missie financiën heb gevraagd, te zeggen dat dit in derdaad al in het najaar van 1976 bijvoorbeeld in de commissie financiën had kunnen worden medege deeld. Dat schijnt niet te kunnen. Ik ben van mening dat als je, een krediet van f. 94.000,-- hebbende, ziet aankomen datje zo'n kleine f. 80 000,-- te kort komt, je dat moet zeggen. Het is natuurlijk logisch dat dan iedereen zou zeggen, dat er met het werk moet wor den voortgegaan, maar dan weet je het. Dat behoort tussen een college en een raad in de zin van raads commissies naar mijn mening te gebeuren. Ik heb ge vraagd of dat eens even in zo'n stuk zou kunnen staan. Maar niets ervan. Ik denk dat hier zeer veel uit voortvloeit, dat het een miljoenenkwestie wordt. Het gaat nl. niet over Soes- terberg, maar over de herberekening van wat de rio lering in Soest verwerken kan en wij komen tot het schrikbarende resultaat, dat de ingreep op grond van de eisen van de provincie in het rioleringsstelsel van de gemeente Soest zeer groot is. Dat is althans mijn indruk. Wat mij dus veel meer interesseert dan het aanvullende krediet van f. 76.000,-, is of het college er enig idee van heeft wat financieel gesproken hier vervolgens de consequentie van zal zijn. Ik neem toch aan dat de directeur van gemeentewerken en het Ingenieursbureau Dwars, Heederik en Verhey zich niet alleen bezighouden met de herberekening van het rioolstelsel, het uitwerken, het opzetten van een gewijzigd rioleringsplan, het controleren van deze opzet en een afsluitende rapportage van het geheel, maar dat de heren waarachtig ook al, zij het globaal, een financiële berekening hebben gemaakt. En ik vind dat je dan de raad niet moet vragen om maar eens f. 76.000,- te verstrekken als je er niet bij zegt hoeveel miljoenen het naar de huidige stand van za ken zal kosten en waar die miljoenen vandaan zul len moeten komen. Dat zijn nl.' de gegevens die een gemeenteraad nodig heeft om ten opzichte van deze dingen beleid te voeren. Ook hierom heb ik in de commissie gevraagd. Nu deze vraag niet is beant woord, neem ik aan, dat ze wel in het college is be sproken, maar dat het college tot de conclusie is ge komen, dat het deze vraag niet kan beantwoorden, misschien omdat ze prematuur is. Daarom vraag ik of wij het nu toch zo gauw mogelijk mogen weten? Want wij zijn bezig met de hele financiële paragraaf van het ontwikkelingsplan en alle financieringskwes ties die daaraan verbonden zijn en als een duveltje uit een doosje komt nu deze hele zaak weer over ons heen. Ik hoop dat ik het mis zie, maar ik denk dat dit een miljoenenkwestie zal zijn en ik ben erg bang voor wat dit allemaal zal opleveren. Wethouder HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter! De belangrijkste oorzaak van de noodzaak van het ge vraagde extra krediet is inderdaad, zoals in het voor stel staat, de wijziging van de richtlijnen van de pro vincie per augustus 1975. Het voorstel inzake het oorspronkelijk verleende krediet is weliswaar daarna, nl. in november 1975, in de raad gekomen, maar in de op het onderhavige voorstel betrekking hebbende stukken heeft men kunnen lezen dat er door het In genieursbureau Dwars, Heederik en Verhey in juni 1975, dus vóór augustus 1975, een prijs is opgegeven. Er worden inderdaad regelmatig andere eisen gesteld. Men denke alleen maar eens aan de kwestie van het in de Van Lenneplaan geplande overstortriool, dat een geweldige herberekening en iedere keer weer overleg tussen de provincie en gemeentewerken heeft gevraagd. Dat overstortriool mocht daar volgens de provincie niet geplaatst worden. Nadat er lang en breed over was gesproken, heeft de provincie ge zegd: Als u daar uiteindelijk toch een overstortriool maakt in het begin, dan stellen wij als eis dat u dat ding later zodanig aansluit, dat het niet meer uitloopt in de Kloostergracht, maar overloopt naar een bezink- tank die later zal moeten worden aangebracht bij de Eemstraat. De provincie stelt dat wij geen gewone overstortriolen mogen maken. De riolen moeten eerst overstorten in een bezinktank waarin het water een half uur blijft en de grootste slibdelen rustig kunnen bezinken. Tot nu toe mocht je riolering ze ven keer per jaar overstorten. In de nieuwe richtlij nen is dat ineens teruggebracht tot vijf keer per jaar. Dat betekent datje in al je riolen een veel grotere berging moet hebben. En ik ben met de heer De Wil de van mening dat dat wel eens een paar centen zal kunnen kosten. De hele herberekening vloeit natuur lijk uiteindelijk voort uit het feit dat toen het riool gemaakt werd, Soest een dorp met weinig verhard oppervlak was en dat het verhard oppervlak jaarlijks toeneemt. In de richtlijnen wordt met betrekking tot de eisen onderscheid gemaakt tussen verhard opper vlak dat in een riool uitmondt en verhard oppervlak dat niet in een riool uitmondt. Bijvoorbeeld de Lange Brinkweg mondt voor een deel uit in het riool en voor een ander deel in een slootje. Het stukje dat in een slootje uitmondt, wordt in de richtlijnen niet meegerekend als verhard oppervlak. Wel worden als zodanig meegerekend bijvoorbeeld de daken van de huizen waarvan het regenwater wordt afgevoerd naar de rioolbuizen. De persleiding van Soesterberg valt hier buiten. In het kwartaaloverzicht van gemeentewerken heeft men kunnen lezen dat deze leiding nu langs de Soester- bergsestraat is getekend, maar dat er ook nog een be rekening is gevraagd op grond van de vraag wat de consequenties zouden zijn als je de leiding zonder dat er bij de Ferd. Huycklaan in ons riool wordt ge pompt zodanig iaat omleiden, dat ze in één keer doorgaat naar het zuiveringsgebouw aan de Maatweg. Dit betekent dat het op dit moment nog niet bekend is hoe Soesterberg precies zal worden ingepast in ons rioolstelsel. Naar aanleiding van de vraag van de heer De Wilde of wij er enig idee van hebben wat de consequentie van de herberekeningsrapportage is, wijs ik erop dat in het voorstel staat, dat er vier mogelijkheden zijn om eventueel uit de perikelen te komen, dat er uit die mogelijkheden een keuze zal moeten worden gemaakt en dat er eerst daarna een kostenraming kan worden opgesteld. De keuze is nog niet gemaakt. Toen wij in november/december 1976 wisten dat er een extra krediet nodig was, hebben wij een desbetreffend voor stel gemaakt. Onderwijl kwam net het concept-rap port van het Ingenieursbureau Dwars, Heederik en Verhey eindelijk klaar. Dit bureau heeft het concept rapport gemaakt in overleg met de provinciale wa terstaat en gemeentewerken. Gemeentewerken heeft door de vele herberekeningen net zo veel werk moe ten doen, want er moesten door gemeentewerken elke keer tekeningen, materiaal enz. worden geleverd. Het concept-rapport moet nu naar gedeputeerde sta ten toe om te worden vastgesteld. Als het vastgesteld is, moet er een keuze uit de zoëven bedoelde vier mogelijkheden worden gemaakt. Ik vermoed dat de keuze zal moeten vallen op de op pagina 2 van het voorstel onder 2 aangegeven mogelijkheid, nl. vergro ting van de nuttige rioolinhoud.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1977 | | pagina 100