien, waardoor andere raads
leden die stukken niet kunnen inzien,
Straks zal de commissie ruimtelijke ordening in het
openbaar gaan vergaderen Het lijkt mij dan een uit
stekende gedachte om beide nota's in een openbare
vergadering van de commissie ruimtelijke ordening te
behandelen, te meer daar het gaat om de inspraak van
de burgers.
Wanneer ik de vergadering van de commissie ruimte
lijke ordening had bijgewoond, had ik ook kunnen
horen wat er over deze nota's is gezegd, maar ik ben
niet altijd op de hoogte van de vergadertijd van deze
commissie en bovendien ben ik niet altijd in staat om
die vergaderingen bij te wonen. In dat geval moet ik
volstaan met het inzien van stukken.
In mijn schriftelijke toelichting heb ik op uitvoerige
wijze uit de doeken gedaan, dat ik het van belang
acht om te weten wat er in die nota's staat. Eén der
nota's kan gewoon worden besteld bij de Werkgroep
2000 (die nota is ook al gepubliceerd). Ik begrijp dan
ook nog steeds niet waarom het college zo geheim
zinnig doet met beide rapporten. Waarom kunnen
beide rapporten niet in de leeskamer ter inzage wor
den gelegd? Op die wijze ben ik in staat om een en
ander met elkaar te vergelijken.