de spoorlijn komt te liggen, worden nog bekeken. Wij zijn de mening toegedaan, evenals de V.V.D.- en de P. v.d. A.-fractie, dat de aantasting van de Eng minimaal moet zijn. De leefbaarheid en de veiligheid van de mens hebben bij ons een hoge prioriteit zodat, hoe moeilijk het ook is, wat op het landschap zal moeten worden toegege ven als het algemeen belang dit eist uit een oogpunt van welzijn. In de door de actiegroep verspreide foto's staat vermeld, dat het tracé is ingetekend door gemeentewerken. Waarom en door wie is zo'n tekening gemaakt? De heer VISSER: Waarom wilt u dat weten? Het is toch door gemeentewerken gedaan? Dat is toch bekend? De VOORZITTER: De heer Van Poppelen vraagt antwoord van het college en als hij dat vraagt, krijgt hij het straks. De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! Het is voor iedereen belangrijk dat de maquette betreffende de Centrumweg zo spoedig mogelijk aan de bevolking kan wor den getoond en van een objectieve voorlichting kan worden voorzien, opdat men zelfstandig een oordeel kan vormen. Wanneer is deze maquette klaar? De verkeerssituatie in het Hart vraagt eveneens de volle aandacht. De uitwerking van mogelijkheden van het bestem mingsplan Centrum en de hierbij behorende besluitvorming komt circa februari 1978 aan de orde. Zoals de raad tijdens de behandeling van de raamstructuur ook heeft besloten, zijn wij nog van mening dat een nadere uitwerking van twee gelijkwaardige winkelcentra op wijk- verzorgend niveau, de Van Weedestraat en een centrum in de omgeving van de Nieuweweg/Parklaan, met daarnaast een aantal buurtwinkelcentra, een goede zaak is. Een belangrijk punt ten aanzien van het winkelcentrum is de financiële haalbaarheid. Kunt u hierover al iets meer mededelen? Het is van groot belang voor de consument en in het bijzon der ook voor de betrokken middenstanders dat een beleid wordt gevoerd waardoor het mogelijk wordt in Soest over twee levensvatbare winkelcentra op wijkverzorgend niveau, met daarnaast goede buurtcentra, te beschikken. Als gevolg van economische ontwikkelingen hebben vele midden- standsbedrijven het moeilijk om hun bedrijf rendabel voort te zetten. Dit is niet alleen in Soest een probleem, doch komt ook nationaal en internationaal voor. Veel winkels zullen door de economische ontwikkelingen gedoemd zijn te sluiten, omdat de inkomensmogelijkheden onvoldoen de zijn. Dit spreekt vooral wanneer een zoon (opvolger) het bedrijf moet overnemen. Voor de betrokkenen is dit een moeilijke zaak. Het uitgegeven rapport van „Leefmilieu Soest", waarin on der andere vermeld staat dat het beleid van de gemeente er op is gericht om ongeveer 180 van de 280 winkelbedrijven op te heffen, is misleidend en onjuist. Wel is juist dat be paalde bedrijven worden geremd in de ontwikkeling. Meer waardering hebben wij voor de suggesties, genoemd in het rapport van drs. G.J.A. Sluiskens van het N.C.O.V. die goe de aanbevelingen doet over de wijze, waarop het winkelbe- leid in Soest plaats zou kunnen vinden. In dit rapport wordt onder andere genoemd het in het leven roepen van een stichting, waarbij de plaatselijke gemeenschap de kans krijgt een zo groot mogelijke inbreng te leveren. Bij het vestigingsbeleid dient aan de plaatselijke ondernemers voor rang te worden verleend en zal er vrijheid moeten zijn over de vorm van investering en de wijze van financieren. De Soester ondernemers die willen investeren, moeten een kans krijgen om dit te doen. Wij horen van inwoners die het eens zijn met het centrum plan, maar het winkelcentrum en bestuurscentrum in spie gelbeeld van het thans geplande willen situeren. Hoewel dit in de commissie voor ruimtelijke ordening al is besproken, lijkt het ons toch goed voor de duidelijkheid dat u van avond in het kort nog motiveert, waarom men de winkels ten noorden van de Nieuweweg wil vestigen. In april jl. hebben de drie grote fracties in de raad, te weten de V.V.D.