et zeker naai te ssen in de :leid is 1 niet )m dus ook 1 dus t wij iCosten- an legorga- lwars rach- puteer- eer Lan- 1 wij ;en. Het eft hier- aankoop weweg. :zen is vastgesteld. Er waren toen drie alternatieven aangege ven, onder andere een hoofdwinkelcentrum in dezelfde omgeving. Er is toen echter besloten, geheel in overeen stemming met de uitspraak van de inspraakwerkgroep C, dat er een tweepotig winkelapparaat op wijkniveau moet komen. In het verleden zijn over de winkelcentra veel rap porten verschenen; zo is lang geleden, nog vóór het rapport „Zicht op Soest", een rapport verschenen over een winkel centrum in Overhees, waarbij men van andere cijfers uit ging, ook natuurlijk wat de bevolking betrof. In feite is het nieuwe winkelcentrum in de omgeving van de Parklaan dat zelfde winkelcentrum dat oorspronkelijk ergens in Overhees zou moeten komen, zij het dat nu het draagvlak voor het nieuwe winkelcentrum iets groter zal worden. Door de heer Sluiskens, aangehaald door de heren Van Pop- pelen en De Wilde, is de suggestie van de oprichting van een stichting gedaan, waarvan iedere betrokkene deelnemer zou kunnen worden. Dit heeft ons steeds voor ogen gestaan; wij hebben van het begin af aan gesteld het bijzonder op prijs te stellen wanneer iedere betrokkene, met name de Soester ondernemers, zou kunnen worden vertegenwoor digd in een stichting. De heer Sluiskens onderschrijft dit ook geheel in zijn conclusies. Wat de verplaatingsanimo betreft, kan ik erop wijzen dat eind verleden jaar een enquete is gehouden door de Soester ondernemers, waarbij inderdaad een aantal aanvragen zijn binnengekomen voor vestiging in het nieuwe centrum, in totaal voor zo'n 8.000 m2. Natuurlijk gaat het hier om ge heel vrijblijvende opgaven, maar het geeft wel aan dat er de nodige animo voor vestiging in het nieuwe winkelcentrum is en het onderschrijft ook hetgeen de inspraakwerkgroep C heeft gesteld. Wat de woningbouw betreft, heeft de heer Van Poppelen gezegd de voortgang daarin met zorg tegemoet te zien. Daarbij is gewezen op het feit dat veel mensen teleurge steld moesten worden bij de toewijzing van het eerste ge deelte van de tweede fase van Overhees. Er komt nl. nog een tweede gedeelte van ongeveer 100 woningen in deze tweede fase. Er bestaat nu eenmaal voor de aankoop van woningen bijzonder veel belangstelling en de drang naar een eigen woning wordt steeds sterker. Vroeger moest men, om 100 woningen te kunnen verkopen, toch minstens 300 gegadigden hebben, maar thans ligt dat wat anders. Het is dan ook juist dat veel mensen teleurgesteld moesten wor den. Er zijn nog enige mogelijkheden in de tweede fase, maar dat moet verder worden uitgewerkt. De heer Van Poppelen heeft in dit verband de vraag gesteld of al kan worden begonnen met Overhees derde en vierde fase. Wij kunnen natuurlijk beginnen met het opzetten van plannen hiervoor, maar wij zitten nog altijd met de huidige streekplangrens. Het ziet ernaar uit dat het nieuwe streek plan Utrecht-Oost mogelijkheden zal openen voor bebou wing van Overhees derde en vierde fase, maar zolang de nieuwe streekplangrens niet officieel vastligt, kunnen wij daarop zeker niet dichtvaren. Het is dan oök voor mij nog de vraag of wij op dit ogenblik al moeten overgaan tot het maken van plannen voor Overhees derde en vierde fase. Daarnaast zijn wij nu bezig met het onderzoek naar de één- en tweepersoonshuishoudens. Recentelijk heb ik een gesprek gehad met de rijksconsulent van het ministerie van volks huisvesting en ruimtelijke ordening die zich met dat pro bleem bezighoudt. Daarbij is een aantal suggesties naar vo ren gekomen die wij nader zullen onderzoeken, teneinde te trachten voor die categorie mensen binnen het bestaande woningbestand mogelijkheden te