De heer MENNE: Wij ondersteunen het voorstel van de heer De Wilde. Wethouder EBBERS: Goed. Mevrouw de voorzitter. Wij hebben op het ogenblik in de verordening een voorlopig tarief vastgesteld en in de loop van 1978, wanneer alle gegevens bekend zijn, moet de raad formeel het tarief definitief vast stellen. Dat is ook noodzakelijk in verband met het verkrijgen van de Koninklijke goedkeuring die wij in dezen behoeven. De heer DE WILDE: Hoe sterk is de voorlopigheid van de tarieven van f. 9,-- en f. 7,— per 10 m2? Ik denk nu aan de mogelijkheid dat in de loop van 1978 zou blijken dat bij deze tarieven de opbrengst niet vol doende zou zijn, gegeven de opbrengst die wij zouden willen hebben. Hoeveel waarde heeft de beslissing die wij nu nemen wat de mogelijkheid betreft dat wij er straks aan worden gehouden, ook door hogere in stanties? Wethouder EBBERS: Wij kunnen volledig wijzigen. Wij moeten zelfs helemaal aanpassen. De heer DE WILDE: En hogere instanties zullen geen problemen maken, denkt u? Wethouder EBBERS: Neen. Wij passen gewoon aan in de loop van 1978. Dan heeft de hele raad er alles over te vertellen. De heer VAN EE: Ik geloof dat door deze twee getal len op tafel te leggen te weinig wordt onderkend, dat er ook meer betalers zijn. Ik geloof niet dat ze moe ten worden verhoogd. Ik meen dat het veel eerder in de richting van ongeveer 80% van deze bedragen moet worden gezocht. Wij hebben er op dit moment gewoon geen idee van wat wij moeten betalen. De heer DE WILDE: U vindt de bedragen veilig ge noeg? De heer VAN EE: Ja, Maar wij moeten dit stuk heb ben, want anders kunnen wij het helemaal niet bere kenen. Dat is eigenlijk de waarde van het vaststellen hiervan. De heer DE WILDE: Ja, dat begrijp ik wel. De VOORZITTER: Ik zou graag de wethouder dit laten beantwoorden. Wethouder EBBERS: Het is zelfs zo, mijnheer De Wilde, dat de minister van ons een toezegging eist tot bijstelling van de tarieven op grond van de verorde ning. De heer STAM: Is het dan ook nog mogelijk om de factoren achteraf te wijzigen of zijn die definitief? De VOORZITTER: Alles kan. Wethouder EBBERS: Je kunt er eventueel wijzigin gen in aanbrengen. De heer OLDENBOOM: Daar zitten wij nu een beet je mee. Er zit een aantal zaken in die apert onrecht vaardig zijn, die zeer sterk indruisen tegen het rechts gevoel van de betrokkenen. Als de beslissing die wij hier nu nemen tot gevolg heeft dat een en ander auto matisch doorgaat, dan kunnen wij ons hier op het ogenblik niet mee verenigen. Wethouder EBBERS: Hoe bedoelt u? De heer OLDENBOOM: Wij hebben een aantal voor beelden gegeven. Wethouder EBBERS: U heeft het nu over het beta len door gebruikers en eigenaars. De wet eist nu een maal datje deze twee factoren onderkent. Je kunt te dien aanzien geen verschillen in tarieven maken. Dat kan gewoon niet op grond van de wet. U kunt nu wel zeggen, dat u ertegen bent, maar het betreft hier iets dat er nooit uit kan worden gehaald De heer STAM: U zou voor bedrijven een andere fac tor kunnen hanteren, zodanig dat de idiote verschil len die voorkomen, niet meer plaats vinden. Wethouder EBBERS: Deze factoren zijn gebaseerd op een bijzonder groot aantal landelijke cijfers. Ik kan mij voorstellen dat wanneet wij straks de tarie ven definitief vaststellen, er misschien een aantal fac toren zou moeten worden bijgesteld. Maar daar kan ik nu verder niets van zeggen Want wij zullen eerst deze cijfers moeten hebben om een oordeel te kun nen vellen over de totale belastingmogelijkheden. Ik vind het logisch dat op het juiste moment in 1978 de zaak nog eens bij u aan de orde wordt gesteld. De heer VAN EE: In de financiële commissie. De heer MENNE' Wij hebben een product. Daar komt uiteindelijk een belasting uit die ieder individu moet betalen Kunnen wij elk der factoren die de belasting als product eruit gooit, in bijvoorbeeld september 1978 nader wijzigen, vaststellen, aanpas sen? Wethouder EBBERS: Niet allemaal. U kunt bijstel len op bepaalde punten waar misschien een onrecht vaardigheid in zou kunnen zitten, maar het is niet zo, dat u de hele tabel op z'n kop kunt gaan zetten, want dan zou je van voor af aan beginnen. De VOORZITTER: Zijn dit nu geen zaken, dames en heren, die u samen in de commissie al heeft bespro ken, althans zou hebben moeten bespreken? Zijn dit nu geen opmerkingen die toch eigenlijk in de commis sie thuishoren? Ik dacht dat wij als raad hier toch wel de grote lijnen zouden moeten behandelen. Als er nu allerlei vragen komen over de mogelijkheden om allerlei factoren nog te wijzigen, dan vind ik zoals ik hier zit te luisteren, dat de leden van de commissie deze vragen in een commissievergadering aan de wet houder hadden moeten stellen. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Dan mag ik misschien toch opmerken, mevrouw de voorzitter, dat de heer Van Ee dat inderdaad heeft gedaan en dat hij ook nog het een en ander op schrift heeft gesteld, dat ook bij de stukken lag en waarop hij schriftelijk antwoord heeft gekregen Dat is een goede voorbereiding. De VOORZITTER: Ja. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Dan kan ieder raads lid zich erop oriënteren. Daarom hadden wij ook weinig opmerkingen op dit ogenblik. De VOORZITTER: Ik zou u toch willen vragen, da mes en heren, u verder alleen tot de grote lijnen te beperken. De wethouder heeft gezegd wat er even tueel nog kan worden gewijzigd en wat er niet kan worden gewijzigd. Het lijkt mij juist dat u zich daar verder in de financiële commissie over beraadt. Want ik vind dit toch een te intensieve discussie, die te ver gaat, die eerlijk gezegd velen van ons de pet te boven gaat en waar wij toch niet de hele avond aan zouden moeten besteden. Wethouder EBBERS: Mevrouw de voorzitter. Wat het eventueel aanbrengen van wijzigingen in de fac toren betreft moet het duidelijk zijn dat alleen als er een onrechtvaardigheid in de waardeverhoudingen is, een bijstelling mogelijk is. 175

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1977 | | pagina 170