-, de C.D.A.- en de P. v.d. A.-fractie, een gemeen schappelijke verklaring uitgegeven en zich tevens uitgespro ken vóór de ingeslagen weg. Het is te hopen dat de actie groepen en werkgroepen en het gemeentebestuur in de toekomst gezamenlijk met elkaar trachten te bereiken dat een zo goed mogelijk leefklimaat wordt verkregen. Met respect voor ieders mening en met een positieve inzet van allen moet dit mogelijk zijn. Mijn fractiegenoten zullen bij de hoofdstuksgewijze behan deling de nodige opmerkingen maken en voorstellen doen die bij de C.D.A.-fractie leven. Bij deze beschouwing heb ik mij beperkt tot enkele algemene beleidslijnen. Mevrouw de voorzitter! Wij zijn met een ingewikkeld plan bezig, maar onze gedachten gaan ook uit naar de mensen die betrokken zijn bij de treinkaping en de bezetting van de school. Wij hopen dat deze zaak spoedig tot het verle den zal behoren en een goed einde zal hebben. Door de werkgroep Leefmilieu Soest is in twijfel getrok ken of de nu gevolgde procedure wel rechtsgeldigheid heeft. Ik zal graag zien dat u daarop nog ingaat. Vandaag en gisteren hebben wij nog een aantal rapporten gekregen, maar het is ons onmogelijk geweest deze nog in de beschou wingen te betrekken. De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! Wij hebben ons afgevraagd of het ogenblik gekomen is waarop over dit ontwikkelingsplan definitief kan worden beslist. Wat ons betreft moet deze vraag voor dit moment ontkennend worden beantwoord. Wij menen dat thans alleen een voor lopige vaststelling moet plaats vinden, omdat drie punten - waarop ik straks nog nader zal ingaan - naar de mening van onze fractie in ieder geval opheldering vergen, alvorens wij tot definitieve vaststelling kunnen overgaan. Het eerste punt betreft de vraag of de juiste besluitvor mingsprocedure is gevolgd. Het tweede punt betreft de vraag of niet meer duidelijkheid over het tweede winkel centrum op wijkniveau moet ontstaan voordat wij tot vast stelling van het ontwikkelingsplan kunnen overgaan. Het derde punt betreft de vraag of niet meer studie moet wor den gewijd aan het tracé van de Centrumweg, speciaal tus sen de Nieuweweg en de Kerkstraat, in het kader van de uitwerking van de motie van de meerderheid van de raad van 23 juni 1976 en nadat de maquette waar uitdrukkelijk om gevraagd is, beschikbaar is gekomen. Wij menen dat in zake enkele structuurbepalende elementen in dit ontwikke lingsplan de voorbereiding van de besluitvorming niet ver genoeg is gevorderd. In de eerste plaats kom ik dus tot de vraag of wij wel de juiste besluitvormingsprocedure volgen. In het eerste deel van het plan, de voorstudies, wordt op blz. 4 de gehele pro cedure beschreven. Aan het slot daarvan staat: „Vervolgens zal het definitieve ontwerp-ontwikkelingsplan Soest 1977, aangevuld met de genomen raadsbesluiten, worden toegezonden aan gedeputeerde staten en de inspec teur van de ruimtelijke ordening en ter visie worden ge legd." Op blz. 10 van het concept-ontwikkelingsplan wordt ge zegd: „Wij stellen u voor dit plan aan te nemen als grondslag voor uw besluitvorming voor de komende vijfjaren en als uit gangspunt voor uw doelstellingen op langere termijn." Is hier met opzet een andere terminologie gebruikt dan op blz. 4 van de voorstudies, of is hier eenvoudig sprake van een nalatigheid?

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1977 | | pagina 109