Wethouder HOEKSTRA: Dat zou betekenen dat zij zelf het antwoord mogen bepalen! De VOORZITTER: Dat vond ik ook. De heer VAN POPPELEN: Het gaat om de procedu re. In het rapport wordt een aantal vragen uit Soester- berg aangesneden. De VOORZITTER: Maar er worden geen beslissingen genomen. De heer VAN POPPELEN: Dat hoeft ook niet, maar ik kan mij indenken, dat de wijkraad graag meepraat. Is dat krachtens artikel 6 van de wijkraadsverordening mogelijk? De leden van de wijkraad kennen de con cept-brief niet. De VOORZITTER: De wijkraad kent het concept- antwoord niet. Dat antwoord wordt de wijkraad toegestuurd. Ik neem aan dat de wijkraad het antwoord in een openbare ver gadering gaat behandelen. Beslissingen van de wijkraad naar aanleiding van ons antwoord of vragen van de wijkraad (naar aanleiding waarvan de raad een beslis sing moet nemen) zullen in de gemeenteraad terugko men. De wijkraad krijgt nu antwoord op de vragen die in het rapport worden gesteld. Ik begrijp de moeilijk heid niet, maar dat zal wel aan mij liggen. De heer VAN AALST: Mevrouw de voorzitter! De le den van de wijkraad krijgen allen de raadsagenda en de raadsstukken toegestuurd. In de wijkraadsverorde ning staat dat de wijkraad kan worden gehoord, wan neer de gemeenteraad dat wenst of wanneer de wijk raad dat verzoekt. Die zaak is derhalve geregeld. De VOORZITTER: Die zaak is inderdaad geregeld. Ik zou er geen enkele moeite mee hebben gehad om de raad voor te stellen een lid van de wijkraad het woord te geven, wanneer mij daarom vanuit de wijkraad was verzocht. De heer GOOTE: Er staat, wanneer ik mij niet vergis, in het rapport een zin waarin wordt verzocht de moge lijkheid te geven het rapport toe te lichten. De VOORZITTER: Er staat „desgewenst zijn wij be reid toe te lichten". In de verordening wordt gespro ken over toelichting op adviezen en dit rapport is geen advies. Ik wil echter helemaal niet formeel zijn. Ik zou de raad graag hebben voorgesteld om het woord aan een lid van de wijkraad te verlenen, wanneer mij daar om vanavond voor de vergadering was verzocht. Nie mand heeft mij echter een dergelijk verzoek gedaan. Ik wil de voorzitter van de wijkraad echter wel vragen of hij het woord wenst. Mijnheer de voorzitter van de wijkraad! Wenst u - of een van de leden van de wijkraad - nog het woord over dit ingekomen stuk? De heer PIEREN (voorzitter van de Wijkraad Soester- berg): Mevrouw de voorzitter! In het rapport van de wijkraad staat nadrukkelijk, dat wij het, wanneer het rapport in de een of andere commissievergadering zou worden behandeld, zeer op prijs zouden stellen bij die behandeling aanwezig te kunnen zijn. Wij hebben geen uitnodiging gehad. De VOORZITTER: Dus de commissie heeft het blijk baar niet nodig geoordeeld. De heer VAN POPPELEN: Nu graag het antwoord, mevrouw de voorzitter. Is de procedure nu wel of niet goed geweest? De VOORZITTER: Dat moet u mij niet vragen, maar dat moet u vragen aan de voorzitter van de desbetref fende commissie. In dit geval moet u dat dan vragen aan de voorzitter van de commissie openbare werken. Deze heeft het blijkbaar niet nodig geoordeeld om de commissie te vragen of zij er prijs op stelde dat een lid van de wijkraad in de volgende vergadering een toe lichting zou komen geven. Wij dienen de zaken wel uit elkaar te houden. De heer VAN POPPELEN: Ik dacht dat ik het woord tot de voorzitter van de raad moest richten en die de legeert. De VOORZITTER: Inderdaad. De commissieleden hebben het rapport gelezen en zij hebben ook niet ge vraagd of een lid van de wijkraad in de volgende ver gadering voor een toelichting zou kunnen zorgen. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik stel de raad voor om de concept-brief naar de wijkraad te sturen. Wij hopen dat de wijkraad het in deze brief geschreve ne met veel wijsheid in de openbare vergadering van de wijkraad zal behandelen. Wij zullen het wel horen, wanneer de wijkraad meent op deze zaak te moeten terugkomen. Met betrekking tot het stuk wordt hierna besloten overeenkomstig hetgeen daaromtrent door burge meester en wethouders is voorgesteld, j. Brief d.d. 1 oktober 1975 van een aantal bewoners van de Lange Brinkweg, betrekking hebbende op de plannen tot reconstructie van deze weg, met voor stel hen overeenkomstig de ter inzage gelegde ontwerp- brief te antwoorden. Dit schrijven wordt behandeld na afhandeling van agendapunt 15. k. Brief d.d. 13 december 1975 van de heer J.H.M. Heuer te Soest, betreffende klachten over het berij den van het achterpad langs zijn woning door vracht auto's, met voorstel deze brief om advies in handen te stellen van burgemeester en wethouders. De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! Er is sprake van een reeds lang slepende zaak en ik verzoek het college dan ook om deze zaak binnen één maand af te werken. De VOORZITTER: Dat kan heel gemakkelijk, want wij hebben al heel veel correspondentie met deze me neer gehad. Het is voor ons dan ook geen enkele moeite om een concept-antwoord te maken. Het stuk wordt gesteld in handen van burgemeester en wethouders om advies. 1. Brief d.d. 26 november 1975 van het Dagelijks Be stuur van de A-kring Utrecht-c Bescherming Bevol king, waarbij de begroting 1976 wordt toegezonden, m. Brief d.d. 20 november 1975 van het Waterleiding bedrijf Midden-Nederland, waarbij wordt medege deeld dat het algemeen bestuur de begroting 1976 en de herziene begroting 1975 heeft vastgesteld. Deze stukken worden aangenomen voor kennisgeving. 3 Vragenhalfuurtje. De VOORZITTER: Dames en heren! Er zijn geen vragen gesteld. De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! Het was de bedoeling dat wij de werking van het vra genhalfuurtje in januari van dit jaar zouden bekijken. Bekeken zou worden of de proef al dan niet moest worden verlengd. Hoe stelt het college zich de proce dure voor? De VOORZITTER: Deze zaak zal als agendapunt worden opgevoerd voor de eerstvolgende vergadering van het seniorenconvent. 6

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1976 | | pagina 7