De VOORZITTER: Dames en heren! Deze brief luidt als volgt: „Aan: de raad der gemeente Soest, Op 20 december 1976 is in Soesterberg een inspraakpro cedure gestart om de bevolking van Soesterberg de gele genheid te geven te reageren op de voorstellen van de gemeente, neergelegd in het concept-ontwikkelingsplan Soesterberg. Na daartoe op 5 januari door de wijkraad uitgenodigd te zijn, zijn er uit de belangstellenden twee werkgroepen geformeerd. Deze hebben op zich genomen de voorstellen van de ge meente te bestuderen en deze te becommentariëren van uit de wensen en ideeën van de Soesterbergse bevolking. Bij de instelling van deze werkgroepen is door de wijk raad als einddatum voor het indienen van een reactie 4 maart gesteld. Dat betekent dat, waar gerekend moet worden op één week inwerktijd en minstens één week voor de eindrap portage, niet meer tijd ter beschikking is gesteld voor het verzamelen van gegevens, het interviewen van op di verse gebieden terzake kundigen, het verwerken van de gegevens, het maken van voorlopige ideeën en schetsen en het afronden tot een eindvoorstel, dan zes weken. Reeds bij hun instelling hebben deze werkgroepen te kennen gegeven deze termijn onvoldoende te vinden. Evenwel heeft de wijkraad, mede in overleg met de ge meente, gemeend aan deze termijn te moeten vasthou den. De werkgroepen hebben zich in de afgelopen weken diepgaand beziggehouden met de materie, die is aange sneden in het concept-ontwikkelingsplan. Op grond van deze studie en de bij hen levende ideeën, zijn zij van me ning dat zij absoluut over de volgende informatie zou den moeten beschikken: de werkgelegenheidsaspecten (bestaande situatie, type werkgelegenheid en omvang), de werkgelegenheidspotentie, de geluidsbelasting, zoals deze uit metingen blijkt, de juiste (eventueel voorlopige) situering van de afsla gen, het profiel en het tracé van rijksweg 28, de juiste omvang van de woningzoekenden naar verschil lende kategorieën, de arbeidsreserve. Op 3 februari konden de werkgroepen over bovenge noemde informatie nog steeds niet beschikken. Zij wil len de raad vragen erop attent te zijn dat de tijdsplan ning van deze inspraakprocedure door de gemeente er bovendien toe geleid heeft, dat door hen niet beschikt kcm warden over.de zeer binnenkort door de gemeente te houden bedrijfsenquete en bejaardenenquete en de door het C.I.M.K. te houden consumentenenquête. Een en ander heeft tot gevolg dat de inspraakgroepen niet op alle van belang zijnde punten van het concept ontwikkelingsplan zullen kunnen ingaan. Zich bewust zijnde van de in aanhef genomen verantwoordelijkheden en het verstrekkende belang van hun werkzaamheid achten beide werkgroepen het derhalve noodzakelijk in een later stadium in de gelegenheid te worden gesteld alsnog op deze aspecten in te gaan en terzake uitspraken te doen, binnen het kader van de inspraakprocedure. De inspraakgroepen willen zich alle rechten voorbehou den door het ontbreken van eerder genoemde belangrij ke gegevens om ook na 5 maart 1977 hun bijdrage te le veren aan het ontwikkelingsplan en de daarop volgende planstadia, bijvoorbeeld op bestemmingsplanniveau, de mening van de bevolking te inventariseren en op de be sluitvorming een werkelijke invloed te kunnen blijven uitoefenen. Hoogachtend, ir. J.A. Blom, J.J. Kessler, Amersfoortsestraat 71. Oude Tempellaan 10. In afschrift gezonden aan de fractievoorzitters, de wijk raad van Soesterberg." Over de in de brief aan de orde gestelde materie heb ik contact gehad met de voorzitter van de wijkraad, want de brief is ook aan de orde geweest in de vergadering van de wijkraad van vorige week, daar één van de leden van de wijkraad heeft voorgesteld aan deze brief adhesie te betuigen. De heer Pieren heeft in de wijkraad verteld dat wij in Soest voor bestemmingsplannen een vastgestelde inspraakprocedure hebben (afgestemd op de inspraakno ta die vorig voorjaar door de raad is aangenomen) en dat er, wanneer het bestemmingsplan Soesterberg aan de or de komt, vanzelfsprekend ook in Soesterberg inspraak werkgroepen zullen worden gevormd. Ik heb over de brief contact gehad met de heer Blom, omdat deze mij heeft opgebeld. Er zal mijns inziens sprake zijn van een goede procedure, wanneer de in spraakwerkgroepen op 4 maart een tussenbalans opma ken, zodat die kan worden besproken tijdens de vergade ring van de wijkraad van 10 maart a.s. Die vergadering zal ook worden bijgewoond door de leden van de com missie ruimtelijke ordening. Op dat moment kan worden vastgesteld of de inspraakwerkgroepen voldoende tijd hebben gehad (zodat een afronding kan plaats vinden voor het ontwikkelingsplan van Soesterberg) of dat de werkgroepen per se meer tijd moeten hebben. Een ver fijning van wat men nog wil kan aan de orde komen bij de bestemmingsplannen. De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! Ik wil u dankzeggen voor het feit dat u aan mijn verzoek hebt willen voldoen om deze brief alsnog bij de ingekomen stukken te voegen. Ik had deze brief nl. gemist op de lijst van ingekomen stukken. Hij is aan de fractievoorzit ters ter kennisneming toegestuurd. Ik wil, met uw goedvinden, een algemene opmerking ma ken over de ingekomen stukken. De lijst van ingekomen stukken bevat een aantal zeer oude stukken en een aantal stuk ken die in de eerste weken van januari zijn binnengeko men. Ik geloof dat het college de lijst van ingekomen stukken voor de raad te vroeg sluit. Dat heeft tot gevolg, dat wij een heleboel oude koek krijgen opgediend. Stel dat de onderhavige brief niet aan de lijst was toegevoegd en dat hij was blijven liggen tot de raadsvergadering van maart. Dan had het geen zin meer gehad om over de in houd van de brief te praten. Naar aanleiding van verschillende ingekomen stukken stelt het college terecht voor om het stuk in handen te stellen van het college om advies en dan duurt de behan deling nog weer een maand langer. Ik verzoek het college te bekijken of het mogelijk is de ingekomen stukken voor de raad tot aan de laatste ver gadering van het college voor de raadsvergadering mee te nemen. Dan heeft het college nog de tijd om zijn me ning te formuleren (ik meen dat het college op dinsdag vergadert) De VOORZITTER: Ja, dat klopt. De heer DE WILDE: en dan kunnen ons de stukken op woensdag in afschrift nog worden toegezonden. Op die wijze zal het mogelijk zijn om alle ingekomen stuk ken tot aan de laatste vergadering van het college voor

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1977 | | pagina 21