bij die controle blijkt dat aan bepaalde voorwaarden
niet is voldaan, krijgt men een beperkte tijd om alsnog
aan de voorwaarden te voldoen. Blijkt dan dat aan de
voorwaarden nog niet is voldaan, dan treedt de slui-
tingspiocedure in werking.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
b een agrarisch bedrijf, gelegen aan de Lange Brink-
weg 69 te Soest
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofde
lijke stemming aangenomen.
c. een inrichting tot het lakken en moffelen van meta
len op/in het petceel Industrieweg 39 te Soest
De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter Het
blijkt dat het onderhavige bedrijf al geruime tijd zon
der hinderwetvergunning werkt De oorzaak daarvan
is gelegen in het feit dat de lozingskwestie niet was
opgelost. Tot mijn stomme verbazing heeft de inspec
teur voor de volksgezondheid geen tijd gehad daar
naar te kijken De betrokkene heeft ten slotte door
Dwars, Heederik en Verhey en een of andere provin
ciale instantie in te schakelen de zaak in orde gekre
gen, Maar hoe is het mogelijk dat - terwijl de lozing
van het afval op het oppervlaktewater niet geregeld
is - zo'n bedrijf toch functioneert? Dat is op grond van
de hinderwet misschien wel mogelijk, maar op deze
wijze kunnen toch allerlei bijzonder ongewenste toe
standen ontstaan Ik heb me over deze gehele gang
van zaken een beetje verbaasd Op grond van de he
denavond vast te stellen lozingsverordening zou je
geen hinderwetvergunning kunnen verlenen als de
kwestie van het afvalwater niet is opgelost
De VOORZITTER: Dames en heren' De moeilijkheid
is dat de lozing uit de hinderwet is gehaald. Zolang de
zaak niet is opgelost via de wet oppervlaktewater of
een gemeentelijke lozingsverordening, bestaat er een
soort vacuüm. Dat is niet goed geregeld, Vandaar ook
dat wij de lozingsverordening de raad hebben aange
boden.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen
50 Voorstel tot het benoemen van een hoofdleidster aan
de openbare kleuterschool „Soestdijk" aan de Nach-
tegaalweg 8a, Soest.
De VOORZITTER verzoekt de heren Van Ee en Sto-
rimans met haar het stembureau te vormen.
Met algemene (21) stemmen wordt benoemd mevrouw
A.J. Duit-Verhaert
De VOORZITTER dankt de heren Van Ee en Stori
mans voor de als leden van het stembureau verrichte
werkzaamheden.
51 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een extra
krediet voor de aanschaf van meubilair en leer- en
hulpmiddelen ten behoeve van de openbare Prins
Willem-Alexanderschool voor gewoon lager onderwijs.
52 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet
voor de aanschaf van leer- en hulpmiddelen ten behoe
ve van de openbare lagere school in de wijk Overhees.
53 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet
voor de aanschaf van meubilair ten behoeve van de
scholen in de wijk Overhees.
Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder dis
cussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
54 Voorstel tot het intrekken van het bestemmingsplan
„Industrieterrein, eerste herziening".
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Uit een in
gezonden brief in de Soester Courant heb ik begrepen
dat de mensen in Soestdijk zich wel enige zorgen ma
ken over het voorstel dit bestemmingsplan in te trek
ken Ik vraag mij af of de op bladzijde 11 van uw in
spraaknota onder a tot en met h voorkomende aan
bevelingen in dit geval wel helemaal gehanteerd zijn,
alvorens u met dit voorstel bent gekomen. Ik lees on
der bedoelde punten: het beleggen van een informa
tie-avond,
De VOORZITTER: Voor het intrekken van een plan?
De heer VISSER: Er is toch niet zo veel verschil tus
sen het lanceren van een bestemmingsplan en het in
trekken van een bestemmingsplan. Het laatste heeft
toch ook zijn consequenties.
Verder zou ik graag weten hoeveel dit intrekken van
het bestemmingsplan kost.
De heet DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! Ik vind
dat wij als gemeenteraad er in het stuk van gedepu
teerde staten niet zo best van afkomen, Uit dat stuk
krijg ik het gevoel, dat het erg verstandig is het be
stemmingsplan in te trekken Dit niet zozeer vanwege
het feit dat wij, als wij in beroep gaan, verder niets
kunnen doen Maar wel omdat naar mijn gevoel een
beroep volstrekt kansloos is.
Wat is er gebeurd? Er was oorspronkelijk een be
stemmingsplan waarin de bestemming „industrie" is
gelegd op een 10 meter diepe bebouwingsstrook, ge
projecteerd evenwijdig aan en op een afstand van 8
meter van de Beckeiinghstraat. Daarbij mocht niet
meer dan 7 meter hoog worden gebouwd. Dat zijn de
bepalingen die weer van kracht worden als wij de
eerste herziening van het bestemmingsplan intrekken.
In februari 1975 hebben wij bij de vaststelling van de
eerste herziening van het bestemmingsplan het moge
lijk gemaakt in een strook van 55 meter te bouwen
tot een goothoogte van 14 meter en over een lengte
van ongeveer 115 meter hebben wij de goothoogte ge
bracht op 11 meter In het stuk van gedeputeerde sta
ten krijgen wij als gemeenteraad een standje vanwege
het feit, dat wij dat in onze herziening van het be
stemmingsplan eigenlijk helemaal niet hebben toege
licht. Daarin moet ik gedeputeerde staten gelijk ge
ven. Wanneer je de toelichting op de herziening van
het bestemmingsplan achteraf beziet - dit is natuurlijk
achteraf praten; maar het is wel eens goed datje tot
inkeer komt' -, geloof ik dat wij de herziening van het
bestemmingsplan erg zwak hebben behandeld. En dan
zeg ik het zachtjes.
Ik heb aan deze zaak nog de onaangename herinne
ring, dat wij ons in februari 1975 uitvoerig hebben
beziggehouden met de bezwaarschriften en daarbij
bijvoorbeeld de suggestie deden om in te gaan op het
geen T B S zelf voorstelde, nl. om niet 8 meter, maar
5 meter vanuit de Beckeringhstraat te bouwen en daar
bij de hoogte te verminderen van 11 meter naar 8
meter. Nadat u gesouffleerd werd door de ambtena
ren, bent u toen ineens op de proppen gekomen met
de boodschap dat gedeputeerde staten intussen een
verklaring van geen bezwaar ex artikel 19 van de wet
op de ruimtelijke ordening hadden afgegeven. En toen
moesten wij er verder wel het zwijgen toe doen. Nu
blijkt achteraf dat die informatie niet volledig is ge
weest Weliswaar heeft u daarbij gesteld, dat de ver
klaring van geen bezwaar betrekking had op 500 m2
grondoppervlak en een gebouw met een goothoogte
tot 14 meter wij hadden dus nog over de goothoogte
44