scheppen, onder andere door verbouw van bestaande woningen. Zo zou men bij voorbeeld van twee vierkamerflats drie wooneenheden kunnen maken voor alleenstaanden en tweepersoonshuis houdens. Het onderzoek hiernaar zal door ons worden geï nitieerd en wordt gesubsidieerd door de rijksoverheid. Wethouder HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter! De heer Lange heeft gesproken over de luchtfoto's van de groep Zuidereng Nee, waarop door de dienst gemeentewerken het tracé zou zijn ingetekend; ook de heer Van Poppelen heeft hierover gesproken. Ik kan op de gestelde vragen antwoor den dat deze groep bij gemeentewerken is gekomen met het verzoek om op bepaalde luchtfoto's lijnen in te tekenen. In overleg met het college is besloten aan dit verzoek gevolg te geven. Het was niet gemakkelijk om op deze foto's lijnen in te tekenen, want ze waren glad, terwijl bovendien het tracé niet helemaal vaststaat. De dienst heeft echter de lij nen toch zo goed mogelijk ingetekend. De aansluiting met het Driftje is door de groep zélf ingetekend; dat heeft ge meentewerken niet gedaan. De heer VISSER: Wat bedoelt u precies met de opmerking dat de foto's glad waren? Is het potlood misschien uitgescho ten en lopen de lijnen nu verkeerd? Wethouder HOEKSTRA: Neen, helemaal niet. Het gaat er alleen om dat de weg door een dal zal lopen en bovendien niet vierbaans, maar alleen tweebaans zal worden. Het is niet goed mogelijk om de lijnen op een gladde foto zoda nig in te tekenen dat ook precies wordt weergegeven hoe de weg in de toekomst zal verdwijnen over de Eng. Daar naast wijs ik erop dat de foto maar een klein gedeelte van de Eng weergeeft. De maquette van de weg zal deze maand gereed komen. Degene die eraan werkt, is hiermee bijzonder hard bezig. De voorzitter van de culturele commissie zal het met ons eens zijn dat het hier om een kunstwerk gaat en kunste naars hebben nu eenmaal hun tijd nodig; soms kan het zelfs wel eens uitlopen. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Maar die voorzitter is het met dit uitlopen niet eens. Wethouder HOEKSTRA: Ik bedoel ermee te zeggen dat het om een kunstwerk gaat en dat een kunstenaar ermee be zig is. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Dat is in dit geval geen ex cuus. Wethouder HOEKSTRA: Ik behoef hem ook helemaal niet te excuseren, want hij is nog steeds binnen zijn tijd ge bleven. De maquette hoefde niet per se vandaag klaar te zijn. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Dan had het college hem een strakkere richtlijn moeten geven. Wethouder HOEKSTRA: Dat kan niet. Het is niet gelukt om de maquette voor vandaag af te krijgen en wij zitten er genoeg achterheen. Daaraan ontbreekt het niet. De heer Van Poppelen heeft nog gesproken over de afslag van rijksweg 28 in Soesterberg, in verband met de opmer kingen van de inspraakwerkgroep hierover. Echter, aan de overzijde van de Richelleweg is thans defensiegebied aanwe zig en daar kan Soesterberg dus niet uitbreiden, hoe graag wij Soesterberg ook uitbreiding gunnen. Bovendien is het voor geheel Soest, ook voor Soest benoorden de spoorlijn Amersfoort-Den Dolder, bijzonder gunstig wanneer het verkeer uit Soest snel de rijksweg 28 kan bereiken via deze afslag. Als deze afslag er niet zou komen, zou veel verkeer dat naar Amersfoort moet - immers, bij de Stichtse Roton de is geen aansluiting door rijkswaterstaat gepland - in Huis ter Heide afslaan en toch door Soesterberg blijven rijden. Met het oog hierop hebben wij dan ook in het ontwikke lingsplan deze afslag van rijksweg 28 laten staan. De heer VAN AALST: Denkt u dan dat er in de toekomst meer verkeer via de Van Weerden Poelmanweg zal gaan lo- 121

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1977 | | pagina 116