p I De heer VAN EE: Mevrouw de voorzitter! Uit het betoog van de heer De Wilde blijkt dat hij mij niet heeft begre pen. Ik heb nl. duidelijk enkele voorstellen naar voren ge bracht, waarmee ik heb aangegeven waar ik de prioriteiten wil leggen. In de eerste plaats heb ik gesuggereerd om het fonds stadsuitleg meer te voeden door meer „opcenten" op de bestemmingsplannen te leggen. In de tweede plaats heb ik bepleit om het grondbedrijf te saneren. Wanneer wij een aantal gronden snel vrijmaken, krijgen wij financie ringsmiddelen. Aan deze zaken geef ik prioriteit bóven de 5% belastingverhoging. Als wij deze mogelijkheden gaan benutten en dan blijkt dat wij alsnog 5% belastingverhoging nodig hebben, welnu, dan gaan wij daarmee akkoord. De heer DE WILDE: Ik meen dat ik het betoog van de heer Van Ee zeer goed heb begrepen, mevrouw de voorzitter; zo dom ben ik ook weer niet. Ik heb alleen erop gewezen dat het betoog van de heer Van Ee niet gekwantificeerd is. Ik ben een broodetende profeet, maar ik voorspel dat de sug gesties van de heer Van Ee zeer weinig zullen opleveren en in ieder geval niet hetgeen hij ervan verwacht. Trouwens, in eerste termijn heeft de heer Van Ee er niet aan toegevoegd dat hij akkoord zal gaan met de 5% belastingverhoging als blijkt dat zijn suggesties niets of niet voldoende opleveren. Hij heeft er wél aan toegevoegd dat hij hooguit met een be lastingverhoging van 1 a 2% akkoord wil gaan en die midde len wil hij dan ook nog sparen voor welzijnsvoorzieningen. Natuurlijk zal ook ik als een kind zo blij zijn als blijkt dat de 5% belastingverhoging niet nódig is, maar als blijkt dat deze verhoging wél nodig is, zullen wij er ook aan moeten geloven. Besturen is ook in dat opzicht kiezen. De heer VAN EE: Mevrouw de voorzitter! In wezen ben ik het helemaal eens met de heer De Wilde. Alleen stel ik een prioriteit door te zeggen dat wij nu niet akkoord gaan met de 5% belastingverhoging. Ik pleit er onder andere voor dat éérst het grondbedrijf wordt gesaneerd. Als dan blijkt dat hier te weinig of niets uitkomt en wij alsnog ons heil moe ten zoeken bij de 5% belastingverhoging, welnu, dan zal ik mij bij die feiten moeten neerleggen. Ik wil echter niet nu al automatisch de 5% accepteren en dan maar doorgaan op hetzelfde pad; ik acht het belangrijker dat éérst het grond bedrijf financieel gezond wordt gemaakt. De VOORZITTER: Wat het saneren van het grondbedrijf betreft, wijs ik erop dat er ook nog planologische moeilijk heden kunnen zijn. Wij hebben heel wat gronden in het grondbedrijf, maar er zijn er vele bij waarbij wij vroeger een bepaalde planologische verwachtingswaarde hebben gehad die door beslissingen van de raad nu niet meer geldt. Dat soort gronden zullen wij hoogstens nog voor de agra rische waarde weer kunnen verkopen. De heer VAN EE: Ja, misschien wel. Wethouder EBBERS: Mevrouw de voorzitter! De heer De Wilde heeft nog een opmerking gemaakt over een gemeente die niet meer groeit in verband met de financiële verhou ding tussen rijk en gemeenten. Ik wijs erop dat er een ver fijningsuitkering is voor ongewoon bevolkingsverloop, zo wel voor gemeenten die sterk groeien als voor gemeenten waarvan het inwonertal daalt. