ze buurt gericht is „op de centrumplannen voor de Zuidereng", die koste wat kost doorgevoerd moeten worden. Wat is Uw commentaar hierop? Ad 1. De zo op het oog in redelijke staat van onder houd verkerende woning vertoonde gebreken met het herstel waarvan ongeveer f. 15.000,- zou zijn ge moeid. In verband hiermede werd het wenselijk ge acht het pand af te breken. Ad 2. Indien er woningen in de Parklaan worden dan wel zijn gesloopt of op de nominatie staan om te worden gesloopt, dan geschiedt dit ter voorkoming van hoge onderhoudskosten. De woningen Parklaan 2, 9, 19, 39 en 43 zijn reeds gesloopt. Binnenkort zullen nog worden gesloopt de woningen Parklaan 21 en 19 (nadat de laatste zal zijn ontruimd). Ad 3. De gebreken aan de woning Parklaan 8 betref fen: vernieuwing van buitengevel, van ramen, van schuurdeuren en van lijstwerk, van dakgoten, van de schoorsteen buitendaks (die totaal was gesloopt en dus niet meer kon worden gebruikt), van buitenschil derwerk, van de zink/overstortput riolering en van de complete elektrische installatie. De sloop heeft f. 1.900,- gekost. Ad 4. Wij hebben het economisch gezien hoe dan ook niet verantwoord geacht kosten aan de woning te besteden. In verband hiermede moet het eerste deel van vraag 4 ontkennend worden beantwoord. Ad 5. De meeste bewoners van de woningen in de Parklaan betalen geen huur vanwege de onderhouds- toestand der woningen (veertien van de zestien zijn in ons bezit) en vanwege het feit dat de gemeente ju ridisch gezien te allen tijde over de objecten moet kunnen beschikken. In afwachting van het ontwikke lingsplan zien wij geen aanleiding ons te beraden over een ander beleid. Ad 6. Wij kunnen niet bevestigen dat vrees voor „tegenmaatregelen" bestaat. Afgezien van het voren staande ontgaat ons de strekking van de opmerking. Ad 7. Gelet op de beantwoording van vorenstaande vragen is er geen sprake van een „afbraakbeleid". Slechts incidenteel is overgegaan tot afbraak van een woning. Overigens zijn deze woningen aangekocht voor het realiseren van het bestemmingsplan ter plaat se, dat toen het bestemmingsplan Zuidereng was. Een en ander heeft altijd bij de aankoop van deze wonin gen vooropgestaan. De heer VISSER: Mijnheer de voorzitter! Heeft u, toen in Soest bekend werd dat het huis Parklaan 8 leeg kwam, op het woningbureau vragen gehad van Soestenaren die graag deze woning wilden betrek ken? Zo ja, hoeveel waren het er? De VOORZITTER: Dames en heren.' Ik kan hierop geen rechtstreeks antwoord geven. Ik zou moeten na gaan of en, zo ja, hoeveel vragen er geweest zijn. Ik wil wel aannemen dat er inderdaad vragen zijn geweest. Dames en heren. Verder zijn van de heer Visser de vol gende vragen binnengekomen: „1. Welke vragen en opmerkingen heeft de voorzitter van de Commissie R.O. te berde gebracht tijdens de G.S.-hoorzitting voor Gemeentebesturen in het kader van het Voorontwerp Streekplan Utrecht-Oost, op 22 april j.1. te Amersfoort? 2. Is het juist dat de voorzitter van de Commissie R.O. daar een voorkeur heeft uitgesproken voor een combi natie van de modellen 2 en 5 van het Voorontwerp Streekplan Utrecht-Oost? Zo niet, voor welk model dan wel? 3. Vindt het College van B. W. het juist dat een be paald standpunt tegenover G S, bekend is gemaakt, zonder dat de Raad zich over het Voorontwerp heeft uitgesproken zoals in andere Eemland-gemeenten ge beurde 4. Waarom is meergenoemd Voorontwerp nog steeds niet op de agenda van de Soester Gemeenteraad ge plaatst? 5. Welke zin heeft de inspraakprocedure voor de be volking nog in het kader van het Ontwikkelingsplan Soest 1976 als een raadscommissie dergelijke belang rijke beslissingen neemt, hierover het College van B W adviseert en haar mening bij G.S. deponeert? 6. Acht U een en ander een gelukkig en correct be leid? Ad 1. Hetgeen de voorzitter tijdens de hoorzitting op 22 april jl. heeft gezegd is in een brief aan het col lege van gedeputeerde staten vastgelegd. Deze brief ligt voor de leden van de raad ter inzage in de leeska mer. De steller van deze vragen is overigens op zijn eigen verzoek bij de hoorzitting aanwezig geweest. Het is mij daarom niet duidelijk waarom de vragen gesteld zijn. De heer VISSER: Mijnheer de voorzitter! 990 kie zers willen graag weten wat de burgemeester heeft gezegd. Dan kan ik, omdat ik de hoorzitting heb bij gewoond, natuurlijk wel vertellen wat zij heeft ge zegd, maar ik had liever dat zij het zelf had gezegd. Mag de door u bedoelde brief in de openbaarheid? De VOORZITTER: Daar heb ik geen problemen mee. Een en ander is in een openbare raadscommissie vergadering aan de orde geweest en kan wat mij be treft worden gepubliceerd. Ad 2. De voorzitter heeft geen voorkeur uitgespro ken voor een of meer modellen van het Vooront werp. Zoals in de hiervoor aangehaalde brief is ver meld, is alleen geconstateerd dat wanneer het rijk of de provincie geen gelden voor schadevergoeding be schikbaar kan stellen, de alternatieven 1 en 4 reeds afvallen en dat de realiteitszin dan slechts de keuze tussen 2 en 5 laat. Deze opmerking is volledig in over leg met de commissie ruimtelijke ordening gemaakt. Ad 3. Het Voorontwerp-Streekplan is toegezonden aan het college van burgemeester en wethouders en niet aan de raad. Het Voorontwerp is in een tweetal openbare vergaderingen van de commissie ruimtelijke ordening aan de orde geweest. Tijdens de vergadering van 6 april jl. zijn de hiervoor bedoelde vragen en op merkingen besproken die op 22 april naar voren zouden worden gebracht. Het ging hier niet om een standpuntbepaling van de gemeente, er zijn alleen vra gen gesteld. Het verslag van die vergadering zal ter inzage worden gelegd. Op 27 april 1976 is weer over het Voorontwerp ge praat. Daarbij is door de voorzitter gesteld dat een standpunt in de regio pas goed ingenomen kan wor den als bekend is of 40.000 migranten moeten wor den opgevangen en dat hierbij het bebouwen van het Hooglanderveen een voorname rol speelt. Door de voorzitter is bovendien toen nog opgemerkt, dat het Ontwerp-Streekplan (er is nu sprake van een Vooront werp) wel in de raad behandeld zal worden. Ad 4. Deze vraag is hiervóór al beantwoord. Ad 5. Zoals hiervóór min of meer al is gezegd heeft de raadscommissie geen beslissingen genomen over het standpunt van de gemeente inzake het Voorontwerp. 70

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1976 | | pagina 71