fering van de sportaccommodaties aan het bestuderen is.
Het ligt in de bedoeling om in de aanstaande deelnemers
vergadering van de sportstichting in september het eind
rapport daaromtrent aan de orde te stellen. De toereke
ning van de werkelijke lasten en daarna subsidiëring staat
overigens deze werkgroep niet voor, aangezien wij voors
hands van mening zijn dat het in de praktijk niet zoveel
verschil zal uitmaken.
Een overzicht van de kosten per veldsportaccommodatie
wordt steeds in de begroting c.q. rekening van de sport
stichting opgenomen. Daaruit blijkt ook zeer duidelijk wie
wat betaalt. In dat verband is het goed er nog eens op te at
tenderen dat ook bestuurders van de diverse sportvereni
gingen gebruik kunnen maken van de jaarrekening om die
intern eens aan de orde te stellen, opdat de leden van de di
verse verenigingen via hun bestuurders inzicht krijgen in de
gelden die door de gemeente aan hun sport worden besteed.
De heer Verheus heeft een opmerking gemaakt over alter
natieve hulpdiensten en gezegd dat het wellicht wenselijk
is de mensen 's avonds in de gelegenheid te stellen zich te
wenden tot raadslieden. Inderdaad kan het wellicht voor
komen dat er in Soest alternatieve hulpdiensten zouden
moeten worden opgericht. In dit stadium is het naar mijn
mening beter dat dergelijke diensten pas in actie komen na
verwijzing via het soort informatiebureaus die 's avonds
mensen kunnen ontvangen. Alternatieve hulpdiensten zijn
overigens natuurlijk uitgebreider aanwezig in enkele omlig
gende gemeenten.
Wat het gebruik van gemeenschapsruimten betreft, zal het
de heer Verheus toch niet onbekend zijn dat kort geleden
nog een overzicht in de onderwijscommissie is verstrekt,
waarin duidelijk is aangegeven welke gemeenschapsruimten
buiten schoolverband aan wie zijn toebedeeld. Dit overzicht
geeft aan dat die ruimten inderdaad een multifunctionele
taak hebben toebedeeld gekregen.
Wat Soesterberg betreft, heeft de heer Verheus gezegd dat
ergens in de stukken zou staan dat een overdekte sportac
commodatie voor Soesterberg niet urgent zou zijn. Ik
meen dat dit nergens te vinden is; ik kan mij althans niet
herinneren dat dit ergens is vermeld. Hoe dit verder ook zij,
in de praktijk is gebleken dat een overdekte sportaccom
modatie in Soesterberg juist een knelpunt is. De heer Ver
heus weet dat een commissie uit de sportstichting en de
wijkraad bezig zijn geweest om na te gaan of een overdekte
sportaccommodatie haalbaar zou zijn. Die haalbaarheid is
toen niet aangetoond, maar wellicht kan bij de behandeling
van het hoofdstuk financiën nog een oplossing dichterbij
worden gebracht.
De stichting jeugdwerk Soesterberg acht het op dit ogenblik
niet meer wenselijk om de oorspronkelijke plaats te gebrui
ken, omdat die a-centraal ligt. Thans wordt onderzocht - dat
is ook met de stichting besproken - in hoeverre plaatsing el
ders, waarbij de stichting de voorkeur aan de Kampweg
geeft, mogelijk is. Er zijn voortdurend contacten, maar wij
moeten nog enige planologische punten op een rijtje zet
ten. Ik hoop dat deze stichting weldra een goede huisves
ting zal hebben.
De heer De Wilde heeft gesteld dat de definities van welzijn
in de diverse nota's gelijkluidend dienen te zijn. Ik meen dat
nader kan worden bezien in hoeverre die overeenstemming
tot stand kan worden gebracht. Het zal bekend zijn dat er
méér dan twee definities mogelijk zijn; ik heb er in totaal
al wel zo'n dertien gelezen. De vraag is hoe wij tot een
gunstig gemiddelde aan definities kunnen komen.
De in de nota genoemde doelstellingen zullen in het alge
meen uiteraard zo uitgebreid mogelijk moeten worden be
zien. Dat heeft zeker onze voorkeur.
