als raadslid gezegd dat ik wel graag serieus genomen
wil worden. Want dergelijke verhalen zijn niet serieus
meer. Ik heb daar overigens niemand mee bedoeld,
want ieder zet zijn beste beentje voor om toch zijn
zin te krijgen. Met andere woorden: als je meent goe
de voorstellen te hebben gedaan, dan wil je ze ook
graag verwezenlijkt zien. Maar ik vind wel datje in dat
opzicht zorgvuldig met je argumenten moet omsprin
gen. Het moet niet zo zijn dat het ene argument het
andere opheft, ook al zit er een tijdsverschil tussen.
Nu komt de technicus volledig aan de macht. Ik ben
geen technicus. Wij hebben een heel verhaal gekregen
over een vijverpartij van 3 ha en een vijverpartij van
5,5 ha, over een noodzakelijke tussenruimte van 60
meter, over opstuwingen enz. Daardoor wordt de
indruk gewekt dat heel Overhees dreigt onder te lopen
als er ter plaatse van het perceel van de heer Grift
niet een vijver met een oppervlakte van 2000 m2
wordt gemaakt. Dit is natuurlijk niet geloofwaardig.
Het is alleen geloofwaardig doordat men de heer Es-
veld heeft laten wonen waar hij woont. Hij had het
geluk dat zijn huis op een heuveltje staat. Als men
ook de heer Grift zou laten wonen waar hij woont,
dan zou de tussenruimte te lang, nl. 120 meter wor
den. Ik zou zeggen: Wat een mazzel dat de tussen
ruimte tussen de vijverpartijen precies 60 meter moet
zijn.
Nu komt een beetje het serieuze werk. Ik heb het
op de tekening gezien en ik begrijp wel, dat als de
heer Grift blijft wonen waar hij woont, het moeilijk
wordt om een uitweg te krijgen en ook moeilijk
wordt om het aldaar geprojecteerde fietspad aan te
leggen. Ik zwicht niet voor verhalen dat de heer Grift
eigenlijk niets zou willen. Ik vind datje voordatje
met de heer Grift hebt gepraat (hij zit soms misschien
dichter bij dan je denkt), niet tot de conclusie moet
komen, dat er met hem niet valt te praten. In de
stukken staat: De heer Grift wil dat toch niet. Ik vind
dat dat onjuist is. Dat zijn van die dooddoeners waar
je niets aan hebt. Als je zegt dat je tien keer met de
heer Grift hebt gepraat en dan aangeeft op grond van
welke argumenten de heer Grift niet wil wat
jij als gemeente wilt, dan heb je het tenminste gepro
beerd. Maar je moet niet beginnen met de raadsleden
alvast vrees aan te jagen door te zeggen, dat het toch
wel niet zal gelukken een stuk van de grond van de
heer Grift te kopen en dan daarmede zaken te doen.
Misschien is een lid van het college nog in staat om
op dit moment gloedvol te betogen dat hetgeen het
college voorstelt inderdaad moet gebeuren. Wij willen
er dan graag naar luisteren. Dat collegelid moet zich
dan nog even inspannen om ons over de streep te ha
len.
De heer VAN LOGTENSTEIN: Mevrouw de voorzit
ter' Het in een vorige vergadering gevraagde onder
zoek naar het eventueel inpassen van het perceel
Oude Grachtje 13 in het betrokken gebied in de
nieuwe omstandigheden heeft plaats gevonden en
heeft voldoende aangeduid dat dat inpassen bijzon
der veel problemen zou geven en wel zodanig dat het
onwenselijk zou zijn. Onze fractie gaat dan ook volle
dig akkoord met het voorstel. Ik wil er nog wel wat
kleine vraagjes aan verbinden.
Het heeft mij verbaasd dat men van de week al is be
gonnen op het grondgebied van de heer Grift een
deel van de vijver aan te leggen. Ik vind dat onbe
hoorlijk, ik vind het ongepast, ik vind dat het college
dat onmiddellijk moet stopzetten en ik vind, dat zo
iets niet mag voorkomen.
De VOORZITTER: Het is niet waar.
De heer VAN LOGTENSTEIN: U kunt morgen zelf
even gaan kijken.
Wethouder HOEKSTRA: Vraagt u het hem maar.
De heer VAN LOGTENSTEIN: Mevrouw de voor
zitter. Mijn volgende vraag is: Als het voorstel nu
wordt aangenomen, op welke termijn krijgt de heer
Grift dan de vergunning om aan de Van Mecklenburg-
laan met de bouw te beginnen?
Wethouder EBBERS: Morgen.
Wethouder HOEKSTRA: Er moet wat dat betreft
nog één dingetje worden opgelost.
De VOORZITTER: Dames en heren! Ik wil graag
de wethouder het woord geven om gloedvol te beto
gen waarom hetgeen wij voorstellen moet. Daaraan
voorafgaande mag ik misschien antwoorden op de
pertinent gestelde vraag of enige jaren geleden er een
moment is geweest waarop er overeenstemming met
de heer Grift had kunnen worden verkregen. Het is
zo dat er ook toen is gesproken over een ruiltransac-
tie en dat de heer Grift daar in principe toe bereid
was. Ook die transactie betrof een eigendom van de
gemeente, en wel in de buurt van de Eigendomweg.
Daarover is op twee manieren gesproken. Een van die
manieren betrof het feit dat er voor dat eigendom
nog een andere gegadigde was die ook bepaalde rech
ten zou kunnen hebben. Daarover is in februari 1975
gesproken in de commissie ruimtelijke ordening, die
toen heeft gezegd: Wij vinden dat op dit moment dit
eigendom van de gemeente niet moet worden ver
kocht, omdat de toekomstige bestemming toch te
vaag is. Vandaar dat de zaak toen is afgesprongen.
Het is erg moeilijk om met betrekking tot het be
doelde eigendom exact een prijs te noemen. Er is eens
een prijs voor genoemd, maar daarbij is gezegd:Als
het een ander had betroffen, zou een hogere prijs in
rekening zijn gebracht. De toen genoemde prijs was
dus niet helemaal reëel
Wat de aan de heer Grift verleende bouwvergunning
betreft is er indertijd met hem gecorrespondeerd. Mis
schien is er ook wel met hem over gesproken, maar
dat weet ik niet In het kader van de corresponden
tie is hem gevraagd of er met hem zou kunnen wor
den onderhandeld in verband met het feit dat wij
zijn perceel in de toekomst nodig zouden hebben.
Maar de heer Grift heeft toen aan een andere gang
van zaken de voorkeur gegeven en het bleek toen, dat
wij de door hem gewenste bouwvergunning niet kon
den weigeren.
Wethouder HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter!
Een vorige keer kreeg ik onverwacht op mijn brood
je, dat als het perceel Oude Grachtje 13 niet werd
gekocht, het huizen zou kosten. Ik leefde toen, zon
der dat ik er met iemand ruggespraak over kon hou
den, in de veronderstelling dat als de vijver de geplan
de oppervlakte zou moeten houden, hij een bocht
zou moeten maken Overhees 2 in waar wij nu zou
den gaan bouwen. Naderhand bleek dat niet zo te
zijn. Er is mij toen gezegd: Als de vijver hier niet op
de volle breedte zou kunnen komen, dan zou hij
naar de Dorpstreek moeten worden omgebogen en
dat zou dan in het tweede stukje van Overhees 2 tien
woningen kosten.
Verder heb ik aan het betoog van de heer De Wilde