- 28 -
4 augustus 1977
De heer JELGERSMA: Die vraag kan ik op dit moment; niet beant
woorden. Ik wil een en ander graag nader uitcijferen.
De heer VAN AALST: Kanaal 4 kan niet worden gebruikt vanwege
de directe instraling. De vraag van de heer Stam is dan ook zeer
belangrijk, want dat zevende kanaal is m.i. direct aan de orde.
De heer HILHORSTMijnheer de voorzitter! Het abonnementsgeld
in Soest zal waarschijnlijk 7,90 per maand gaan bedragen met een
entreegeld van 300,Hoe liggen deze bedragen in andere ge
meenten? Ik weet dat een vergelijking moeilijk is, omdat iedere
situatie anders is, maar kan de heer Jelgersma wat tarieven uit
andere gemeenten noemen? Kan hij tevens vermelden hoeveel program
ma's elders kunnen worden ontvangen?
De heer JELGERSMA: Mijnheer de voorzitter! De kosten van de
kabeltelevisienetten zijn opgebouwd uit twee elementen, namelijk
de investering en de beheerskosten. De investering moet worden ge
kapitaliseerd en worden afgeschreven in een bepaalde periode;
daaruit ontstaat een bepaald.e maandlast in de kapitaalskosten
Daarnaast moet het net worden beheerd en onderhouden; daarvoor
moeten eveneens kosten worden gemaakt. De kapitaais lasten en de
exploitatielasten verhouden zich als 80 20 of als 75 25. Dat
betekent dat ruwweg driekwart van het tarief wordt bepaald door de
gemiddelde investeringskosten per aansluiting. Deze verhouding is
heel wezenlijk voor een vergelijking van verschillende kabelnetten.
De tarieven van bestaande kabelnetten zijn natuurlijk geënt
op de investering die nodig is geweest om het net te realiseren.
Ook bij de investering van kabeltelevisienetten is de component
arbeid onderhevig aan de kostenstijgingen die wij in Nederland
kennen (plm. 8 per jaar). Dat betekent dat de investering voor
een net dat drie jaar later wordt gerealiseerd plm. 24 hoger is.
Daardoor is het tarief in een gemeente die reeds vijf jaar een
kabelnet heeft op geen enkele wijze te vergelijken met het tarief
voor een kabelnet dat vandaag wordt gebouwd.
Bovendien is geen enkele gemeente vergelijkbaar met een an
dere gemeente, omdat er verschillen zijn in het totale aantal aan
sluitingen, in de bebouwingsdichtheid, in de verhouding hoogbouw-
laagbouw etc. Dergelijke elementen zijn sterk bepalend voor de ge
middelde investeringen per aansluiting. Ik wi.1 graag een paar an-