De heer LANGE: Maar er is toch wel een groot ver
schil tussen een klauterpartij en een stap over een
hek van 1.40 meter.
De heer VAN LOGTENSTEIN: Het argument van de
heer Hoekstra is een reden om het hek zo hoog moge
lijk te maken.
Wethouder HOEKSTRA: Ja.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
De heren Ebbers, Hoekstra en Plomp en mevrouw Van
Stiphout-Croonenberg verkrijgen op hun verzoek aan
tekening in de notulen, dat zij zich met de genomen
beslissing niet hebben verenigd.
107 Voorstel tot het intrekken van een gedeelte van het
bestemmingsplan Landelijk Gebied.
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoof
delijke stemming aangenomen.
108 Voorstel tot het vaststellen van een besluit als bedoeld
in artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
De heer VAN POPPELEN: Mijnheer de voorzitter!
Dit voorstel is uitvoerig ter sprake geweest in de com
missie ruimtelijke ordening. Wij hebben met gedepu
teerde staten en burgemeester en wethouders volledig
begrip gehad voor de situatie waarin het geheel ver
keert. Ik geloof dat het een goede zaak is dat het zo
even aangenomen voorstel tot het intrekken van een
gedeelte van het bestemmingsplan Landelijk Gebied,
waaruit het onderhavige voorstel voortvloeit, is aan
genomen.
Ik heb in de commissie ruimtelijke ordening gevraagd
of er niet nog een bouwaanvraag met betrekking tot
de Lange Brinkweg lag. Het was mij nl. officieus be
kend, dat iemand een onderhoud met de burgemees
ter had gehad over het vestigen van een nieuw bedrijf
aan de overkant van de Lange Brinkweg. Verleden
week was er in de commissie ruimtelijke ordening offi
cieel nog geen desbetreffend stuk ter beschikking. Na
dien is er wel zo'n stuk bij het college ingeleverd. Ik
vind het jammer dat het college dat stuk, dat af
komstig is van de heer Van den Hengel, niet tegelijk
met het onderhavige voorstel aan de orde heeft ge
steld. Als dat was gebeurd, zouden wij in één keer
klaar zijn geweest. Ik ben er een beetje bang voor dat
nu dat niet is gebeurd, het misschien weer een jaar
duurt alvorens de heer Van den Hengel kan bouwen,
met als gevolg dat hij voor hogere bouwkosten komt
te staan. Hoe is het gekomen dat het college geen po
ging heeft gedaan om ook voor de heer Van den Hen
gel de zaak nu in orde te maken?
De VOORZITTER: Dames en heren! Er is inderdaad
een brief binnengekomen. Wij hebben de zaak die nu
aan de orde is, met gedeputeerde staten besproken
op grond van het feit dat het hier een calamiteit be
treft. Over de zaak waarop de bedoelde brief betrek
king heeft, is niet met gedeputeerde staten gesproken.
Ik ben er beslist van overtuigd dat als wij dat wel ge
daan hadden, gedeputeerde staten zouden hebben ge
zegd: Aan die grote wijzigingen moeten wij nu niet
beginnen, want daar is de tijd te kort voor. Gedepu
teerde staten waren bereid om met het voorstel dat
hier nu aan de orde is, akkoord te gaan louter omdat
het voortvloeit uit een calamiteit.
Er moest met vrij grote snelheid worden gewerkt. De
bedoelde brief is vrij laat binnengekomen. Daardoor
konden wij er verder niet op ingaan.
Bovendien is het zo dat indertijd bij de vaststelling van
het bestemmingsplan Landelijk Gebied door degene
die nu de bedoelde aanvraag heeft ingediend, a) geen
bezwaar is ingediend tegen het bestemmingsplan en
b) niet is gevraagd om een bouwperceel of om een
wijziging. Ook dat is een reden waarom wij nu niet
verder op zijn aanvraag moeten ingaan. Hij zal moeten
wachten totdat het bestemmingsplan onherroepelijk
is. Wanneer hij dan van de wijzigingsbevoegdheid van
burgemeester en wethouders gebruik wil maken, zal
hij daartoe een aanvraag moeten indienen.
De heer VAN POPPELEN: Mijnheer de voorzitter! Ik
heb volledig begrip voor de snelheid waarmede er is
gewerkt. Dat is gewoon een uitvloeisel van het be
sluit dat verleden jaar nu eenmaal verkeerd is geno
men. Maar gedane zaken nemen geen keer. Heb ik nu
goed begrepen, dat het niet kan?
De VOORZITTER: Ja, het kan inderdaad niet.
De heer VAN POPPELEN: Dan hoef ik ook geen
voorstel dienaangaande te doen.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
De VOORZITTER sluit hierna, te 21.46 uur, de ver
gadering.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de
raad der gemeente Soest d.d. 19 augustus 1976.
cretaris,
De voorzitter,
85