krijg' ring. schij stadi zal behalve met de woonwagenbewoners ook met de Soester inwoners uit de naaste omgeving van het te reali seren centrum moeten worden gesproken. In dit verband dient ook rekening te worden gehouden met de brief van de Stichtse Milieufederatie. In de nieuwe wijken wordt veel aandacht besteed aan het recreëren. Het zou aanbevelenswaard zijn in de oude wijken te onderzoeken wat daar nog gedaan moet worden op dit punt. Wij beschikken over uitgebreide en waardevolle na tuurgebieden waar wij de zorg voor hebben en die toegan kelijk zijn voor iedereen, ook van buiten Soest. Het is daarom goed dat in Eemlandverband de recreatie regionaal wordt bekeken. Hoewel er wordt gesteld dat voor overdek te recreatie voldoende ruimte bestaat, is er beslist behoefte aan een grote ruimte waar toneel-, muziek- en dergelijke voorstellingen kunnen plaats vinden. Een goed milieu komt het welzijn van de hele bevolking ten goede. Dit zal alleen kunnen worden gerealiseerd als de hele bevolking meewerkt, zodat er ook hier weer veel voor lichting gegeven zal moeten worden. De burgers zullen dan pas overtuigd zijn van de noodzaak, zelf mee te helpen aan het in stand houden en verbeteren van ons milieu. Gelukkig wordt het vrijwilligerswerk tegenwoordig meer gewaardeerd. Er zijn veel mensen, vooral vrouwen, die zich inzetten om hun medemens te helpen. Het zou goed zijn dat de gemeente hen materieel zoveel mogelijk hulp biedt. Ook de financiële steun bij training en vorming zien wij als een taak van de gemeente. Over de politie wordt gezegd dat het instituut van wijk agent al jaren bestaat. De burgers van Soest zullen hier ech ter weinig van gemerkt hebben. De heer Blaauw heeft hier al jaren geleden een eerste aanzet toe gegeven. Als op 1 ok tober in Soesterberg de eerste wijkagent wordt aangesteld, hopen wij dat het daar voor de bevolking duidelijker zal zijn dan nu in Soest. Uit het feit dat de gemeente nu iemand boven de sterkte heeft aangesteld bij de politie, blijkt dat de gemeente inziet hoe belangrijk de veiligheid en openbare orde voor Soest zijn. De VOORZITTER: Dames en heren! Alvorens het woord te verlenen aan de heer Verheus, wil ik nog een voorstel doen over de spreektijden. Toen wij vanmiddag met deze vergadering begonnen, waren de nog resterende spreektij den als volgt: V.V.D.-fractie 20 minuten, C.D.A.-fractie 12 minuten, P. v.d. A.-fractie 8 minuten en Progressief Soest 15 minuten. Gisteren is er vrij veel spreektijd gebruikt voor het debat over artikel 7 van de Wet op de Ruimtelijke Or dening. Gezien deze situatie stel ik u voor iedere fractie nog een extra spreektijd van 10 minuten toe te kennen, mede met het oog op de zeer belangrijke onderwerpen die wij nog moeten bespreken. De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! Giste ren hebben inderdaad enkele woordvoerders bijzonder veel tijd gebruikt. Wij hebben ons correct willen houden aan de gemaakte afspraak over de spreektijden, zodat wij degenen uit onze fractie die vandaag nog het woord moeten voeren, al hebben verzocht om wat korter te spreken. Ik heb er geen bezwaar tegen om iedere fractie nog een extra spreek tijd van 10 minuten toe te kennen, maar daar moet het dan echt bij blijven. Afspraak is afspraak! De VOORZITTER: Bij iedere fractie zullen wij dus nu strak de hand houden aan de nieuwe spreektijden. Ik constateer overigens dat de raad zich kan verenigen met mijn voorstel om iedere fractie 10 minuten extra spreektijd toe te ken- De heer VERHEUS: Mevrouw de voorzitter! Het concept ontwikkelingsplan spreekt over „welzijn in de ruimste zin van het woord". Ruim is dit begrip inderdaad benaderd, zij het dat de C.D.A.