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Ik ben het niet eens met de heer De Wilde wanneer hij stelt dat aan de voorgestelde investeringen niet meer te sleutelen valt. Als wij het plan ter visie leggen, komen er echt nog wel alter natieven naar voren. De heer DE WILDE: Om misverstand te voorkomen merk ik op dat het mij daarbij om de hoofdlijnen gaat. Allerlei detailvragen heb ik niet kunnen stellen, vooraTvanwege de spreektijdbeperking; in de investeringslijst komt ook voor mij een aantal zaken voor waarover ik nog wel eens nader wil spreken. De heer VISSER: Precies. Als wij dat dan combineren met hetgeen de heer Van Ee heeft gezegd, meen ik dat wij de 5% belastingverhoging voorlopig nog maar moeten uitstellen. De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! Op blz. 247 zegt het college dat de kosten van de Koningsweg volle dig kunnen worden gedekt door de aangrenzende complexen van het grondbedrijf en dat volledigheidshalve deze voorzie ning is opgenomen, zij het pro memorie. Echter, onderaan de bladzijde staat dan dat het gedeelte tussen Eigendomweg en Nieuweweg, waar het de aanlegkosten betreft, is opge nomen in het plan Koningsweg. Die aanleg kost toch geld? Toch wordt er alleen een pro memorie-post opgenomen. Is er hier sprake van een vergissing? De VOORZITTER: De Koningsweg heette voor dat gedeel te toen nog geen Centrumweg. Deze weg heette vroeger Koningsweg tot de Nieuweweg. De heer VAN POPPELEN: Ja, dan zijn wij eruit, maar het is in ieder geval wel duidelijk dat er geld voor moet komen en liefst zo snel mogelijk. De beschouwingen over het hoofdstuk financiën worden gesloten. De VOORZITTER: Dames en heren! Zoals u gisteren is toegezegd, kom ik thans weer terug op ons voorstel in de laatste zin van de aanbiedingsbrief, luidende: „Wij stellen u voor dit plan aan te nemen als grondslag voor uw besluit vorming voor de komende vijfjaar en uitgangspunt voor doelstellingen op lange termijn". Ik stel dit voorstel thans nog ter discussie. De heer LANGE: Mevrouw de voorzitter! Onze fractie stelt voor - en ik meen op dit punt te kunnen spreken me de namens de fracties van het C.D.A. en de P. v.d. A. - om dit ontwikkelingsplan aan te nemen, onder voorbehoud dat de financiële haalbaarheid van het centrum moet wor den aangetoond, dat het tracé van de Centrumweg en de verdere ontsluiting definitief bepaald moeten worden, dat de opmerkingen en de voorgestelde wijzigingen in de be leidsvoorstellen die gisteren en vandaag besproken en toe gezegd zijn, verwerkt worden en dat de reacties van de Soester bevolking naar aanleiding van de tervisielegging verwerkt worden. Dit betekent onzes inziens dat, wanneer aan deze voorwaarden niet kan worden voldaan, de beleids voornemens ten aanzien van centrum en Centrumweg her zien dienen te worden. Het betekent niet dat dan het gehe le ontwikkelingsplan met alle daarin geformuleerde beleids voornemens herzien moeten worden. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Ik meen dat het toch niet goed is als wij vanavond het ontwikkelingsplan onder het nu door de heer Lange genoemde voorbehoud aanvaarden. Gisteren heb ik al gezegd dat het vertrouwen onherstelbaar zal worden geschaad als wij vanavond hiertoe besluiten. Het rechtsgevoel van de bevolking zal bepaald gekrenkt zijn als wij dit accepteren. Er kan wel worden ge zegd dat wij allerlei zaken later nog wel zullen inpassen en bekijken, maar ik meen dat wij nu de volgende procedure moeten volgen. Het is een aardige bijeenkomst van de raad geweest, gisteren en vandaag; wij zijn er wat wijzer van ge worden. Ik meen echter dat een en ander nu, met de notu len van de vergaderingen van deze twee dagen, gewoon ter visie moet worden gelegd voor de bevolking. De reacties van de bevolking moeten wij dan afwachten en verwerken. De reacties van de raad van vandaag en gisteren kunnen nu alvast in het ontwikkelingsplan worden verwerkt. Pas na dit alles kunnen wij een en ander tegen elkaar afwegen en het plan definitief vaststellen. Dat is de enig juiste gang van zaken. De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! De woorden van de heer Lange worden door onze fractie onderschre- 162

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1977 | | pagina 157