Wat de ruimtelijke aspecten betreft is het duidelijk dat de
ruimten voor jeugdwerk in Soest goed bezet zijn. Uitbrei
ding van deze ruimten is nauwelijks mogelijk. De stichting
jeugdwerk Soest heeft daar echter iets op gevonden, nl. een
soort S.R.V.-wagen in de vorm van een caravan met aan
hanger die zich naar de plaatsen begeeft waar eventueel
nood optreedt. Als de klant dus niet zelf kan komen, gaat
de stichting wel naar de klant toe, waarmee al enigszins te
gemoet wordt gekomen aan de wensen die leven in het
veld.
Het eventueel gebruik van oude schoolgebouwen voor wel-
zijnvoorzieningen heeft uiteraard voortdurend de aan
dacht. Zo is kort geleden de stichting jeugdwerk Soest nog
bij ons geweest met een verzoek om ruimte in de oude Blok
kendoos. Gelukkig was men er op tijd weer uit, want één
dezer dagen is de zaak in brand gevlogen.
De heer Goote heeft de kwantitatieve en de kwalitatieve
aspecten tegenover elkaar gesteld. De kwalitatieve aspecten
zullen zeker in de nota over het onderwijs aan de orde ko
men.
Wat de veilige schoolroutes betreft, hebben wij in Soest nu
eenmaal met bestaande wijken te maken waar de school
routes niet altijd zo veilig zijn als wij ze zouden wensen. Het
zal bekend zijn dat wij in de nieuwere wijken voortdurend
aandacht besteden aan dit punt. Onlangs nog, bij de bespre
king over het nieuwe schoolgebouw, hebben wij duidelijk
gesteld dat daar in ieder geval geen grote weg langs zal
moeten liggen. Dit ligt nu ook in de raadsnotulen vast.
Wat de vraag over de Insingerschool betreft is afgesproken
dat deze niet zal worden opgeheven.
De heer Goote heeft voorts een vraag gesteld over de over
capaciteit van schoolgebouwen die rond 1990 zal ontstaan.
Ik meen dat wij in de tijd genoeg hebben tot 1990; na ons
komen er andere gemeenteraden om zich te beraden over
de vraag wat er rond 1990 met de lege schoolgebouwen zal
moeten gebeuren. Op dit ogenblik pogen wij uiteraard
steeds, leegkomende gebouwen een functie te doen hebben
in de welzijnssector.
De heer Van den Brakel heeft nog gesproken over de zaal
ruimte voor sport. Daaraan is inderdaad een grote behoefte.
Het zal bekend zijn dat wij met name in de Borg hopen
over nieuwe zaalruimte te kunnen beschikken. Het wijk
dienstencentrum zal straks in dit kader ook een functie
kunnen vervullen.
Wat de openluchtrecreatie betreft, wordt het door de heer
Van den Brakel genoemde visstekje inderdaad verzorgd.
Ook de oude wijken, door mevrouw Alting aangehaald,
hebben steeds de aandacht wat de recreatieve mogelijkhe
den betreft.
De heer Visser heeft gesteld dat de harde vervoerswijzen on
dergeschikt moeten worden gemaakt aan het kind. Wij heb
ben daaraan gedacht toen wij onlangs bezig waren met het
maken van plannen voor de volgende scholen in Overhees,
een zaak waarop ik zoeven al ben ingegaan.
Hij heeft voorts gesteld dat het goed is om de recreatiepara
grafen nog eens met elkaar te vergelijken. Dat zullen wij
uiteraard doen.
Daarnaast is door de heer Visser een grote structuur opge
zet die ik graag nog eens nader zal bezien als de notulen
eenmaal ter beschikking zijn. De consequenties daarvan kan
ik niet zo maar overzien.
Het grootste probleem in Soest wordt volgens de heer Vis
ser gevormd door de ongeorganiseerde jeugd, een onder
werp dat ook door de heer De Wilde aan de orde is gesteld.
Bij de nota jeugdwelzijn hebben wij besproken hoe wij dit
het beste onder woorden zouden kunnen brengen, maar wij
152