-fractie met het oog op haar beginsel de voorkeur geeft aan een andere wijze van mensbenadering dan in het concept-ontwikkelingsplan is gedaan. Als ik bij voorbeeld lees dat het kind een cultuurfenomeen is, lopen de koude rillingen over mijn lichaam. Het kind is als mens geen cultuurfenomeen, maar de kroon der schepping met een opdracht, nl. de schepping te doen beantwoorden aan de normen van de Schepper. Als wij het begrip welzijn vanuit die gezichtshoek benaderen, wordt er onder welzijn toch iets anders verstaan dan de opstellers van het concept ontwikkelingsplan bedoelen te zeggen. (De heer Menne komt te 17.20 uur, ter vergadering). Het zou te ver voeren om op alle details uitvoerig in te gaan; ik wil mij dan ook beperken tot een aantal hoofdlij nen. Het komt ons voor dat de geest van het concept-ontwikke lingsplan wat betreft dit onderdeel - en wel speciaal de bei de conceptnota's - pretenties in zich heeft die zelfs op lan delijk niveau nauwelijks te realiseren zijn. Wij vinden de doelstellingen op zich zelf weliswaar aardig, maar de ver werkelijking ervan lijkt ons wat te pretentieus. Wij hebben de indruk dat er gewoon welzijnswerk wordt gecreëerd om der wille van het creëren. Het geheel ademt een geest, met alle respect voor de samenstellers, waarvan onze fractie niet zo erg onder de indruk komt. Dat neemt niet weg dat ook onze fractie grote waardering heeft voor die vrijwilligers die een groot stuk van hun vrije tijd beschikbaar stellen om geheel belangeloos bij de diver se verenigingen en instellingen werkzaam te zijn. Naast kritiek hebben wij natuurlijk ook veel waardering voor het werk dat is verzet om tot een rapport te komen als het onderhavige. Bezien wij echter het geheel van mo gelijkheden en wenselijkheden, dan zal er nog wel wat wa ter door de Eem moeten stromen voordat alles zo is gere geld als het college voor ogen heeft. (De heer De Wilde komt, te 17.22 uur, ter vergadering). Er zal - om maar een enkel voorbeeld te noemen - een dui delijk subsidiebeleid moeten komen. Er is indertijd een raadscommissie aan het werk gegaan met als resultaat dat een subsidieverordening is verschenen. Alle belanghebben de organisaties zouden van de inhoud van deze verorde ning op de hoogte dienen te zijn. Gelet op de decentralisatie van het gehele welzijnsbeleid zal de gemeentelijke overheid er volgend jaar een omvang rijke taak bij krijgen, een taak die tot nu toe bij de rijks overheid lag. Is het college ook voornemens om de diverse verenigingen van de nieuwe rijksregeling op de hoogte te stellen en de consequenties daarvan voor deze verenigingen nader toe te lichten? Wanneer gaat de rijksbijdrageregeling nu in, in 1978 of in 1979? In het kader van het hele welzijnsbeleid wordt ook de so ciale raadsman weer genoemd, alleen spreekt men elkaar tegen in die zin dat de één een opbouwwerker wenst en de ander een sociaal raadsman. Onze fractie ziet de nood zaak van de sociale raadsman nog niet zo in, maar wellicht kan het college ons van deze noodzaak overtuigen. Ook vragen wij ons af waarom er opnieuw een inventarisatie moet plaats vinden van de diverse accommodaties, omdat dit al in een eerder stadium is verricht door de stuurgroep. Daarnaast zullen wij graag vernemen of het college al een bepaald plan heeft met betrekking tot het beheer en de coördinatie van het geheel van welzijnswerk, bijvoorbeeld door een commissie ex artikel 61 of een andere vorm van bestuur en/of beheer. Uiteraard zal het geheel niet onbelangrijke financiële of fers vragen. Het is mede daarom dat wij bij herhaling - en dat is ook door andere fracties in deze raad al meerdere In het wat b> heids2 al enij moet «ngg stimu ons ei het cc Tot s begrij als ee licht van d den k Ten i let o] Wat wille berg. datie is ze juist zieki Ook kelij terb< onge 144

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1977 | | pagina 139